Hoe ziet de nieuwe economie van Europa er over tien jaar uit? Kunnen we de industriële reuzen VS en China bijbenen? Een van de mensen die daaraan richting moeten geven is Michiel Scheffer. Als voorzitter van de Europese Innovatieraad mag hij in zeven jaar tijd 10 miljard euro steken in innovatieve bedrijven om zo de nieuwe economie te stimuleren. Gaat dat het tij keren?
Ben je van het glas halfleeg, dan gaat het niet goed met Europa. Op de lijst met leiders op het gebied van kritische technologieën, denk ai of biotechnologie, komen ‘wij’ niet voor. De VS en China domineren daar. Via de Chips and Science Act gaat er bijvoorbeeld 50 miljard naar de Amerikaanse chipsector. En van de 700 miljard in de Inflation Reduction Act (die Amerika moet vergroenen) van president Biden profiteren startups in de innovatieve groene technologie. China stak vorig jaar 440 miljard in onderzoek en ontwikkeling. Kan Europa daar genoeg tegenoverstellen? Voor Michiel Scheffer, voorzitter van de Europese Innovatieraad, lijkt het glas halfvol. Hij ziet volop kansen voor ons continent om in te zetten op de nieuwe economie, dus waar we in de toekomst ons geld mee gaan verdienen én minder afhankelijk worden van andere landen.
Wie is Michiel Scheffer?Michiel Scheffer (1964) groeide op in Brussel als zoon van een ondernemer en een Europees ambtenaar. Hij studeerde sociale geografie in Utrecht. Sinds 1982 is Scheffer lid van D66. Hij werkte onder meer bij Modint en was lector aan de Saxion Hogeschool. In 2015 werd hij gedeputeerde EZ in Gelderland. Scheffer is sinds maart 2023 voorzitter van de Europese Innovatieraad (EIC).
Meneer Scheffer, wat gebeurt er als we nu níet inzetten op de nieuwe economie?
‘Mijn schrikbeeld is dat we alleen nog maar startups hebben die dan worden overgenomen door Amerikaanse bedrijven, of nog erger, ook nog eens in China gaan produceren. Daar help je de Achterhoek niet mee en al die andere gebieden in Europa die het moeten hebben van de maakindustrie. Ik zie het gebeuren: een mooi verhaal, een patent en dat dan verkopen aan Amerika. We willen niet dat Europa een superleuk toeristisch continent wordt, met een paar mooie steden waar je damestassen koopt en een platteland dat leegloopt. Terwijl in de industriegebieden fabrieken hun deuren sluiten.’
Hoe stellen wij iets tegenover Sillicon Valley of Zhongguang Village?
‘We moeten niet achter Amerika of China aanrennen, maar ons focussen op hoe Europa concurrerend en leidend kan zijn in de dingen waar wij goed in zijn. In Europa is het veel makkelijker om met elkaar samen te werken dan in Amerika waar veel afstand is tussen innovatieve steden. Silicon Valley is een ongelooflijk innovatief gebied, maar zonder veel maakindustrie. Ze ontwikkelen vooral software en dat kun je makkelijk opschalen. Maar kijk naar Europa, waar ASML een van de boegbeelden is. Of Bosch, Siemens en Daimler in Duitsland. Het industrieel systeem dat daaronder zit, is heel complex en juist dat is de kracht van Europa. Neem quantumtechnologie en fotonica, daarin is Nederland een grote speler en wij financieren vrij veel bedrijven in die clusters. Als je die sectoren, of ook voedseltechnologie, wil opschalen, dan heb je hardware nodig. En leveranciers, die voor jou dan weer een component of een machine bouwen. Daar moeten we in investeren.’