Connectr: ‘Bij innovatie kunnen groot en klein niet zonder elkaar’

Stuur ons een bericht


We proberen binnen 2 werkdagen te reageren.
Verder gelden deze spelregels.
Annuleren
? Contact
18-04-2024

Grote en kleine bedrijven hebben elkaar nodig om te innoveren. Neem maar eens een kijkje bij energiehub Connectr in Arnhem. ‘Startup-ondernemers zijn wendbare geesten die de wereld in beweging krijgen.’ 

 

Daar staan ze dan, de vrolijk gekleurde batterijen van Wattsun. Ze voorzien de concerten van de wereldberoemde band Coldplay van groene stroom. ‘Ja, daar zijn we wel trots op’, zegt geestesvader en oprichter Koen Olieslagers, die samen met Bart Hendriks de scale-up runt. Olieslagers: ‘Ik was geen fan van de band, maar ben het nu wel geworden.’ 

 

Met de batterijen kun je off grid – onafhankelijk van het stroomnet – een eigen stroombron creëren, vertelt de jonge ondernemer. De capaciteit van de batterijen kun je verhogen door ze  in een soort honinggraatvorm op elkaar te stapelen; daar hebben ze wereldwijd patent op. 

 

‘Te vaak worden bij evenementen of projecten diesel- of benzine-aggregaten gebruikt’, zegt hij. ‘Extreem vervuilend en enorm lawaaierig. We dachten: dat moet beter kunnen. Niet alleen in de festivalsector gebruiken ze de Wattsun-batterijen, ook voor bedrijven in de bouw en infra, zoals Heijmans, BAM en Boels, bieden ze een groen alternatief. Maar daarover later meer.  
Wat is Connectr?Connectr is zowel een innovatieprogramma als een fysieke innovatie- en energiehub in Arnhem. Hier zitten startups en grote ondernemingen onder één dak met HAN University of Applied Sciences. ‘Nieuwe energieoplossingen worden hier als eerste gedemonstreerd en getest in bijvoorbeeld het waterstoflab of mobiliteitslab, om later binnen het bedrijfsleven of huishoudens te worden toegepast’, vertelt Connectr-directeur Jeroen Herremans. De provincie investeerde ruim 4,5 miljoen euro in Connectr, de gemeente één miljoen euro. Dat de innovatiehub juist in Arnhem is gevestigd, is geen toeval, zegt VNO-NCW Midden-voorzitter (en Connectr-voorzitter) Marcel Hielkema. ‘Van oudsher vind je in deze regio bedrijven en instellingen die zich met duurzame energie bezighouden.’ Over tien jaar is Connectr een Europese hotspot, verzekert hij. ‘Bedrijven trekken bedrijven aan. Wat Brainport Eindhoven is voor de technologie, wordt Connectr voor energie.’ 

Energiehub Connectr

Wattsun is een van de circa negentig bedrijven, groot en klein, die horen bij energie- en innovatiehub Connectr in Arnhem (zie kader hierboven). De hub zelf staat middenin de Kleefse Waard, een gigantisch industriepark, omringd door windmolens en water. Vrijwel alle bedrijven houden zich bezig met duurzaamheid en energie. Ze zitten in de voormalige vezelfabrieken van Akzo Nobel, met gekartelde daken en erbovenop een enorme bakstenen schoorsteen – zoals een kind een fabriek tekent. Hoog langs de gebouwen lopen buizensystemen. Er is een brandweertrainingscentrum; handig, want waar geïnnoveerd en getest wordt kunnen altijd ongelukjes gebeuren. HAN University of Applied Sciences (voorheen: Hogeschool van Arnhem en Nijmegen) is eveneens op het terrein te vinden, de school waar ondernemer Olieslagers afgestudeerd is. Het is alsof je door een klein, maar zeer industrieel dorp wandelt. In een van de loodsen op het terrein vind je Floading, een ándere scale-up. Dit bedrijf maakt slimme laadsystemen voor elektrische personenauto’s, stadsbussen en vrachtwagens. ‘Hier zijn nerds aan het werk’, roept oprichter Arnaud van der Sluis, terwijl hij de deur opent. In de enorme lichte ruimte worden laadpalen en laadkabels in verschillende maten getest. 

