De Lelylijn is een koopje vergeleken met andere infrastructuurprojecten. Maar wáár blijft 'ie? Dit is waarom deze lijn er nu echt moet komen.
17-03-2020
De Lelylijn is niet alleen van belang omdat hij de noordelijke provincies met de Randstad verbindt, maar ook omdat het nieuwe spoor Nederland beter aan kan sluiten op het Europees spoornetwerk. Een effectiever Europees spoornetwerk is een speerpunt van de Europese Commissie. Hoewel de Lelylijn geen internationale spoorlijn is, zal het nieuwe spoor toch een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan internationale spoorverbindingen.
Verbinding met Noord-Europa
De HSL tussen Amsterdam, Brussel, Parijs en Londen is voor Nederland een belangrijk eerste stap op het gebied van internationaal spoor. Hiermee wordt de Randstad met landen ten zuiden en ten westen van het land verbonden. De Lelylijn biedt de mogelijkheid om de Randstad daarnaast beter aan te sluiten met zowel Noord-Nederland als Noord-Europa. Er liggen namelijk al plannen voor een snelle verbinding tussen Groningen en Hamburg, dat weer goed verbonden is met Scandinavië en de rest van Duitsland.
'Jaar van het spoor'
Op 4 maart kondigde de Commissie aan dat 2021 het 'Europese jaar van het spoor' moet worden. De Eurocommissaris voor transport, Adina Vălean, gaf aan dat 'transport per spoor grote voordelen heeft op verschillende vlakken: duurzaamheid, veiligheid en – wanneer het spoor volgens de mogelijkheden van de 21ste eeuw ontwikkeld wordt' – snelheid.
Green Deal
Om de klimaatdoelstellingen van de Green Deal te behalen, is een effectief continentaal spoornet van groot belang. Wanneer de internationale verbindingen beter worden, kan de trein op kortere afstanden steeds meer het vliegtuig vervangen. Treinverkeer is volgende de Commissie de enige vorm van transport die in Europa het terugdringen van CO2-uitstoot heeft weten te combineren met economische groei. De meeste treinen in Europa rijden op groene stroom.
Politieke cohesie
De ontwikkeling van een sterk Europees spoornetwerk is volgens Vălean ook een Europese 'oefening in politieke cohesie'. Die visie sluit aan op de ambities van het Trans-Europese Transport Netwerk (Ten-T), dat een Europees netwerk van autowegen, spoorlijnen en waterwegen wil creëren. Met dit netwerk wil de Commissie niet alleen de gaten in de Europese infrastuctuur dichten, maar ook de sociale en economische cohesie binnen de EU stimuleren. Om dit waar te maken, zullen de Europese lidstaten eerst moeten laten zien dat ze op politiek niveau goed niveau kunnen samenwerken om de het internationale netwerk van de grond te krijgen.
