In deze serie komen de brancheleden van MKB-Nederland en VNO-NCW aan het woord. Deze week vertelt directeur Vicky van Egmond over de Vereniging Nederlands Kalkzandsteenplatform (VNK), die de belangen behartigt van de kalkzandsteenindustrie en haar toeleveranciers.
Wat kunt u vertellen over VNK?
‘Wij behartigen de belangen van 85 procent van de kalkzandsteenindustrie. Kalkzandsteen is een echt Nederlands product met een lange historie. Het is een constructiemateriaal voor met name de woningbouw dat je in de meeste huizen In Nederland kunt vinden. Omdat het grotendeels met lokaal gewonnen grondstoffen wordt gemaakt en weinig CO2-uitstoot veroorzaakt, is het heel duurzaam. Met zes leden, vier kalkzandsteenfabrieken en twee toeleveranciers is VNK een kleine brancheorganisatie. Maar wel een oude in de bouwmaterialenindustrie, want we bestaan al sinds 1906. Ik ben de enige werknemer en we hebben een externe voorzitter die die functie parttime vervult.’
Waar houdt de VNK zich vooral mee bezig?
‘We richten ons op kwesties als industrialisatie, de energietransitie, milieu, kwaliteit en veiligheid. Dan gaat het over constructieve veiligheid: zorgen dat wat je bouwt blijft staan, veilige productie en en veilig vervoer. Ook digitalisering is een actueel thema. We werken steeds meer met BIM - building information modelling - en ook de communicatie over producten en toepassingen gaat ook steeds meer digitaal. Ten slotte hebben we een eigen cao, samen met de cellenbetonindustrie.’
Wat zijn actuele lobbykwesties?
‘Dat zijn nu de energietransitie, circulaire economie en delfstoffenwinning. De vergunningverlening blijft achter, terwijl het voor ons essentieel is dat we voldoende zand kunnen blijven winnen. We hebben circa acht commissies met experts op allerlei gebied, maar qua lobby steunen we erg op onze lidmaatschappen. Van VNO-NCW voor grote overkoepelende kwesties zoals de Oekraïnecrisis, COVID en circulaire economie en de energietransitie, maar ook van de NVTB, toeleveranciers van bouwmaterialen, en van onze Europese koepel ECSPA. Voor arbeidsrechtelijke issues en de cao zijn we aangesloten bij AWVN. We besteden bij het lobbyen veel uit aan mensen die dichter bij het vuur zitten. Wij brengen daar onze punten in en zij nemen die mee in hun bredere lobby.’
Waarom zijn jullie lid van VNO-NCW?
‘Zoals gezegd voor de landelijke lobby, maar ook voor de informatievoorziening en het brede netwerk. We kunnen er onze weg makkelijk vinden tussen alle branches om verbinding te leggen met andere sectoren en onderwerpen.’
Hoe ziet u de toekomst van uw branche en branchevereniging?
‘Op dit moment is alles in beweging, een perfect storm. We zitten midden in een grote transitie naar een nieuwe manier van leven en produceren om onze planeet veilig te stellen. Dan is er ook nog de oorlog, dus veel is onzeker. Een branchevereniging als VNK kan nu meer dan ooit een verbindende rol vervullen: informatie doorgeven, een netwerk bieden en leden helpen bij issues waar ze individueel op stuklopen. Ik denk dan ook dat branches in deze tijd een goede toegevoegde waarde kunnen bieden.’
Hoe lang bent u al directeur en wat is uw achtergrond?
‘Ik ben nu ruim vijf jaar directeur. Daarvoor werkte ik bij soortgelijke organisaties: eerst bij de registeraccountants van Nivra, toen bij de advies- en ingenieursbureaus van NLingenieurs. En nu dus bij VNK. Van zakelijke dienstverlening naar zware industrie was een hele omslag, maar wel heel erg leuk en uitdagend. Van huis uit ben ik juridisch onderlegd. Dat komt me nu in veel dossiers van pas. Bij onze technische dossiers moet ik een beroep doen op de kennis en kunde van leden voor standpuntbepalingen.’
Met welke branchedirecteur zou u weleens een dagje willen ruilen?
‘Energie Nederland lijkt me een interessante vereniging om eens bij achter de schermen te kijken. Puur uit nieuwsgierigheid om te zien waar energieleveranciers tegenaan lopen en mee worstelen in deze tijd. En vanwege mijn accountancy-verleden zou ik ook wel een kijkje willen nemen bij een branchevereniging van banken of participatiemaatschappijen. Hoe gaan die om met duurzame investeringen in relatie tot transparantie?’