 

Wat zijn laadsystemen nou zo bijzonder maakt? Van der Sluis omschrijft: ‘Stroom is als water. Soms gaat het te hard, dan vliegt er te veel stroom door het elektriciteitsnet en dat kunnen de netbeheerders niet aan.’ Maar tussen elf uur ’s avonds en zeven uur ’s ochtends is er genoeg ruimte op het elektriciteitsnet én de stroom is goedkoper. ‘De kunst is om een laadapparaat te ontwerpen die je op elk moment van de dag harder of zachter kan zetten - dat hebben we gedaan.’ Het bedrijf gebruikt data van de klant om zo efficiënt mogelijk op te laden. Wanneer krijgt het wagenpark een software update? Hoe laat gaan de voertuigen de weg op? Dat beïnvloedt allemaal de hoeveelheid stroom die je nodig hebt. Van der Sluis: ‘Ons doel is de twee grootste energietransities die er zijn – schone mobiliteit en schone elektriciteit – aan elkaar te verbinden, via een stekker.’ 

Van links naar rechts Arnaud van der Sluis (Floading), Marcel Hielkema (VNO-NCW Midden) en Koen Olieslagers (Wattsun)
Van links naar rechts Arnaud van der Sluis (Floading), Marcel Hielkema (VNO-NCW Midden) en Koen Olieslagers (Wattsun)

Van gas naar stroom 

Huibert Baud, directeur Klant en Ontwerp bij netbeheerder Liander – onderdeel van netwerkbedrijf Alliander – is blij met bedrijven als Wattsun en Floading. Niet voor niets is hij een van de bestuursleden binnen Connectr. ‘Start- en scaleups als deze helpen de energietransitie sneller voor elkaar te krijgen’, meent Baud. ‘De oprichters zijn wendbare geesten die op een andere manier de wereld in beweging krijgen.’ En dat is hard nodig, in de huidige wereld waar bedrijven en huishoudens steeds vaker te maken krijgen met een overbelast stroomnet. Baud: ‘We moeten met zijn allen af van de aanname dat we altijd stroom hebben. Het is geen vanzelfsprekendheid meer.’ Dat komt doordat we met zijn allen vergroenen. In 2035 moet de elektriciteitsvoorziening in Nederland 100 procent CO2-vrij zijn, alleen is het energienetwerk daar nog niet op gebouwd. Ondertussen blijft het stroomgebruik stijgen door het gebruik van warmtepompen, inductiekookplaten, elektrische auto’s en vrachtauto’s, én de omschakeling van gas naar stroom binnen de industrie. 


Kort door de bocht gezegd, houden veel bedrijven binnen Connectr zich bezig met duurzame oplossingen die Alliander óók had kunnen bedenken, maar die het bedrijf niet commercieel op de markt mag brengen. Alliander heeft één wettelijke taak en dat is energievoorziening, aldus Baud. ‘Twee ceo’s geleden zetten we zelf een aantal startups op om het energie-umfeld te verkennen. Zo is laadpalenbedrijf Allego opgericht onder de vleugel van Alliander. Maar destijds zijn we door de overheid teruggefloten omdat het niet bij onze wettelijke taak hoorde, en hebben we Allego moeten afstoten.’ Wel mag Alliander duurzame initiatieven ‘faciliteren’, een dunne scheidslijn. Zo is het netwerkbedrijf partner van ElaadNL, een kennis- en innovatiecentrum dat zich bezighoudt met het slim en duurzaam opladen van elektrische voertuigen. En zet Alliander pilots op in woonwijken om te zien hoe waterstof als alternatieve energiedrager kan worden gebruikt. 


‘We verdienen niets door onze deelname aan het Connectr-programma’, benadrukt Baud. ‘Het bij elkaar zetten van kennis en het genereren van nieuwe oplossingen in een hub als Connectr, maakt dat duurzame energiesystemen van de grond komen, tegen steeds lagere kosten. Dat is beter voor de hele maatschappij. Dát vinden we belangrijk en mede daarom zitten we hier.’ Zou een samenwerking met bijvoorbeeld Floading een toekomstige mogelijkheid zijn? Baud: ‘Áls we een pilot zouden starten, dan zou het kunnen gaan over de mogelijkheden van data- en gebruikersuitwisseling. Die vervolgens moet worden uitgewerkt voor netwerkbedrijven en laadpaalbedrijven buiten Nederland. Wie weet.’ 

 Arnaud van der Sluis (Floading): ‘De kunst is om een laadapparaat te ontwerpen die je op elk moment van de dag harder of zachter kan zetten - dat hebben we gedaan’
Arnaud van der Sluis (Floading): ‘De kunst is om een laadapparaat te ontwerpen die je op elk moment van de dag harder of zachter kan zetten - dat hebben we gedaan’

