Branchevereniging aan het woord: Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie

Stuur ons een bericht


We proberen binnen 2 werkdagen te reageren.
Verder gelden deze spelregels.
Annuleren
? Contact
31-03-2022

In deze serie komen de brancheleden van MKB-Nederland en VNO-NCW aan het woord. Deze week directeur Cees-Jan Adema over de FNLI, de Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie.

 

Vertel eens over uw branchevereniging.

‘De FNLI is een koepelorganisatie voor 18 branches die actief zijn in de verwerkte en verpakte voedingsmiddelenindustrie, van aardappelverwerkers tot zuivelfabrikanten. In totaal zijn zo’n 500 bedrijven aangesloten. Een grote hoeveelheid daarvan hoort tot het mkb. Onze industrie is goed voor 70 miljard euro aan productiewaarde, waarvan 40 miljard naar het buitenland gaat. En los daarvan staan Nederlandse producten en onze sterke kennissector internationaal in hoog aanzien.’

 

Hoe lang bent u al directeur en wat heeft u hiervoor gedaan?

‘Ik ben iets meer dan een jaar geleden begonnen in deze rol. Een bijzondere en drukke periode, midden in de coronacrisis. Ik ben al snel na mijn studie bedrijfskunde beland op het snijvlak van bedrijfsleven, overheid en maatschappelijke organisaties. Na jaren in de consultancy heb ik de overstap gemaakt naar bedrijven in de voedingsmiddelenindustrie. Vanaf 2010 heb ik negen jaar gewerkt voor de Vereniging Nederlandse Brouwers.’

 

Welke actuele kwesties spelen er momenteel voor jullie?

‘De situatie in Oekraïne betekent voor de voedselindustrie een grote uitdaging. Alle sectoren hebben te maken met een enorme stijging van kosten. De prijs en beschikbaarheid van energie raakt veel bedrijven, net als de stijgende prijzen van grondstoffen. Het is daarom belangrijk dat de internationale stroom van grondstoffen zoveel mogelijk kan blijven doorgaan. Ook flexibiliteit in wet- en regelgeving is hierbij van belang. Neem bijvoorbeeld het tekort aan zonnebloemolie. Een alternatief gebruiken in een product betekent alle etiketten aanpassen. Dat gaat gewoonweg te veel tijd kosten. Gelukkig is er veel veerkracht in de voedingsindustrie. Dat hebben we tijdens de coronaperiode ook gezien.’

 

Wat zijn belangrijke lobbypunten?

‘We zijn veel met de overheid in gesprek over het Nationaal Preventieakkoord. Het gaat dan om nieuwe productsamenstellingen, maar ook hoe we als Nederland voorop kunnen blijven lopen in preventie en gezondheid. Ook de infrastructuur die nodig is voor de overstap van gas naar elektriciteit, is een belangrijk punt. Je kunt wel van het gas af willen, maar als er onvoldoende kabels liggen in de regio, dan gaat het niet lukken. Een ander thema is het tegengaan van voedselverspilling, daarmee dringen we ook de CO2-uitstoot terug.’

 

Hoe ziet u de toekomst van uw branchevereniging?

‘Een van de vragen op dit moment is hoe we bedrijven gaan helpen om te gaan met deze grote veranderingen. Hoe kunnen we kennis makkelijk toegankelijk en toepasbaar maken voor een grote groep bedrijven? We werken daarom steeds meer samen met kennispartners. Verder zijn we nu gewend om altijd te praten over leden of niet-leden. Maar je ziet steeds meer hybride vormen ontstaan. Bedrijven die voor een beperkt aantal onderwerpen aangesloten willen zijn bijvoorbeeld. Daar liggen mogelijkheden in de toekomst.’

 

Waarom zijn jullie lid van VNO-NCW?

‘Het is een belangrijk platform waar we andere ondernemingen en andere branches ontmoeten. De slagkracht van VNO-NCW in de belangenbehartiging is voor ons van belang, met name als het gaat om onderwerpen waarin wij wat minder thuis zijn. En het is een informatiepunt over wat er speelt.’

 

Met welke branchedirecteur zou u weleens een dagje willen ruilen en waarom?

‘Ik heb zelf veel affiniteit met watersport. Ik zou daarom graag een dagje willen ruilen met mijn collega van de HISWA-RECRON, de ondernemersorganisatie van bedrijven in de watersport en recreatie.’