Conjunctuurinformatie: Meer bedrijven failliet

Stuur ons een bericht


We proberen binnen 2 werkdagen te reageren.
Verder gelden deze spelregels.
Annuleren
? Contact
20-04-2020

Vorige week zijn meer bedrijven en eenmanszaken failliet verklaard dan in de voorgaande week. In totaal werd voor 94 ondernemingen faillissement uitgesproken. Dat zijn er 20 meer dan een week eerder, meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) op basis van voorlopige cijfers.

 

Het statistiekbureau publiceert vanwege de coronacrisis iedere week het aantal faillissementen. In de week tot en met 10 april gingen 86 bedrijven met meerdere personeelsleden in dienst failliet: een stijging van 17 ten opzichte van een week eerder. In dezelfde periode werden 8 eenmansbedrijven failliet verklaard: 3 meer dan een week eerder.

 

De meeste faillissementen werden uitgesproken in de groothandel. In deze sector gingen 16 bedrijven failliet, terwijl in de voorafgaande periode gemiddeld 6 groothandelsbedrijven per week omvielen. Ook het aantal faillissementen bij zakelijk dienstverleners en horecagelegenheden lag vorige week hoger dan het gemiddelde.

 

Als eenmanszaken buiten beschouwing worden gelaten, gingen in de eerste 15 weken van het jaar 923 bedrijven failliet. Dat zijn er 12 meer dan in dezelfde periode vorig jaar. Het hoogste aantal faillissementen van bedrijven met meerdere medewerkers viel vooralsnog in de tweede week van februari. Toen gingen 107 bedrijven bankroet.

 

Minder werkenden in maart

Het percentage 15- tot 75-jarigen met betaald werk daalde in maart van 69,3 naar 69,1 procent. Dit is de sterkste daling in 6 jaar, aldus het CBS. In onder meer de horeca werd de grootste piek in het aantal nieuwe WW-uitkeringen gemeten.

 

Eind maart registreerde uitkeringsinstantie UWV een toename van 10.000 WW-uitkeringen, waarmee het totaal op 250.000 lopende WW-uitkeringen uitkwam. De horeca en catering, uitzendbedrijven en de culturele sector zagen de grootste stijgingen. Het ging respectievelijk om toenames van 224 procent, 143 procent en 94 procent. Dit zijn de sectoren die het hardst zijn geraakt door de coronamaatregelen.

 

Maar lang niet iedereen die stopte met betaald werk, werd werkloos, aldus het CBS. In maart stopten relatief veel mensen die niet per direct weer op zoek gingen naar een nieuwe baan of daarvoor beschikbaar waren. Deze personen worden officieel niet tot de beroepsbevolking gerekend, waardoor het werkloosheidspercentage in maart op 2,9 procent bleef steken. De groep die niet direct op zoek is naar een andere baan, nam in de afgelopen drie maanden met gemiddeld 11.000 personen per maand toe.

 

Overigens piekte de arbeidsparticipatie in januari en februari. In beide maanden bedroeg het aandeel 69,3 procent. Er is dus nog altijd een relatief hoge arbeidsparticipatie. Vóór de daling in maart nam het aantal werkenden in de drie voorafgaande maanden nog met zo'n vierduizend per maand toe.

 

Een op de vijf zelfstandigen heeft buffer voor drie maanden

Een op de vijf zelfstandigen schatte vorig jaar maximaal drie maanden te kunnen rondkomen zonder inkomsten uit werk. Dit blijkt uit onderzoek van het CBS en TNO, uitgevoerd vóór de uitbraak van het nieuwe coronavirus. Bij de enquête stelden zo'n 40 procent van de zzp'ers en een derde van de zelfstandige ondernemers met personeel het een jaar of langer te kunnen volhouden. Van beide groepen verwachtte 10 procent tussen de 3 en 6 maanden te kunnen teren op hun reserves.

 

Zzp'ers in de sector transport en logistiek voelden zich het kwetsbaarst. Van hen verwachtte maar liefst 30 procent niet langer dan drie maanden met de buffer vooruit te kunnen. Transport en logistiek wordt gevolgd door de pedagogische beroepen (26 procent), dienstverlening (24 procent) en de creatieve en taalkundige sector (22,5 procent). Van de zzp'ers in de ICT, de agrarische sector of met een bedrijfseconomische achtergrond, verwachtten er relatief weinig dat zij minder dan drie maanden met hun buffer vooruit konden.

 

Detailhandel zette in februari 5 procent meer om

De detailhandel heeft in februari een omzetplus van 5 procent behaald. Kledingzaken en winkels in schoenen en lederwaren deden het echter minder goed. Bij kledingzaken liep de omzet met 4,2 procent terug. Bij winkels in schoenen en lederwaren was de daling maar 0,3 procent. De kledingsector is hiermee de enige sector waar een dergelijke daling te zien is in februari. Alle andere sectoren, food en non-food, hielden de omzet stabiel of hadden een omzetplus. Het CBS laat weten dat het effect van de uitbraak van de coronacrisis in de februaricijfers nog niet te zien is. Wel zag het statistiekbureau in de laatste week van de maand al een omzetpiek bij diverse branches.