Branchevereniging aan het woord: Federatie NRK

Stuur ons een bericht


We proberen binnen 2 werkdagen te reageren.
Verder gelden deze spelregels.
Annuleren
? Contact
29-08-2022

In deze serie komen de brancheleden van MKB-Nederland en VNO-NCW aan het woord. De Federatie Nederlandse Rubber– en Kunststofindustrie (NRK) is de koepel van 16 brancheverenigingen voor product-marktcombinaties in de rubber- en kunststofindustrie. Directeur Harold de Graaf vertelt.

 

Wat is er te vertellen over uw branche?

‘De federatie is na de Tweede Wereldoorlog ontstaan als spreekbuis van de rubber- en kunststofindustrie. Op dit moment zijn er ruim 400 maakbedrijven lid. Die maken (eind)producten van kunststof zoals verpakkingen, folie, pvc-buizen voor in de bouw en riolering, onderdelen voor bijvoorbeeld klimaatbeheersingssystemen en auto’s. Rubber wordt toegepast in autobanden, maar ook in windmolens en putdeksels. Het is dus echt heel divers.

Onze sector heeft een jaarlijkse omzet van ruim 13,5 miljard euro en biedt werkgelegenheid aan ongeveer 50.000 mensen. Op het bureau zijn we met 12 medewerkers die zich bezighouden met belangenbehartiging en onderwerpen zoals de vrijwillige cao, innovatie-ondersteuning en de RI&E (risico-inventarisatie en -evaluatie) voor de sector.’

 

Welke actuele kwesties spelen er voor jullie?

‘De enorme stijging van de energieprijzen doet uiteraard wat met onze leden. Ook de prijzen en beschikbaarheid van grondstoffen vragen aandacht. Het doorberekenen van die hogere kosten aan de afnemers is een constant punt van zorg voor onze leden.

Onze leden zijn zeer betrokken bij het onderwerp circulaire economie. De NRK neemt deel aan het door het ministerie van I&W ingestelde Transitieteam Kunststoffen. Daar hebben we meegewerkt aan de agenda voor een circulaire kunststofketen in 2050 en actieplannen om kunststoffen uit afvalstromen beter te sorteren voor hergebruik, recyclaat toe te passen en biobased kunststoffen te ontwikkelen. Al deze actieplannen zijn onlangs meegenomen in een advies van de staatssecretaris aan de Tweede Kamer, als voorbereiding voor het Nationaal Programma Circulaire Economie.’

 

Wat zijn belangrijke lobbypunten?

‘Die hangen ook deels samen met circulariteit. Ons credo is dat rubber en kunststof waardevolle materialen zijn voor onze maatschappij en ons ecosysteem. Dat blijkt ook uit diverse lifecycle-assessments. Maar we moeten er wel verantwoord mee omgaan. We staan voor ‘reduce, reuse, renew, redesign en recycle’ en daar werken we al jaren aan. Het kabinet ziet dat ook, zoals blijkt uit de goedkeuring van het programma Circulaire Plastics door het Nationaal Groeifonds. Daar zijn de NRK en meer dan 50 NRK-leden nauw bij betrokken. We willen meepraten over de verdere uitwerking daarvan en over het Nationaal Programma Circulaire Economie. Andere actuele lobbyonderwerpen zijn de nieuwe Omgevingswet en de wijzigingen in REACH, de Europese verordening voor chemische stoffen.’

 

Hoe ziet u de toekomst van uw branche en branchevereniging?

‘Die is positief. Vooral plastic heeft geen hoge gunfactor, maar blijft wel nodig. Het zit overal in: je fiets, brillenglazen, computers. En rubber en kunststof bieden volop kansen om in die behoefte op een duurzamere manier te voorzien. Onze leden zitten dicht op de eindgebruiker en kunnen goed inspelen op nieuwe circulaire eisen, mede door het Groeifondsprogramma Circulaire Plastics. Ook de federatie heeft de wind mee, want bedrijven kunnen de vele grote vraagstukken van deze tijd niet in hun eentje behappen. Het belang voor de sector om zich te verenigen en als collectief invloed uit te oefenen, wordt dus alleen maar groter.’

 

Waarom zijn jullie lid van VNO-NCW?

‘Onze leden zijn over het algemeen mkb-bedrijven. Toch zijn we als federatie lid van VNO-NCW en niet van MKB-Nederland. Maar die twee liggen dicht tegen elkaar en ik spreek ze allebei. Zo kunnen we industriebreed onze stem laten horen namens onze sector. We zitten in diverse relevante werkgroepen om de belangen van onze leden te vertegenwoordigen in standpunten en adviezen aan de politiek en andere stakeholders.’

 

Hoe lang bent u al directeur en wat is uw achtergrond?

‘Ik werk hier nu bijna een jaar. Ik ben geen techneut, maar een verbinder van maatschappelijke en ondernemersbelangen. Hiervoor was ik directeur van een branchevereniging van beschermingsbewindvoerders, maar ik heb ook gewerkt als autoverkoper, in de financiële dienstverlening en bij de beroepsvereniging voor verpleegkundigen en verzorgenden.’

 

Met welke branchedirecteur zou u wel eens een dagje willen ruilen?

‘Met Ingrid Thijssen, boegbeeld van VNO-NCW. Ik zou wel eens willen ervaren hoe haar rol is en welke impact die heeft. Aan de andere kant zou zij door een dag in mijn schoenen te staan nog meer oog kunnen krijgen voor de belangen van de rubber- en kunststofindustrie.’