Branchevereniging aan het woord: NBBU

Stuur ons een bericht


We proberen binnen 2 werkdagen te reageren.
Verder gelden deze spelregels.
Annuleren
? Contact
14-12-2022

In deze serie komen de brancheleden van MKB-Nederland en VNO-NCW aan het woord. Deze week Marco Bastian, directeur van de NBBU, de Nederlandse Bond van Bemiddelings- en Uitzendondernemingen.

 

Vertel eens over uw branche en brancheorganisatie.

‘We zijn een branchevereniging met ongeveer 1.300 leden en nog steeds groeiende. In totaal werken we met 24 mensen op ons bureau. Onze sector is de smeerolie van de arbeidsmarkt. 3 tot 4 procent van de populatie is aan het werk via een uitzendbureau; van directeur tot productiemedewerker. Een flexibele arbeidsmarkt is belangrijk voor bedrijven om ademruimte te behouden, maar ook voor mensen die bijvoorbeeld een eerste stap op de arbeidsmarkt zetten.’

 

Hoe lang bent u directeur en wat heeft u hiervoor gedaan?

‘Ik ben al sinds 1986 werkzaam in de uitzendbranche, in allerlei verschillende functies. Tot 2000 heb ik dat in dienst gedaan, daarna ben ik zelfstandig verdergegaan en ben ik ook trainingen en coaching gaan geven, iets wat ik nog steeds doe. Zo’n tien jaar geleden ben ik gevraagd om samen met mijn collega’s de NBBU verder te ontwikkelen en professionaliseren. Het ledenaantal is sindsdien verdubbeld. We zijn een kennisinstituut geworden met belangrijke expertise voor onze leden.’

 

Welke actuele kwesties spelen er momenteel voor jullie?

‘Een van de belangrijke kwesties is dat er een klimaat heerst van weinig waardering voor uitzendkrachten en tijdelijke contracten. Er is veel aandacht voor de negatieve kant van flexibiliteit van de arbeidsmarkt. Maar als iedereen een vaste baan zou krijgen, zit de arbeidsmarkt binnen de kortste keren helemaal op slot. Die flexibiliteit is essentieel.

Vergrijzing speelt ook een rol op dit moment in de arbeidsmarkt, net als de krapte op de markt en de huisvesting van arbeidsmigranten. Dat laatste is geen makkelijke opgave vanwege het huizentekort. We hebben dat in Nederland niet goed geregeld, en er is terechte kritiek op onder meer huisjesmelkers die daarvan misbruik maken. Wij kunnen dat als uitzendbranche helaas niet alleen oplossen.'

 

Wat zijn belangrijke lobbypunten?

‘Wij willen dat flexibel werken weer meer wordt gewaardeerd en geaccepteerd. De economie staat er in vergelijking met andere Europese landen stevig voor, juist vanwege onze flexibele arbeidsmarkt. Ook zijn we veel bezig met de toekomstige certificering van de uitzendbranche. Vanaf januari 2025 moet elke onderneming die personeel uitleent, een certificaat hebben. Daar komt daarnaast nog een waarborgsom van 100.000 euro bij kijken. Dat vinden wij te veel geld en een grote belemmering voor starters in de uitzendbranche en de daarbij behorende innovatie en ontwikkeling. Als branchevereniging zijn we volop betrokken bij de ontwikkeling van deze plannen.’

 

Hoe ziet u de toekomst van uw branche?

‘Ik heb helaas geen glazen bol, maar weet wel dat flexibiliteit op de arbeidsmarkt van belang zal blijven. Wat de politiek op termijn gaat doen, is moeilijker te voorspellen. Maar ik denk dat we nog genoeg te doen zullen hebben in onze lobby. Ik hoop met name dat werkgevers meer gewaardeerd worden door de politiek. Zeker na een zware coronaperiode waarin werkgevers en de uitzendbranche veel hebben betekend in Nederland.’

 

Waarom zijn jullie lid van MKB-Nederland?

‘Eigenlijk om dezelfde reden dat onze leden lid zijn van de NBBU. Om ons een extra stem te kunnen geven in de lobby. Maar ook om de kennis en expertise en de samenwerking die ze bieden. Wij hebben daar veel aan en dan blijf je relevant als organisatie voor je leden.’

 

Met welke branchedirecteur zou u weleens een dagje willen ruilen en waarom?

‘Dan zou ik willen ruilen met Geert Dijks, directeur van HISWA-RECRON. Dat heeft te maken met mijn hobbymatige interesse in de watersport, ik ga graag het water op. Een inkijkje in die wereld lijkt me interessant. Een tweede keuze zou Leendert-Jan Visser zijn. Om eens vanuit een ander perspectief, een andere rol, aan tafel te zitten bij de lobbygesprekken in Den Haag.’