De NADO verenigt duikbedrijven die actief zijn in offshore energiewinning, havengebieden civiele onderwaterbouw en berging. Voorzitter Robin Knook vertelt.
Wat is er te vertellen over uw branchevereniging?
‘De duikwereld kent drie takken van sport: defensie, brandweer en civiel. Die zijn verenigd in Stichting Werken onder Overdruk. NADO vertegenwoordigt de civiele duikbedrijven. We zijn een heel kleine branche. Omdat duikwerk van oudsher vooral seizoenswerk is, werken hier veel zelfstandigen zonder personeel. De piek van het offshore-seizoen zit tussen maart en oktober. Sommige bedrijven hebben ook vaste duikers in dienst, maar de meest werken alleen met zzp’ers. De NADO heeft slechts 23 leden, maar die vertegenwoordigen samen wel ruim 80 procent van de Nederlandse duikindustrie.
Het allerbelangrijkste doel van de NADO is het bevorderen van duikveiligheid. Er worden ons door de overheid vaak dingen op duikgebied of duikmedisch gebied opgelegd om te organiseren als industrie. Bijvoorbeeld regels voor arbeidsomstandigheden, waaronder het vakbekwaamheidsstelsel en de Arbocatalogus. Dan stellen wij daar werkgroepen voor samen. Zo’n opdracht kan van het ministerie van SZW komen, maar ook van de Nederlandse Arbeidsinspectie of het Staatstoezicht op de Mijnen.’
Hoe lang bent u al voorzitter en wat is uw achtergrond?
‘Een goed jaar. Ik werk mijn hele carrière al in de duikerij. Dat is begonnen bij defensie en daarna ben ik overgestapt naar de civiele beroepsduikerij. Nu werk ik bij Smit Salvage, de bergingstak van BosKalis. Het voorzitterschap NADO doe ik er met veel enthousiasme bij.’
Welke kwesties spelen er nu bij de NADO?
‘Samenwerking met de andere duiksectoren brandweer en defensie heeft onze aandacht, net als het grijze gebied tussen sportduiken en beroepsduiken. Verder is het CE-keurmerk voor duikmaterialen actueel. Het grootste dossier dat nu op tafel ligt, is de stelselwijziging van accreditatie naar registratie. Die heeft SZW ons opgelegd. We zijn een van de partijen die daarover meedenken en meepraten. Het is een intensief proces om te zorgen dat het voor de industrie werkbaar blijft en dat de kosten voor de certificaathouders – de duikers op de werkvloer – niet stijgen. Dat komt de veiligheid ook niet ten goede. Een goed opgeleide duiker veilig op de werkplek krijgen, dat is voor ons het belangrijkste.’
Wat zijn belangrijke lobbypunten?
‘De net genoemde stelselwijziging is een belangrijk lobbypunt, en daarnaast de Brexit-discussie. Welk deel van de Noordzee hoort bij Nederland? Wat mag een Engelse duiker in Nederland doen? We werkten altijd samen met Engelse duikers, en dat is door Brexit drastisch veranderd.’
Hoe ziet u de toekomst van uw branche?
‘Die is aan de ene kant positief, want er is meer dan genoeg werk. Maar er is ook een schaduwzijde: er is een tekort aan duikers. Daardoor komen er mensen in de industrie werken met minder ervaring. En bedrijven focussen minder op veiligheid en kwaliteit, ze zijn al blij als een duiker hebben. Als NADO moeten we dus op het belang van duikveiligheid blijven wijzen.’
Hoe ziet u de toekomst van de branchevereniging in het algemeen?
‘Ik ben vrij somber, omdat ik merk dat jongere mensen minder geïnteresseerd zijn in collectieve initiatieven als een branchevereniging. Ze zijn ook minder bereid eraan bij te dragen. De betrokkenheid is beperkt. Dat baart me wel zorgen.’
Waarom zijn jullie lid van MKB-Nederland?
‘Wij zijn technisch onderlegd, maar juridische zaken zijn niet onze expertise. Die kennis heeft MKB-Nederland wel in huis, dus daar doen we graag een beroep op. Bijvoorbeeld bij de Brexit-discussie. En wij steunen jullie activiteiten van harte.’
Met welke branchedirecteur zou u weleens een dagje willen ruilen?
‘Dan denk ik aan de luchtvaart, de KNVvL. Wij gaan naar beneden en zij omhoog. De luchtvaartbranche is vaak in het nieuws. Als ik hoor waar zij tegenaanlopen, dan is dat wel herkenbaar. Er zijn raakvlakken, ook in competenties, eisen aan materiaal, ad-hoccerigheid, en onder druk staan door prijzen. Ik zou graag eens kijken hoe zij daarmee omgaan.’
