Autisme bij vrouwen wordt vaak minder goed herkend. Zo ook bij Anke Gravenberch (56). Pas op haar vijftigste vielen er puzzelstukjes op hun plek. Inmiddels werkt ze als marketeer bij adviesbureau Berenschot. Hoe gaat dat eigenlijk op de werkvloer?
Om de vier, vijf jaar liep Anke Gravenberch hopeloos vast. Een burn-out, een depressie: voldoende om uit te vallen op haar werk. Het werd een patroon, vertelt ze op het hoofdkantoor van Berenschot in Utrecht. Totdat ze ontdekte dat er misschien wel meer aan de hand zou kunnen zijn. Gravenberch bleek autisme te hebben.
Anders dan bij mannen
Er zijn zoveel misverstanden over autisme, klinkt het. Zoveel vooroordelen. De film Rainman, waarin Dustin Hoffman de autistische Raymond 'Ray' Babbitt speelt, veranderde dertig jaar geleden de kijk op autisme volkomen, maar zorgt tot de dag van vandaag óók voor veel misverstanden. Niet alle autisten hebben net als Ray een dwangmatige dagelijkse routine, een fotografisch geheugen, zijn een kei in het oplossen van lastige wiskundeopgaven of hebben weinig sociale vaardigheden. Bovendien uit autisme bij vrouwen zich vaak heel anders dan bij mannen en wordt daarom minder goed herkend en gediagnostiseerd. Vrouwen met ASS (Autisme Spectrum Stoornis) hebben vaak ook geleerd ‘zich niet autistisch te gedragen.’
Ook Anke Gravenberch leerde zichzelf al die jaren allerlei trucjes aan. Dat deed ze als kind op school al. In de klas sloot ze zich vaak af voor allerlei prikkels. Op schoolrapporten stond dat ze een dromerig of afwezig kind was. Anke was toen al vaak ziek, veel last van hoofdpijn, viel uit. Ze ging van atheneum, naar de havo, naar het mbo. ‘Dan ging ik met de bus naar school en stapte ik onderweg uit. Al die mensen in de bus, al die geluiden: ik werd er doodmoe van.’
Overprikkeld, overbelast, hoogsensitief. Het zijn inmiddels bekende termen, maar begin jaren zeventig? Over autisme hoorde je destijds nauwelijks iets en al helemaal niet bij vrouwen.
'Ik heb zelf twee kinderen met autisme, een jongen en een meisje'
Gevoelig voor spanning
Met horten en stoten en veel doorzettingsvermogen rondde ze uiteindelijk een universitaire studie af. ‘Pas rond mijn vijftigste toen ik voor ‘de zoveelste keer’ vastliep en thuis kwam te zitten, zei de huisarts: 'Nu gaan we eens écht kijken waar het vandaan komt.' Behandelingen die ik eerder had geprobeerd, werkten niet; niet gek natuurlijk. Ik werd behandeld voor iets anders.’
Uiteindelijk kwam de diagnose. Een opluchting? ‘Nou, ik sprong geen gat in de lucht. Ik vond het nogal wat, er hangen zoveel vooroordelen om autisme heen, die had ik zelf ook.’
Maar toen ze zich meer in autisme bij vrouwen ging verdiepen, viel veel op zijn plaats. Gravenberch herkende zichzelf: die gevoeligheid voor prikkels, voor sfeer, moeite met grenzen herkennen en aangeven, uitspraken vaak letterlijk nemen. ‘Als er bij een vorige werkgever van alles aan de hand was, bijvoorbeeld een reorganisatie of spanningen tussen collega’s, kostte mij dat veel energie omdat ik alles oppik. Het is voor mij lastig te voelen wat van mij is en wat van de ander. Dat is heel vermoeiend. Ik denk ook absoluut niet dat mensen met autisme ongevoelig of niet empathisch zijn, integendeel: ze voelen vaak te veel. Althans, zo werkt autisme bij mij. En zo stapelde ik iedere keer maar door, tot ik niet meer kon en thuis kwam te zitten. Was ik weer opgekrabbeld, dan ging ik naar de volgende werkgever.’
Onbeperkt aan de slag
Ze weet inmiddels dat veel vrouwen met autisme een soortgelijke voorgeschiedenis hebben van veel uitval op werk. ‘Vrouwen zijn vaak gewend zich aan te passen. Afsluiten, heel hard werken, doorgaan ten koste van jezelf.’ Gravenberch, die bijna volledig werd afgekeurd, krabbelde opnieuw op en wilde weer aan het werk. Via het uwv kwam ze terecht bij een re-integratiebureau gespecialiseerd in werknemers met autisme. Van de consulent die haar begeleidde kreeg ze meer handvatten om met haar autisme om te gaan, zoals beter haar energie verdelen en niet te veel taken naar zich toetrekken. Niet veel later kwam ze op een meet & greet van Onbeperkt aan de Slag Ingrid Beukman van Berenschot tegen. Het klikte. Ze zag daarna online een interessante vacature bij Berenschot en solliciteerde.
Leuk gesprek
Ingrid Beukman, hr-adviseur diversiteit en inclusie, weet nog goed dat ze de brief van Anke las. ‘Ik herkende haar meteen, we hadden eerder zo’n leuk gesprek gehad. Ze was me bijgebleven.’ Beukman stelde ‘haar kandidaat’ enthousiast voor bij de manager van het team marketing en communicatie. ‘Dat is nu drie jaar geleden. En we willen haar niet meer kwijt.’
Ze lacht naar Anke. ‘Als ik zie wat jij het team hebt gebracht. Anke kan bijvoorbeeld niet tegen open eindjes. Vergaderingen zijn met jouw komst veel effectiever geworden. ‘Wie pikt dit nu op?’, vraagt ze dan.’
Gravenberch, verantwoordelijk voor interne communicatie bij Berenschot, knikt. ‘Ik kan niet tegen open laatjes in mijn hoofd. In het begin moesten collega’s ook wel wennen aan mijn detailgerichtheid, bijvoorbeeld dat ik iedere taalfout uit een tekst wil halen als ik iets redigeer, terwijl zij zoiets hebben van ‘het moet snel de deur uit, dus kijk op de grote lijnen.’ Maar dat lukt mij dus niet. Maar inmiddels kennen ze me wel. En ik ben niet van de prietpraat, ik sta niet lang bij de koffieautomaat te kletsen. Ik werk liever door.’