In de rubriek ‘Even kennismaken met…’ leren we de beleidssecretarissen van MKB-Nederland en VNO-NCW beter kennen. Wie zijn ze en wat doen ze? Deze week: YEPper Willem van Toor.
Je begon in april 2020, tegelijk met de coronacrisis.
'Dat klopt en corona 'achtervolgt' me ook bij al mijn opdrachten. Bij team economie was ik bezig met de internationale actieagenda, in Brussel bekeek ik corona vanuit de Europese gezondheidshoek en bij team sociaal buig ik me nu over de Europese reispas. Ik pak ook dingen op die tussen de teams in liggen. Sowieso werk ik graag aan onderwerpen waarvoor ik verschillende expertises bijeen moet brengen, liefst met een internationale component. Daarom heb ik ook multidisciplinaire studies gedaan: een bachelor sociale geografie en een researchmaster in bestuurskunde en organisatiewetenschap.'
Waarom koos je voor MKB-Nederland en VNO-NCW?
'Tijdens mijn master deed ik een traineeship bij BusinessEurope. Ik kon er blijven, maar wilde eerst mijn thesis schrijven. Daarna wilde ik niet de academische wereld in, maar analytische tools gebruiken voor praktijkproblemen. Dat deed ik eerst bij een klein publicaffairsbureau. Boeiend, maar ik vind lobbyen voor het brede bedrijfsleven interessanter dan voor één specifiek belang of bedrijf. Toen kreeg ik hier een kans.'
Doe je veel samen met de andere YEPpers?
'Vorig jaar pakten we samen een project op. En we hebben net een masterclass over leiderschap afgerond. Deze maand volgen we een reeks trainingen van Clingendael Academy over Europese besluitvorming en onderhandelingstechnieken. Bij elke overstap naar een ander team briefen we elkaar. Het is fijn onze ervaringen over het Young Executive Program uit te wisselen.'
Wat heb je hier geleerd?
'Bij het publicaffairsbureau moest ik bedenken hoe ik een ministerie of Kamerlid kon bereiken. Bij MKB-Nederland en VNO-NCW ben je al een sociale partner en wordt er al naar je gekeken. De vraag is nu meer hoe je je rol inkleurt: wanneer ben je proactief, wanneer lobby je en wanneer kun je met een gesprek al veel bereiken? En hoe kun je de brede achterban met al die verschillende belangen bijeenbrengen en informeren? Leden hebben geen tijd om alle discussies in Den Haag of Brussel te volgen. De eerste notities die ik schreef waren veel te lang en ingewikkeld. Ik heb geleerd het zo te verpakken dat leden er iets aan hebben: dit is een vraag waar jullie over moeten nadenken. Ik begin met concrete problemen en geef een beetje achtergrond, maar niet meer dan nodig.'
Wat wil nog graag doen?
'Als het weer mag: leden persoonlijk ontmoeten en bedrijven bezoeken. Ik heb veel gedaan op het gebied van innovatie, dus zou ik bijvoorbeeld graag een vestiging van ASML van binnen zien.'
