Branchevereniging aan het woord: ElementNL

Stuur ons een bericht


We proberen binnen 2 werkdagen te reageren.
Verder gelden deze spelregels.
Annuleren
? Contact
12-09-2022

In deze serie komen de brancheleden van MKB-Nederland en VNO-NCW aan het woord. Deze week Element NL, dat de belangen behartigt van partijen met een licentie om in Nederland olie en gas op te sporen en te produceren. Directeur Arendo Schreurs vertelt.

 

Wat is er te vertellen over de branche en branchevereniging?

‘ElementNL heeft twaalf leden die actief zijn in de kleinere gasvelden, eigenlijk alles behalve Groningen. De naamsverandering van Nogepa in Element NL in mei van dit jaar was de afsluiting van een verandertraject en de start van een Actie-agenda waarmee we onze rol in de energietransitie pakken.

Wij willen CO2-arme of -vrije toepassingen ontwikkelen die dicht bij onze corebusiness liggen, zoals CO2-opslag of de productie en opslag van waterstof. Tegelijkertijd willen we het gas dat er nog is winnen zolang we dat nodig hebben. Ons doel is beide zaken in evenwicht te brengen in een bestuurlijke en politieke omgeving die soms denkt dat we zonder gas kunnen. Dat is door de oorlog in Oekraïne wel veranderd.’

 

Hoe lang bent u al directeur en wat is uw achtergrond?

‘Ik werk sinds 2015 bij Nogepa. In april vorig jaar ben ik benoemd als directeur. Daarvoor werkte ik in diverse communicatie- en public affairsrollen, bijvoorbeeld bij energiebedrijf Delta en de branchevereniging voor de chemie VNCI. Verder heb ik gewerkt voor een adviesbureau en veertien jaar als rijksambtenaar.’

 

Welke actuele kwesties spelen er momenteel voor jullie?

‘Het meest pregnant is nu hoe we leveringszekerheid garanderen en wat daarvoor nodig is. We concurreren met landen om ons heen. Onlangs lekte uit dat er een extra belasting voor de sector komt. Logisch dat we een bijdrage leveren om energiearmoede tegen te gaan. Maar hoe geef je die bijdrage vorm? Blijft er ruimte om te investeren en innoveren voor de energietransitie? Ik hoop dat we daarover na Prinsjesdag in gesprek kunnen gaan met de overheid.

Er wordt soms gewaarschuwd voor een fossiele lock-in, gesuggereerd dat we blijven vastzitten aan fossiele grondstoffen om onze industrie maar in leven te houden. Maar de beperkte voorraad gas opmaken is niet alleen beter voor de leveringszekerheid, maar ook voor het klimaat. Het heeft een 30 procent lagere CO2-footprint dan geïmporteerd gas.

Met Nederlands gas zijn we ook minder afhankelijk van het buitenland én verdienen we geld. 70 cent van elke euro gaat naar de staat. We hebben geïnventariseerd dat we op de korte termijn 6 miljard kuub gas extra kunnen ontwikkelen en op de middellange en lange termijn 80 respectievelijk 200 miljard kuub. Een voorspelbaar en sneller vergunningsproces is daarbij wel belangrijk. De voorraad is in 2040 of 2050 op. Nu is er echter nog genoeg gas om in de binnenlandse vraag te voorzien. Wanneer we het niet meer nodig hebben, stopt de productie, maar tot die tijd is onze eigen gasvoorraad van veel waarde.’

 

Wat zijn belangrijke lobbypunten?

‘We willen zorgen dat er geïnvesteerd wordt om de afhankelijkheid van importgas zo klein mogelijk te houden. We pleiten voor een transitiedeal: langetermijnafspraken over de rol van onze industrie in de transitie. Wij beloven om te investeren in verduurzaming en leveringszekerheid en willen graag dat de overheid helpt door juridische drempels weg te nemen. Zo zijn er leden die de mogelijkheden onderzoeken om windmolens naast productieplatforms te zetten om de gasproductie deels te elektrificeren, zodat er minder CO2 vrijkomt. Maar dat moet nog wel wettelijk mogelijk worden gemaakt.’

 

Hoe ziet u de toekomst van uw branche?

‘Onze rol in de energietransitie kunnen we niet alleen invullen. We zoeken dus partners om mee samen te werken. Bijvoorbeeld partijen die energie willen opslaan. Dat kan in de ondergrond, en daarover hebben wij veel kennis. Met dit soort samenwerkingsverbanden willen we meer synergie brengen in een druk bestuurlijk veld.

Het ligt dan voor de hand dat onze belangen zich gaan vermengen met die van ketenpartners. Wat dat voor consequenties heeft voor de branchevereniging, moet nog blijken. Misschien zal onze achterban zich verbreden. Als dat toekomstbeeld uitkomt, ben ik blij. Of ElementNL als aparte organisatie blijft bestaan, vind ik niet relevant. We gaan nu aan de slag aan kijken wel waar we uitkomen.’

 

Waarom zijn jullie lid van VNO-NCW?

‘Het is belangrijk om als bedrijfsleven samen grote uitdagingen aan te pakken. VNO-NCW is daar de juiste plek voor. We zijn bijvoorbeeld lid van de milieucommissie.’

 

Met welke branchedirecteur zou u weleens een dagje willen ruilen?

‘Met de directeur van NWEA, de branchevereniging van de windsector. We hebben in mijn ogen het gedeelde belang van een geïntegreerd energiesysteem op de Noordzee. Dus moeten we intensief samenwerken om dat goed vorm te geven. Een kijkje in elkaars keuken kan dit aanjagen.’