In de rubriek ‘Even kennismaken met…’ leren we de beleidssecretarissen van MKB-Nederland en VNO-NCW beter kennen. Wie zijn ze en wat doen ze? Deze week: Gieneke Talsma, die zich onder meer bezighoudt met internationaal ondernemen.
Vertel eens, wie is Gieneke Talsma?
“Mijn achtergrond ligt in de politiek. Ik ben medewerker van de CDA-fractie in de Tweede Kamer geweest, politiek assistent van voormalig minister Verhagen van Buitenlandse Zaken en raadadviseur van de vice-premier in het kabinet-Rutte I. Daarna heb ik me beziggehouden met maatschappelijk verantwoord ondernemen bij een investeringsfonds onder de paraplu van de Rabobank. Toen ben ik vijf jaar zelfstandig ondernemer op het gebied van public affairs geweest in Brussel en eenmaal terug in Den Haag heb ik bij een lobbykantoor gewerkt.”
En sinds eind vorig jaar dus VNO-NCW en MKB-Nederland.
“Ja, dat is voor mij een heel logische, natuurlijke stap. Alles wat ik tot nu toe heb gedaan, komt hier bij elkaar. Mijn baan is een mooie combinatie van lobby en inhoud. Als je politici wilt overtuigen, als je een goede argumentatie wilt opbouwen, dan moet je weten waar je het over hebt. Dat vind ik leuk: ik houd ervan om me te verdiepen in de dossiers die op mijn bord liggen. Ik houd ook van het schrijven dat bij het werk hoort. Kortom: ik voel me als een vis in het water.”
Waar ben je nu mee bezig?
“Een van ‘mijn’ onderwerpen is exportfinanciering. De overheid heeft instrumenten om bedrijven te helpen die internationaal ondernemen. Denk bijvoorbeeld aan exportkredietverzekeringen, waarbij de overheid garant staat als een buitenlandse afnemer niet betaalt. Met Invest International wil het kabinet één loket oprichten voor de internationale financiering van Nederlandse bedrijven. Dat is prima, omdat het woud van financieringsmogelijkheden nu vrij onoverzichtelijk is. Maar wij vinden dit ook het moment om alle regelingen eens goed tegen het licht te houden. De Nederlandse exportfinanciering mag namelijk best wat concurrerender worden, als je het vergelijkt met andere landen.
Internationale handel biedt veel kansen voor het Nederlandse bedrijfsleven en heeft een positieve invloed op de brede welvaart elders, zeker ook buiten de EU. Meer dan 70 procent van onze export gaat naar Europese markten, terwijl de economische groei zich voltrekt in Azië en Afrika. Toetreding tot deze markten is complex, dus het is belangrijk dat de Nederlandse overheid bedrijven hierbij actief ondersteunt.”
