Cascade ‘Het fundament onder de bouw gaat wegvallen’

Stuur ons een bericht


We proberen binnen 2 werkdagen te reageren.
Verder gelden deze spelregels.
Annuleren
? Contact
23-02-2022

Cascade is de branchevereniging voor bedrijven die oppervlaktedelfstoffen winnen. Directeur Leonie van der Voort over de vereniging en de actuele kwesties.   

 

Vertel eens over uw branchevereniging.

‘Bij ons zijn achttien bedrijven aangesloten die zand, grind, klei, kalksteenzand en zilverzand winnen. Twee jaar geleden heeft Cascade ook alle werkzaamheden overgenomen van FODI, de Federatie van Oppervlaktedelfstoffenwinnende industrieën. Onze leden vertegenwoordigen 90 procent van de productie in Nederland. Van zand en grind worden beton, asfalt en kalkzandsteen gemaakt. Klei en zilverzand worden gebruikt voor de productie van onder meer bakstenen en glas. Dit zijn allemaal elementaire basisgrondstoffen voor de bouw. Het fundament van de bouw, zogezegd.’

 

Dat fundament dreigt weg te vallen, zegt u.   

‘In 2000 heeft het Rijk het ontgrondingenbeleid gedecentraliseerd naar de provincies. Die zijn in de ban van de circulaire economie, waarin in hun ogen er geen primaire grondstoffen meer voorkomen. Dat betekent dat onze leden geen vergunningen meer krijgen voor nieuwe winprojecten. Uit cijfers van TNO en het EIB blijkt echter dat bouwmaterialen uit sloop slechts voorzien in 20 procent van de vraag. Het is dus een illusie dat we toe kunnen met alleen gerecyclede bouwmaterialen; de overige 80 procent zal uit primaire winning moeten komen.

Deze illusie kan in stand blijven omdat het Rijk na de decentralisatie is gestopt met het monitoren van de bouwgrondstoffen. Het zou goed zijn om die monitoring weer op te pakken, waarbij ook secundaire, herbruikbare grondstoffen worden meegenomen. Alleen dan krijgen we een goed beeld van welke grondstoffen er zijn en wat er nodig is.’

 

Wat zijn hiervan de gevolgen?

‘Er moeten nu echt vergunningen gaan komen, want onze leden zijn vijftien jaar bezig met een aanvraag voordat ze daadwerkelijk zand en grind kunnen winnen. Als er niets gebeurt, stopt de grindwinning in 2025 en neemt de productie van industriezand vanaf 2025 met 30 procent per vijf jaar af. Vanaf dat jaar is er dan al een tekort aan grind. En dat terwijl het kabinet in 2030 een miljoen huizen wil hebben bijgebouwd. Zand en grind importeren, is geen optie.

In Duitsland is vergunningverlening ook zeer moeizaam en en wat in België wordt gewonnen, is met name voor de eigen markt.

Om nog maar te zwijgen over de gevolgen voor de footprint als zand en grind uit het buitenland naar hier moeten worden vervoerd. Kortom: een enorm probleem. Daarbij vergeleken is de stikstofproblematiek kinderspel.’

 

En nu?

‘Het punt is dat niemand zich eigenaar voelt van dit probleem. Het Rijk zegt: wij gaan er niet over. En de provincies kijken niet verder dan hun eigen grenzen. Daarom voeren we nu een agressievere lobby, benaderen Kamerleden en zorgen dat er Kamervragen worden gesteld. Ik zoek ook de media meer op. Zo heb ik laatst dit verhaal verteld in NRC en volgende week in Op1 en op radio 1.’ 

 

Waarom zijn jullie lid van VNO-NCW?

‘Ik zie VNO-NCW als een grote broer, op wie ik een beroep kan doen als ik het niet in m’n eentje red. Wij zijn maar een kleine branchevereniging, met een klein bureau. Op het gebied van ruimtelijke ordening bijvoorbeeld kunnen we best wat inhoudelijke ondersteuning gebruiken. En ik schakel VNO-NCW in als ik geen gehoor krijg op een ministerie.’

 

Wat is uw achtergrond?

‘Ik ben bioloog en heb gewerkt in de tropen en in de wetenschap. Daarna ging ik aan de slag bij de opsporingsdienst van het ministerie van Landbouw, waar ik voor het bedrijfsleven een database flora en fauna heb opgezet. Die contacten leidden in 2010 tot mijn overstap naar Cascade. Aanvankelijk stond ik er een beetje huiverig tegenover, maar in deze functie kan ik gigantisch veel betekenen voor de natuur. Onze leden spelen namelijk een grote rol bij rivierverruiming en zetten agrarische gronden om in waterrijke natuurgebieden.’

 

Met welke branchedirecteur zou u weleens een dagje willen ruilen?

‘In mijn vrije tijd doe ik aan beeldhouwen en het lijkt me interessant om eens een dag mee te lopen met de directeur van een branchevereniging in de cultuursector. Een sector die het de afgelopen tijd natuurlijk ook niet gemakkelijk heeft gehad.'