Conjunctuurinformatie: Economie kromp minder hard in eerste kwartaal

Stuur ons een bericht


We proberen binnen 2 werkdagen te reageren.
Verder gelden deze spelregels.
Annuleren
? Contact
29-06-2020

De Nederlandse economie is in het eerste kwartaal minder hard gekrompen dan eerder aangegeven. Dat blijkt uit een tweede raming van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Er was sprake van een teruggang van 1,5 procent, waar bij een eerdere raming werd uitgegaan van een krimp met 1,7 procent ten opzichte van een kwartaal eerder.

 

Bij de eerste berekening bleek de economie nog als gevolg van de coronacrisis met het snelste tempo gekrompen sinds het dieptepunt van de financiële crisis in 2009. Met de krimp kwam een einde aan een periode van economische groei die 23 kwartalen op rij duurde.

 

Sinds de eerste raming zijn vooral de investeringen, waaronder de bouwinvesteringen en de investeringen in onderzoek en ontwikkeling, naar boven bijgesteld. Ook de consumptie door huishoudens is iets opwaarts aangepast. Het handelssaldo is daarentegen neerwaarts bijgesteld. Het totaalbeeld is echter niet veranderd, zo constateert het CBS. De krimp van het bruto binnenlands product (bbp) in het eerste kwartaal van 2020 is vooral toe te schrijven aan de gedaalde consumptie door huishoudens.

 

De tweede berekening wordt 90 dagen na afloop van het kwartaal gemaakt. Ten opzichte van een jaar eerder kromp de economie in het eerste kwartaal met 0,2 procent. Volgens de eerste berekening was dat 0,5 procent.

 

Het CBS maakt ook bekend dat het algehele economische beeld in juni wel fors verder is verslechterd. De economie is diep in een fase van laagconjunctuur gekomen, blijkt uit de zogeheten conjunctuurbarometer van half juni. De maatregelen tegen de verspreiding van het coronavirus hebben vanaf verslagmaand maart grote invloed.

 

Huishoudens spaarden meer

Huishoudens hebben in het eerste kwartaal meer geld gespaard. Ondanks de coronacrisis bleef voor velen het inkomen op peil, terwijl ze door lockdownmaatregelen in maart minder uitgaven. Daardoor kwam er 4,2 miljard euro meer aan spaargeld bij, aldus het CBS.

 

Werknemers streken in de eerste drie maanden 92,5 miljard euro aan salaris op: 4,4 miljard euro meer dan een jaar eerder. Het aantal gewerkte uren nam veel minder hard toe, maar door steunmaatregelen van de overheid kregen veel werknemers wel veel loon doorbetaald. Ook bij zelfstandigen steeg het inkomen, maar veel minder sterk dan bij vaste werknemers. Het reële beschikbare inkomen van Nederlandse huishoudens steeg met 1,6 procent.

 

Doordat onder andere bioscopen, cafés en andere horecagelegenheden medio maart de deuren moesten sluiten, consumeerden huishoudens in die maand minder dan een jaar eerder. Wel besteedden ze meer aan eten en drinken en genotsmiddelen. In het hele eerste kwartaal steeg de consumptie nog wel, maar minder hard dan een jaar eerder.

 

Het CBS berekent ook de schulden van huishoudens, die vooral uit hypotheken bestaan. De totale hypotheekschuld van Nederlandse huishoudens is nu 738 miljard euro: bijna 91 procent van het bruto binnenlands product. Dat is even hoog als eind 2019.

 

Export naar China gestegen

In de eerste vier maanden van 2020 is de export van Nederlandse goederen naar China met 16 procent gestegen in vergelijking met dezelfde periode vorig jaar. De export steeg met 500 miljoen euro tot 3,5 miljard euro. Tegelijk is de totale exportwaarde van goederen uit Nederland het afgelopen kwartaal gedaald. Volgens het CBS komt dat doordat olie en gas, die fors in prijs zijn gedaald, bij de export naar China nauwelijks een rol van betekenis spelen.

 

Meer faillissementen

Het aantal faillissementen van bedrijven en eenmanszaken kwam in week 25 uit op 84: ruim 20 meer dan een week eerder. In de bouw vielen 16 ondernemingen om: 10 meer dan in de voorgaande week. Een kwart van de faillissementen in de bouw betrof eenmanszaken. In de detailhandel gingen 13 bedrijven op de fles: 9 meer dan de week daarvoor. In de reisbranche viel het doek voor 4 zaken. Dat zijn er relatief veel in een periode van een week, aangezien er daarvoor sinds begin van het jaar slechts 6 bedrijven omvielen in die branche. Sinds de jaarwisseling is over 1871 bedrijven of instellingen een faillissement uitgesproken. Dat zijn er 69 meer dan in dezelfde periode vorig jaar.

 

Export tuinbouw gedaald

De Nederlandse tuinbouwexport was in april dit jaar 11 procent lager dan in april vorig jaar. Dat melden het CBS en Wageningen Economic Research op basis van onderzoek op verzoek van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

 

De export van snijbloemen nam het hardst af, met 35 procent. De op een na grootste krimp was te zien bij de overige sierteelt: planten, boomkwekerijproducten en bloembollen. Daar nam de export af met 18 procent. De export van fruit nam in april dit jaar nog licht toe in vergelijking met vorig jaar – met 2 procent – maar is wel aanzienlijk afgenomen in vergelijking met de voorgaande maanden. Voor alle branches binnen de tuinbouw zwakte de export sinds januari elke maand verder af.

 

De tuinbouwketen is goed voor 4,7 procent van de totale export van goederen door Nederland. In 2019 exporteerde de tuinbouwketen voor 24,5 miljard euro.