Conjunctuurinformatie: Slecht kwartaal voor horeca en reissector

Stuur ons een bericht


We proberen binnen 2 werkdagen te reageren.
Verder gelden deze spelregels.
Annuleren
? Contact
04-05-2020

Ondernemers in consumentengerichte branches als de horeca en de reissector rekenen door de coronacrisis in het lopende kwartaal op fors minder omzet en een daling van de werkgelegenheid. Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) in zijn Conjunctuurenquête over de maand april. Daaruit komt duidelijk naar voren dat het economisch klimaat verslechtert.

 

Maandelijks vraagt het statistiekbureau aan ondernemers om een inschatting te geven over ontwikkelingen en verwachtingen rond hun bedrijf. Nog niet eerder in dit onderzoek waren er per saldo zoveel ondernemers negatief over de verwachte omzet als in april dit jaar. In maart waren de ondernemers per saldo nog overwegend positief.

 

In de reisbranche voorzien nagenoeg alle ondernemers een lagere omzet. In de horeca denkt per saldo 90 procent een lagere omzet te behalen. Verder rekenen vier op de vijf bedrijven in sectoren als cultuur, sport en recreatie op minder opbrengsten. Die verwachting is er ook voor de auto- en motorhandelaren en reparateurs en ondernemingen in de persoonlijke dienstverlening.

 

In de detailhandel zijn de verwachtingen meer verdeeld. Hier verwacht 44 procent een lagere omzet in het tweede kwartaal, terwijl 20 procent een toename voorziet. 35 procent denkt dat de omzet gelijk blijft.

 

Naast de lagere omzet verwachten veel ondernemers ook dat hun personeelssterkte in het tweede kwartaal gaat afnemen. In de horeca denkt meer dan de helft van de ondernemers met minder personeel af te moeten. Ook in de reisbranche, sport en recreatie en de overige persoonlijke dienstverlening rekent circa de helft op een krimp van het personeelsbestand. In de detailhandel verwacht een op de tien ondernemers met minder personeel te werken.

 

Producentenvertrouwen op historisch dieptepunt

Het producentenvertrouwen is in april naar een historisch dieptepunt gezakt door alle maatregelen wereldwijd om de verspreiding van het coronavirus tegen te gaan. Sinds de start van de metingen in 1985 is het niveau volgens het CBS niet zo laag geweest.

 

Het vertrouwen van de industriële ondernemers ging van 0,2 in maart naar -28,7 in april. Dat is volgens het CBS ook veruit de sterkste afname ooit. Voor het eerst sinds september 2014 hebben ondernemers die negatief gestemd zijn ook de overhand. Vooral het oordeel over de verwachte bedrijvigheid daalde ongekend sterk. Verder zijn ondernemers bevreesd voor hun orderportefeuille en verslechterde ook hun opvatting over de voorraden van producten die gereed zijn.

 

In alle sectoren van de industrie was sprake van de grootste daling van het producentenvertrouwen ooit. Op de papier- en grafische sector en de aardolie- en chemische industrie na zakte het vertrouwen in alle branches ook naar het laagste niveau ooit. De producenten in de transportmiddelenindustrie waren het negatiefst.

 

Ook de bezettingsgraad van machines en installaties in de industrie kwam aan het begin van het tweede kwartaal 2020 uit op het laagste niveau sinds de start van de meting in 1989. Circa 74,2 procent van het machinepark wordt momenteel benut.

 

Brandstofprijs daalt verder

De prijzen van motorbrandstoffen zijn in maart, tijdens het begin van de coronacrisis in Nederland, met 6,1 procent gedaald ten opzichte van de maand ervoor. Dat is de sterkste daling sinds november 2008, ten tijde van de kredietcrisis, aldus het CBS.

 

Als wordt gekeken naar dagprijzen, daalde op 10 maart de prijs van benzine ten opzichte van de dag daarvoor met 2,3 eurocent per liter – de sterkste daling sinds 17 oktober 2008. In april daalde de brandstofprijs verder. Na 31 maart zakte de dagprijs van benzine met 2 procent naar 1,47 euro per liter op 20 april. Het prijsniveau van nu is nog wel hoger dan in 2008. Toen kostte een liter benzine op de goedkoopste dag 1,15 euro.

 

Prijzen van brandstoffen hangen ook af van de locatie van de pomp. Zo zijn tankstations langs de snelweg duurder dan stations die niet aan de snelweg liggen. Het prijsverschil per liter benzine was in maart iets meer dan 11 eurocent. Onbemande stations zijn gemiddeld het goedkoopst. De prijsontwikkeling van benzine wordt deels bepaald door de prijsontwikkeling van ruwe olie. Het andere deel, in maart twee derde van de prijs aan de pomp, wordt gevormd door belastingen en accijnzen.

 

Flink meer faillissementen

Vorige week zijn flink meer bedrijven failliet gegaan dan in de voorgaande week. In de vierde week van april telde het CBS 112 faillissementen: 47 meer dan de week ervoor. Het ging om 98 bedrijven en instellingen en 14 eenmanszaken. In beide categorieën was een stijging te melden. Als gekeken wordt naar het hele jaar tot nu toe, dan zijn er nog geen grote verschillen met vorig jaar te zien. In de eerste zeventien weken telde het CBS in totaal 1.262 faillissementen van bedrijven, tegenover 1251 in dezelfde periode vorig jaar.

 

Nederlanders kochten voor 2 miljard in Europese webwinkels

Nederlanders hebben vorig jaar bijna 2 miljard euro uitgegeven in webwinkels uit andere landen in de Europese Unie. Dat is circa een vijfde meer dan in het jaar daarvoor, meldt het CBS op basis van voorlopige cijfers uit een lopend onderzoek. Met name in het vierde kwartaal van 2019 bestelden Nederlanders veel in Europese webwinkels. De uitgaven stegen in die periode tot 553 miljoen euro exclusief btw, een recordniveau. De verkopen van Nederlandse webwinkels stegen in dat kwartaal minder hard dan die van Europese webshops, merkt het CBS op.

 

De aankopen van Nederlanders bij Europese webwinkels vormen een relatief klein deel van de totale uitgaven van de mensen in de detailhandel: in 2019 ging het om nog geen 2 procent van de totale omzet van de Nederlands detailhandel.

 

Omzet detailhandel gestegen

De verkopen in de detailhandel lagen in maart 2 procent hoger dan een jaar eerder. Dat kwam door de extra verkopen in met name supermarkten en drogisterijen, meldt het CBS. In die winkels hamsterden mensen aan het begin van de lockdown zaken als wc-papier, rijst, pasta en desinfecterende gel.

 

Ook doe-het-zelfzaken en elektronicawinkels deden het goed. Tijdens de lockdown zijn mensen meer gaan klussen in huis. Meubel-, schoenen- en kledingwinkels noteerden een forse omzetdaling. Bij die laatste twee categorieën werd rond de 40 procent minder verkocht. De gehele non-foodsector kwam daardoor in de min uit.