Schaftwagens 

Terug naar Wattsun. Werkt Olieslagers eigenlijk samen met grote bedrijven? ‘Jazeker. Al onze klanten zijn gevestigde partijen’, vertelt de ondernemer. De scale-up bouwt bijvoorbeeld de schaftwagens om van Boels, een verhuurder van bouwmachines- en gereedschap. De startup integreert Wattsun-batterijen in de wagens, die verbonden zijn met zonnepanelen op het dak van de voertuigen. ‘Zo kunnen de klanten van Boels emissievrij schaften én hun gereedschap CO2-vrij opladen.’ Sinds kort leert de batterijmaker aan de medewerkers van infrabedrijf Van Gelder, een andere grote klant, hoe die zélf hun schaftwagens kunnen ombouwen ‘naar een zelfvoorzienende keet’ – met batterijen, zonnepanelen en elektra. Olieslagers: ‘Het personeel hebben wij als het ware opgeleid. In die zin delen we onze kennis.’ Kleine bedrijven kunnen leren van grote bedrijven, en andersom. Olieslagers: ‘Grote ondernemingen doen alles al tien jaar op dezelfde manier. Wij zijn elke maand bezig om ons bedrijfsproces en ons product te verbeteren. We kunnen sneller zeggen: we gaan het doen, en we durven daarbij fouten te maken.’ 

 
China 

Dat een onderneming als Boels voor Wattsun kiest, en niet voor bijvoorbeeld een partij in China – waar technologische ontwikkelingen ontzettend snel gaan en waar genoeg handjes zijn – daar is Olieslagers vanzelfsprekend content mee. ‘Daardoor kunnen we groeien, en via hen leren we andere partijen kennen. Door voor ons als Nederlandse partij te gaan, kiezen ze voor een bedrijf dat mee kan denken over specifiek de Nederlandse markt.’ Hij erkent: ‘We willen de markt voor generatoren veranderen, maar als Wattsun zijn we niet de partij om dat binnen Europa voor elkaar te krijgen. Daar hebben we echt grotere partners voor nodig. Bedrijven die dat netwerk hebben staan en de weg kunnen vinden door het energielandschap.’
Olieslagers koos bewust voor een plek bij Connectr. ‘Los van de Randstad, waar het leeuwendeel van onze klanten zit. We zitten hier centraal met bedrijven die hetzelfde meemaken als wij, met dezelfde missie als wij. We komen ze tegen bij evenementen, of gewoon, op het terrein. Dat bevalt ons goed. Het geeft ons een boost.’
 

 

Van der Sluis (Floading) verwoordt het zo: ‘De energietransitie is ingewikkeld, bij mijn product zijn heel veel partijen betrokken.’ Hij somt op: overheid, netbeheerder, laadpaalbedrijf, kabelaansluiters, een softwarebouwer, veiligheidsbedrijf, een test- en certificeringspartij, een bank, verzekeraar, advocaten. ‘Ik heb maar één product maar moet aan twintig dingen voldoen. Terecht, hoor. Maar als ik ergens in een gebouwtje achterin Vorden zou zitten, kom ik niemand tegen die me zou kunnen helpen. Hier hoef ik bij wijze van spreken alleen de deur uit te lopen en het iemand te vragen.’   

Koen Olieslagers (Wattsun), links, en Marcel Hielkema (VNO-NCW Midden)
Koen Olieslagers (Wattsun), links, en Marcel Hielkema (VNO-NCW Midden)

Op de hoogte blijven van onze beste artikelen? Schrijf je dan gratis in voor onze nieuwsbrief

 

Ondernemers, studenten en een waterstofautoDichterbij de praktijk kan eigenlijk niet. De HAN University of Applied Sciences ligt fysiek tussen de Connectr-bedrijven, vertelt Karin van Haren, programmamanager circulair bij de hogeschool. Volgens Van Haren is de lijst van opleidingen die relevant zijn voor de innovatiehub te lang om op te noemen. Vooruit, een paar dan: Industrieel Product Ontwerpen, Automotive, Chemie, Werktuigbouwkunde, Circulaire Economie.
In het HAN H2 (waterstof) Lab, naast het Connectr-gebouw, doen studenten vanuit verschillende opleidingen praktijkgericht onderzoek naar waterstoftoepassingen, samen met docenten en ondernemers. Een concrete samenwerking is bijvoorbeeld de MORE, het Modulair Research Vehicle. ‘Hierbij wordt een heel basic frame van een auto modulair opgebouwd. Samen buig je je over vragen als: maken we het als een elektrische auto, laten we het op waterstof rijden of wordt het een autonoom rijdend voertuig? Als je het op waterstof wil laten rijden, welke onderdelen horen er dan in, welke kunnen weg?’ De hogeschool wil mensen opleiden voor de toekomst. ‘Welke kennis en vaardigheden de studenten nodig hebben, in welke context ze die gebruiken, of naar welke producten vraag is: daar hebben we de input van ondernemers voor nodig.’ 

Sang-Ah Yoo
freelance redacteur Forum
+31 70 3490 165