Hoezo mínder rendement?

Stuur ons een bericht


We proberen binnen 2 werkdagen te reageren.
Verder gelden deze spelregels.
Annuleren
? Contact
30-04-2015

De studenten en docenten die de afgelopen weken het Amsterdamse Maagdenhuis bezet hielden, zijn het zat: weg met het rendementsdenken in het hoger onderwijs. De vrijheid van studeren en onderzoek doen moet voorop staan, niet afrekenen op basis van resultaat. Dat is veel gezelliger. Pardon?

Rendementsdenken? Daar willen de oprichters van de De Nieuwe Universiteit, waarin studenten van meerdere universiteiten zich hebben verenigd om te pleiten voor minder Haagse invloed in het hoger onderwijs, niets van weten. Ze stellen dat de universiteiten ‘steeds meer’ verantwoording af moet leggen op basis van behaalde resultaten. Die af te leggen verantwoording is echter terecht, zegt Pieter Duisenberg, Tweede Kamerlid voor de VVD. ‘Ik noem dat proces liever nuttigheidsdenken’, zegt Duisenberg. ‘Als je als samenleving tijd, energie en geld in een student investeert, dan moet dat nuttig zijn. Sommige mensen vinden dat eng, maar waarom mag een studie niet nuttig zijn en waarom mogen er geen eisen aan studietijd worden gesteld? Je studeert niet gratis: 80 procent wordt door de belastingbetaler betaald.’

Hedonistisch paradijs
Hoewel de studenten in het Maagdenhuis gezelschap kregen van docenten, delen niet alle hoogleraren dezelfde opvatting. Sommigen zijn maar wat blij dat de universiteit in de jaren tachtig een omslag heeft gemaakt van hedonistisch paradijs naar een plek waar ook daadwerkelijk gestudeerd en wetenschap bedreven wordt. Zoals UvA hoogleraar Denny Borsboom. ‘Rendement heeft een connotatie van koud, kil, berekenend en van getallen’, somt hij op. ‘Maar de intrede ervan zorgde er juist voor dat studenten en docenten eindelijk eens gingen nadenken over welk klimaat een universiteit zou moeten hebben. Wat de actievoerders willen, is ontzettend conservatief. De universiteit die zij voor ogen hebben, bestond in de jaren tachtig. Als student heb ik daar het staartje van gezien. 95 Procent van de studenten psychologie haalde zijn propedeuse niet in één jaar. Tegenwoordig ligt dat percentage op zo’n 50 procent en hebben studenten veel meer contacturen en werkgroepen.’ Ook op docenten lag destijds geen enkele druk om hun onderzoek wereldkundig te maken, zegt de hoogleraar. ‘Ik zeg niet dat het huidige systeem van het tellen van publicaties zaligmakend is, maar het zorgt er wel voor dat hoogleraren verantwoording moeten afleggen aan de samenleving. Schijnwetenschap, waarbij onderzoekers bevindingen in rapportjes schreven die in een bureaula verdwenen, kan nu echt niet meer.’

Een van de pijnpunten van de studenten is de bezuiniging op geesteswetenschappen, die eind 2014 werd aangekondigd door de UvA en door sommige universiteiten al eerder werd doorgevoerd. De belangrijkste reden daarvoor is het teruglopen van inschrijvingen van studenten bij die studies. Dat hele studies verdwijnen, zoals de bezetters stellen, is onzin, net als dat de bezuinigingen op geesteswetenschappen een direct gevolg zijn van wat sommige mensen zien als het vertroetelen van bètawetenschappen. Studies houden niet op met bestaan, maar moeten de krachten bundelen door bijvoorbeeld onder één brede bachelor te vallen met gedeelde vakken en personeel. Heeft het zin om een hele studie Tsjechisch aan te bieden als er slechts een handjevol studenten staat ingeschreven, vroeg decaan Frank van Vree zich al eerder af.

Bijna asociaal
‘Ik werk zelf bij methodenleer, dat is maar een kleine groep van statistici binnen psychologie’, zegt Borsboom. ‘Er zijn niet veel studenten die dat als specialisatie kiezen, toch kiest de universiteit ervoor om ons overeind te houden. Mocht er anders besloten worden, dan zou ik dat jammer, maar wel begrijpelijk vinden. Ik vind dat je als student of docent moet beseffen dat een hele studie in de lucht houden veel geld kost.’
Eén docent per student inzetten? ‘Het is bijna asociaal om dat zo te doen’, vindt Duisenberg. ‘Het zou kunnen dat jouw studie straks niet in je favoriete stad wordt aangeboden, maar dat betekent niet dat de opleiding verdwijnt. Bovendien, je kunt ook in België of Duitsland gaan studeren.’
Daarnaast gaan hogescholen en universiteiten zich meer toespitsen op waar ze goed in zijn. Precies wat de commissie Veerman in 2010 aanbeval: universiteiten en hogescholen moeten een duidelijk profiel kiezen om toekomstbestendig te blijven. Zo wordt ook concurrentie binnen landsgrenzen verminderd om internationaal sterker te staan. ‘Anders ben je als universiteit of hogeschool overal maar gemiddeld goed in’, zegt Duisenberg. ‘En bij differentiëren hoort ook samenwerken.’

