Na een schoolcarrière die in het teken stond van onvoldoendes en propjes gooien, was Andries Vlot ervan overtuigd geraakt dat hij oliedom was. Als ondernemer kwam hij tot bloei dankzij de lessen die hij leerde op de boerderij van zijn buurman, en zijn geloof in God.
De momenten waarop hij als klein jongetje zijn vader enveloppen met geld zag vullen, hebben zich stevig vastgezet in het geheugen van Andries Vlot. ‘Dat hoefde niet per se iemand te zien, ik zag het per ongeluk. Dan werd ikzelf of een van mijn broers of zussen op pad gestuurd en verder sprak niemand erover.’ De pakketjes, die bestemd waren voor arme gezinnen in het dorp waar hij opgroeide, illustreren volgens hem de manier waarop hij is grootgebracht in Hardinxveld-Giessendam, ofwel ‘hartje Biblebelt’.
Dat geldt ook voor bepaalde herinneringen aan zijn moeder. Zij zorgde voor negen kinderen, maar maakte toch tijd om anderen te helpen. ‘Ze had een vriendin die het beduidend minder had en zij vroeg haar om bij ons te komen werken in de huishouding. Ik zie mijn moeder nog, iedere keer als die vriendin wegging, pakken met koffie en andere dingen in de fietstas steken’, vertelt Vlot, directeur van transportbedrijf TSN Groen, waarmee hij met driehonderd werknemers meubels van onder meer Ikea, Leen Bakker en Kwantum bij consumenten bezorgt in het hele land.
Wie is Andries VlotAndries Vlot werd op 27 september 1970 geboren in Sliedrecht, in de Alblasserwaard. Na de basisschool volgde hij vijf jaar LTS en een mbo-opleiding Autotechnicus, maar hij maakte deze allebei niet af. Hij behaalde vakdiploma’s voor binnenlands goederenvervoer en grensoverschrijdend vervoer. Terwijl Vlot werkzaam was als logistiek medewerker in het transportbedrijf van zijn vader, ging de zaak over naar zijn oudste broer. In 1998 richtte hij zijn eigen zaak op, TSN Midden, later TSN Groep. Daarmee bezorgt hij meubels van onder meer Ikea, Leen Bakker en Kwantum bij consumenten thuis. Met als doel om in 2025 CO2-neutraal te kunnen bezorgen, stak hij in 2020 miljoenen in zogeheten ‘stadshubs’ van waaruit bezorgers hun bestellingen op een duurzame manier naar steden kunnen brengen. De naam van het bedrijf veranderde hij in TSN Groen. De verduurzaming leverde hem onder meer de Energy Award van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat op. Tegelijk richtte hij de stichting ‘Vlotter naar een betere wereld’ op. Daarmee steunt hij met eigen geld en giften organisaties die zich inzetten voor ontwikkelingshulp in Malawi. Een van de projecten draait om de aanleg van moringaboomplantages. De bijzonder voedzame bladeren van deze plant worden gebruikt om ondervoeding en daarmee kindersterfte tegen te gaan. Andere projecten richten zich op het verbeteren van de plaatselijke transport en het onderwijs.
Erfzonde
Twee keer per zondag ging hij als kind, en later ook als volwassene, naar een reformatorisch gereformeerde kerk die zich aan de ‘zware kant’ van het spectrum bevond. De banken vulden zich er steevast met in het zwart of donkerblauw gestoken gemeenteleden, als een teken van hun droefheid over de erfzonde. Maar wat Vlot betreft zou het in een kerk minder moeten gaan om uiterlijkheden, zoals sobere kleding.
‘Er zijn veel onuitgesproken regels waarvan toch wordt verwacht dat iedereen zich eraan houdt. Bijbelse waarden worden nog weleens over het hoofd gezien en randzaken bijna tot dogma’s verheven. Het gaat God om je hart en dus je totale zíjn als mens’, zegt Vlot. Heb je naaste lief, het grote gebod dat de Bijbel gelijkstelt aan de liefde tot God, de mensen, dieren, tot het meest kleine aan toe, dát is waar het christendom volgens hem om draait. Daar zou meer aandacht voor mogen komen. Deze waarde is zó breed en zó diep, als je daar op de juiste manier invulling aan geeft, zou de wereld er heel anders uitzien.’
Hij brengt die overtuiging vol overgave in de praktijk met zijn transportbedrijf. In 2020 stelde hij een groot, veertig punten tellend verduurzamingsplan op, dat draait om een nieuwe manier van kijken naar zaken doen. ‘Om zaken beter te maken, in plaats van gefocust te zijn op zoveel mogelijk geld verdienen.’ Hij begon een sociale werkplaats, investeerde in duurzame elektrificatie en biodiversiteit rondom zijn bedrijfspand in Houten. Er ligt een groenstrook rond de gevels met een ‘mini-bos’, er is een insectenhotel, er zijn bijen- en vleermuiskasten en er is plek gemaakt voor oeverzwaluwen, wilde eenden en roofvogels om te broeden.
‘Ik heb enorm veel steun in mijn geloof gevonden’
Niet levensvatbaar
Ook in de donkerste periode van zijn leven is zijn geloof een belangrijke leidraad geweest. 23 jaar geleden kreeg hij zijn eerste kind, een meisje. Ze stierf zes uur na de geboorte. Het was al met twintig weken duidelijk dat het kind niet levensvatbaar was, maar voor Vlot en zijn vrouw was het geen optie om de zwangerschap af te breken. Annelein noemden ze haar, een samentrekking van Andries en de naam van haar moeder, Marjolein. Een jaar later kregen ze een gezonde zoon, Joas, wat ‘van God gegeven' betekent. ‘Zo heb ik het ook echt ervaren.’
‘Het verdriet blijft, maar we hebben er vrede mee dat het zo gegaan is. Als je met een zak vol vragen op je rug loopt als ‘waarom ik?’ kom je niet verder. Ik heb enorm veel steun in mijn geloof gevonden, zodat ik er op deze manier over kan praten en ook anderen kan steunen. In de jaren daarna werd ik als ouderling in de kerk bij kindersterfte ingezet. Zo kon ik als ervaringsdeskundige mensen bijstaan. En zo leverde het mijzelf ook een positieve bijdrage aan het verwerken van dit trauma.’
Vol gas
Zijn huwelijk strandde, maar dat kwam niet door het verlies. Toen het geloof wat meer plaats kreeg in zijn leven, werd Vlot door de gemeente gekozen tot ouderling – een functie waar je in reformatorische kringen echt iets voor moet doen. Het vergde veel van zijn tijd, maar dat weerhield hem er niet van om zich daarnaast volledig voor zijn bedrijf in te zetten. ‘Ik doe de dingen die ik doe vol gas. Ik ben niet van het aanrommelen. Keerzijde is dat ik dan één kant op ga. Ik denk dat mijn ex mij wel te rechtlijnig vond in mijn toewijding aan mijn werk, en dat dat heel wezenlijk een van de oorzaken is geweest van het mislukken van ons huwelijk.’
Nog zo’n voorbeeld van die ‘alles of niets’-levenshouding is zijn militaire diensttijd. ‘Er was in mijn tijd nog dienstplicht. Dus ja, wat ga je dan doen? Ik zag het niet zo zitten om ergens de wacht te lopen, dus toen heb ik besloten om me op te geven voor het Korps Commandotroepen.’ Hij rondde op zijn 21e de zwaarste opleiding van de Nederlandse krijgsmacht af door het behalen van de groene baret. Dit lukt slechts 4 procent van degenen die eraan beginnen. In zijn latere leven heeft hij daar verder niets mee gedaan.