Minister Harbers van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) heeft in het Commissiedebat Water van 7 juni de Tweede Kamer toegezegd met waterbedrijven Vewin en Vitens in gesprek te gaan over de beschikbaarheid van voldoende bronnen voor drinkwater in Oost-Nederland.
In de ledennieuwsbrief van 3 juni berichtten wij dat de leveringsplicht van drinkwater steeds meer in het gedrang komt, met name in Overijssel en Gelderland. Dit omdat provincies steeds moeilijker doen om vergunningen voor waterwingebieden af te geven. Drinkwaterbedrijven moeten daardoor vaker ‘nee’ verkopen aan nieuwe bedrijven die zich daar willen vestigen.
Provincie verantwoordelijk
De minister antwoordde op vragen van Minhas (VVD) over wie moet zorgen dat er voldoende bronnen voor drinkwater zijn, dat het in de eerste plaats aan de provincies is om afwegingen te maken en actie te ondernemen. Provincies zijn namelijk verantwoordelijk voor het aanwijzen en beschermen van aanvullende strategische grondwatervoorraden. Structurele problemen die dreigen moeten worden besproken in het nationaal Bestuurlijk Overleg Water. De minister onderstreepte hierbij dat er ook een wettelijke leveringsplicht bestaat voor drinkwater aan bedrijven.
Definities niet veranderen
MKB-Nederland en VNO-NCW vinden het goed dat de minister niet meegaat met de suggestie van het Interprovinciaal Overleg (IPO) om het probleem van de krapte aan voldoende waterwingebieden ‘op te lossen’ door de leveringsplicht – en dus de zorgplicht van de overheid – niet langer meer voor leveringen aan (groot)zakelijke afnemers te laten gelden. In plaats van het veranderen van definities geeft de minister, door het voorgenomen gesprek met de drinkwatersector, aan het probleem écht te willen aanpakken.