Studiepunten morsen
En dan is er nog de student zelf, die niet meer zomaar jaren over zijn studie mag doen. ‘Het criterium dat aan de UvA wordt gehanteerd, is dat 75 procent van de studenten in VIER jaar het bachelor-diploma moet halen. Let wel: we hebben het over DRIEjarige programma’s!’, zei Arthur Schram, hoogleraar experimentele economie aan de UvA, in de Volkskrant. ‘Wie kan zonder een spier te verrekken beweren dat hier teveel nadruk ligt op rendement?’ Nogal anders dan in de Verenigde Staten, waar het op veel universiteiten de norm is dat studenten hun studie afronden zonder studiepunten te morsen. Ook al zijn ze actief in besturen. Een totaal andere cultuur, zegt Borsboom. ‘In Nederland is studeren een recht. Aan de andere kant is dat ook een groot goed, de toegankelijkheid van het Nederlands hoger onderwijs.’ Volgens de hoogleraar zijn studenten zich er steeds meer van bewust dat ze goed moeten kiezen en serieus bezig moeten gaan met hun studie. Aan dat bewustmakingsproces werkt ook de overheid, zegt Duisenberg. Studenten moeten proef-studeren aan hun gekozen opleiding. Ook universiteiten en hogescholen mogen niet zo maar studies aanbieden zonder het arbeidsperspectief in kaart te brengen.

Maar, zegt Borsboom, laten we niet vergeten hoe hoog het niveau van het Nederlandse onderwijs is. ‘Nederland geeft internationaal gezien niet veel uit aan hoger onderwijs. Duitsland bijvoorbeeld besteedt er een veel hoger percentage van haar bbp aan. Studenten die in het buitenland studeren vertellen vaak dat het niveau daar soms veel lager is. Zie het zo: als de trainer van de IJsselmeervogels wint van AC Milan, zal die niet snel zijn opstelling wijzigen. Kritiek hebben op het systeem is makkelijk, maar laten we vooral ook onze zegeningen tellen.’


‘Juist meer financiering op basis van resultaten’

De commissie Veerman (2010) pleit er juist voor om universiteiten en hogescholen meer financiering te laten krijgen op basis van prestaties. Nu is een groot deel van de financiering nog afhankelijk van studentenaantallen. Door prestatiefinanciering worden hogescholen en universiteiten aangespoord om zich juist op kwaliteit en profiel te richten. Om de financiering van het hoger onderwijs meer prestatieafhankelijk te maken bepleit VNO-NCW dat de prestatiebekostiging wordt uitgebreid naar bijvoorbeeld 20 procent in plaats van de huidige 7 procent. Ook arbeidsmarktrelevantie moet een belangrijker onderdeel van de prestatiebekostiging worden. Er is in de politiek steun voor deze richting: in de Tweede Kamer heeft de VVD hier ook voor gepleit.



‘Injectie in het hoger onderwijs’

Met de afschaffing van de studiefinanciering is zo’n 20 procent van het onderwijsbudget vrijgekomen om te investeren in het hoger onderwijs. Vanaf dit jaar gaat dat om zo’n 200 miljoen per jaar, oplopend naar 1 miljard over zeven jaar. In de praktijk moet dat volgens de overheid leiden tot meer contacturen voor studenten, minder grote groepen en beter onderwijs. Ook worden er de komende jaren meer faciliteiten vrij gemaakt voor excellente studenten.



‘Meer focus op excellentie en differentiatie’

Het Nederlandse hoger onderwijs presteert naar internationale maatstaven goed. Het World Economic Forum plaatst ons onderwijs op de derde plaats en in de ranking van de Europese Commissie staat Nederland al jaren in de top-10. Vrijwel alle Nederlandse universiteiten staan in de top-200 van de Timer High Education Ranking, maar niet écht in de top. Kortom, het hoger onderwijs is over de breedte goed, maar kent te weinig excellentie en differentiatie. Excellentie en profilering liggen namelijk in elkaars verlengde. Universiteiten en hogescholen doen er goed aan te gaan doen waar ze goed in zijn.
Judith Katz
eindredacteur Forum
+31 70 3490 162