Nederlandse Brouwers is de branchevereniging van bierbrouwerijen in Nederland. Directeur Lucie Wigboldus vertelt.
Vertel eens over uw branche en branchevereniging.
‘De vereniging heeft veertien leden die samen goed zijn voor 95 procent van de bierproductie in Nederland. We behartigen hun gezamenlijke belangen, vooral op het gebied van preventie van problematisch alcoholgebruik, juridische en economische kwesties en duurzaamheid. Zo hebben we in de jaren tachtig het systeem van de bruine Nederlands retourfles ontwikkeld, dat we nog steeds onderhouden. Die BNR-fles kan wel twintig keer hergebruikt worden.’
Welke actuele kwesties spelen er momenteel voor jullie?
‘Een hot topic is de accijnsverhoging. Vorig jaar is besloten om de manier te veranderen waarop accijnzen worden geïnd. Niet meer op platogehalte van bier – het aandeel opgeloste stoffen per liter – maar op basis van het alcoholgehalte. We praten daar met het ministerie en Tweede Kamerleden over: hoe moet die wijziging doorgevoerd worden en moet dat überhaupt wel gebeuren?
Ook zijn we druk met de invoering van statiegeld op blik. Onder de vlag van de Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie en samen met het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel en het Afvalfonds werken we aan een landelijk dekkend netwerk en een consumentvriendelijk systeem. Ten slotte praten we mee over het preventieakkoord, aan de alcoholtafel.’
Hoe lang bent u al directeur en wat is uw achtergrond?
‘Sinds januari 2020. Ik had net het net rondje langs de leden klaar toen de coronacrisis begon. Onze sector werd hard geraakt door de sluiting van de horeca en het afgelasten van evenementen en festivals, eigenlijk alles waar brouwers veel aan leveren. Dan merk je dat je als brancheorganisatie een centrale rol speelt om op de crisis in te spelen. Dat was voor mij een steile leercurve.
Hiervoor werkte ik veertien jaar voor VVD, waarvan de laatste zes jaar als directeur van het partijbureau. Ik vond de overgang niet eens zo groot: het gaat in beide gevallen om verenigingen waar verschillende en gezamenlijke belangen zijn. Ik moest de sector wel helemaal leren kennen. Met deze baan zit ik op het snijvlak van het maatschappelijke en het bedrijfsleven: heel boeiend.’
Wat zijn belangrijke lobbypunten?
‘Bij het preventieakkoord wordt de verbruiksbelasting op frisdranken verhoogd. Maar die suikertaks komt ook op alcoholvrij bier. Dat wordt dus volgend jaar veel duurder, terwijl het in hetzelfde preventieakkoord juist een middel is om overmatig alcoholgebruik tegen te gaan. Daarover hebben we vragen gesteld. Maar we hebben een brief gekregen waarin staat dat die verhoging gewoon doorgaat vanwege de calorieën en suikers in alcoholvrij bier. Wij vinden het raar dat je aan de ene tafel bezig bent om alcoholvrij bier en de verkrijgbaarheid ervan te promoten, terwijl je het aan andere tafel zwaarder gaat belasten.’
Hoe ziet u de toekomst van uw branche en branchevereniging?
‘Ik zie zeker een mooie toekomst voor de sector. Bier blijft altijd verbinden en verbroederen. Het is er al eeuwenlang en zal er ook altijd blijven. Wel zie ik een trend dat men steeds bewuster gaat consumeren: meer alcoholvrij bier en meer focus op speciaalbier: niet gieten maar genieten. Daarbij waren brouwers altijd al een voorloper in duurzaamheid en circulariteit en zullen dat ook blijven.
De kracht van een brancheorganisatie is dat bedrijven die met hetzelfde aan de slag zijn, hun krachten bundelen. Naast concurrerende zijn er immers altijd ook gezamenlijke belangen. Sommige organisaties kijken kritisch naar het bedrijfsleven en willen liever niet met individuele bedrijven spreken. Een brancheorganisatie is dan een goede manier om toch met elkaar in contact te komen. De relevantie van brancheorganisaties zal daarom alleen nog maar toenemen.’
Waarom zijn jullie lid van VNO-NCW?
‘Natuurlijk omdat we bedrijfsleven zijn. VNO-NCW vertegenwoordigt onze grotere belangen zoals het vestigingsklimaat.’
Met welke branchedirecteur zou u weleens een dagje willen ruilen?
‘Met de directeur van Koninklijke Horeca Nederland, ook omdat wij leveren aan de horeca. Hoe gaat het nu aan die kant? Wat speelt daar? Wij hebben veertien leden, zij zoveel meer. Ik heb er respect voor als je dat allemaal bij elkaar kunt brengen.’
