Inclusief inkopen: ‘In praktijk komt er nog te weinig van terecht'

Stuur ons een bericht


We proberen binnen 2 werkdagen te reageren.
Verder gelden deze spelregels.
Annuleren
? Contact
30-11-2023

Als een van de grootste inkopers van ons land kan de overheid veel invloed uitoefenen. Volgens Fredo Schotanus, hoogleraar Publieke Inkoop aan de Universiteit Utrecht, kan ze sociale impact maken door het inkoopbeleid meer te baseren op inclusie en diversiteit. En zo moeilijk is dat helemaal niet.

 

Hoe doe je dat, impact maken met (publieke) inkoop?

‘Elk jaar wordt er voor ongeveer 100 miljard euro door overheden ingekocht. Een duizelingwekkend bedrag, dat bijvoorbeeld wordt uitgegeven aan ict, bouwprojecten en zorg. Een fors deel van onze economie wordt erdoor beïnvloed. Je kunt natuurlijk gewoon voor de laagste prijs inkopen. Dat is bijvoorbeeld gangbaar in Duitsland. Maar ik vind dat de overheid haar inkoopbeleid ook meer zou moeten baseren op diversiteit en inclusie. Denk daarbij bijvoorbeeld aan inclusieve externe inhuur, of het inkopen bij bedrijven die in eigendom zijn van vrouwen of van minderheden. Er zijn al relatief weinig ondernemingen in eigendom van vrouwen en minderheden. Als zij ook nog eens overheidsopdrachten mislopen, dan blijven die groepen achter. Maar als er meer overheidsopdrachten naar die groepen gaan, dan krijgen we een meer gelijke ondernemerswereld.’

 

Vindt u dat de overheid nu te weinig doet aan inclusief inkopen?

‘De overheid doet al aan ‘maatschappelijk verantwoord inkopen.’ Zo wordt er bijvoorbeeld op klimaat- en milieu-impact gelet. Kortgeleden zijn diversiteit en inclusie toegevoegd aan het lijstje. In de praktijk is daar echter nog relatief weinig aandacht voor. Opdrachten gaan vaak naar bedrijven die al in het netwerk van de overheid zitten. Bijvoorbeeld omdat overheidsmanagers de eigenaars kennen uit hun universiteitstijd, of vanuit een eerdere baan. Die bedrijven zijn niet altijd even divers en vaak in eigendom van mannen zoals ik: rond de 50, grijze haren, wit. Het is moeilijk om als vrouw of als minderheid dit netwerk binnen te komen. En als ze al binnenkomen, is het moeilijk om een opdracht te krijgen. Het gaat vaak om grote opdrachten, of om complex, onduidelijk taalgebruik. Vrouwen en minderheden zijn vaak eigenaar van kleinere, nieuwere ondernemingen. Zij hebben niet altijd de kennis en middelen in huis om mee te dingen naar die opdrachten.’

 

‘kijk welke inclusieve ondernemingen buiten de boot vallen’

 

Hoe wilt u er dan voor zorgen dat overheidsopdrachten wél naar deze groepen gaan?

‘Allereerst moet de overheid een beter beeld krijgen van welke inclusieve ondernemingen nu buiten de boot vallen. Omdat ze vaak niet in het overheidsnetwerk zitten, is het moeilijk om die bedrijven te vinden. Daarnaast moet er informatie beschikbaar komen over waar publieke aanbestedingen heen gaan: naar inclusieve ondernemingen, of naar bedrijven met een kantoortje op de Caymaneilanden? Data over publieke aanbestedingen onder de Europese aanbestedingsdrempels zijn voor burgers nu totaal niet inzichtelijk. Als we die informatie wel hebben, kan er beleid gemaakt worden. Andere goede stappen zijn het Charter Diversiteit voorschrijven aan leveranciers, het verminderen van grootschalige inkoop, meer aandacht voor diversiteit bij externe inhuur en het diverser en inclusiever maken van offerteaanvragen. Zo kunnen kleinere, inclusieve ondernemingen gemakkelijker meedingen.’

 

Pleit u dan voor meer regelgeving op het gebied van publieke inkoop?

‘Niet per se. We hebben al een norm op het gebied van innovatie. 2,5 procent van de overheidsinkopen moet innovatiegericht zijn. Maar in de praktijk is daar weinig controle op. Ik denk dat bewustzijn een belangrijker aspect is. Interne opdrachtgevers en inkopers beseffen nog niet altijd dat ze inclusie ook met inkoop kunnen bevorderen. Als je dat onderdeel expliciet noemt binnen het inkoopbeleid en als je beter gaat meten, is daar al een grote stap mee gezet. Daarnaast denk ik wel dat een bredere verplichting tot duurzame en sociale publieke inkoop ook bij kan dragen aan inclusievere inkoop.’

 

‘bedrijven kunnen nog wel een tandje bijzetten’

 

Zijn bedrijven eigenlijk bezig het inclusieve inkoop?

‘Ik vind dat bedrijven nog wel een tandje bij kunnen zetten. De overheid kan een voorbeeldfunctie vervullen. Als de overheid zelf inkoopt bij bedrijven die sociaal, duurzaam en inclusief zijn, dan kunnen we dat ook geloofwaardiger aan onze ondernemers vragen.’

 

Kunnen we eigenlijk leren van overheden over de grens?

‘Er zijn voorbeelden van landen die al aandacht besteden aan inclusief inkopen. De VS bijvoorbeeld, hanteren de norm om 5 procent van hun inkoop te doen bij ondernemingen van vrouwen. Nu halen ze die norm wel, maar het is nog steeds weinig. Als je bijvoorbeeld kijkt naar de unicorns, startups met een waarde van meer dan 1 miljard dollar, dan zie je dat 15 procent van die bedrijven een vrouw als eigenaar of in het bestuur heeft. Veel meer dan die 5 procent die de overheid hanteert. Frankrijk zet ook stappen. Voor de aankomende Olympische Spelen (in 2024 in Parijs) heeft de overheid gezegd dat 25 procent van de aanbestedingen moet gaan naar sociale ondernemingen of het mkb. Nu betekent dat niet dat die aanbestedingen ook naar inclusieve ondernemingen gaan, maar er is in ieder geval aandacht voor. Op het gebied van openbare data kunnen we daarnaast leren van Portugal. Daar worden de gegevens over vrijwel alle publieke aanbestedingen openbaar gerapporteerd, en zijn ze voor iedereen inzichtelijk.’

 

Op de hoogte blijven van onze beste artikelen? Schrijf je dan gratis in voor onze nieuwsbrief.

Matthijs de Olde
Matthijs de Olde
redacteur