Hij is de-ja-maar-zo-doen-wij-dat-hier-niet-cultuur zat. Zo komt er nooit iets van de grond. Bas Eenhoorn werd twee jaar geleden aangesteld als interbestuurlijk regisseur om de digitalisering van de overheid aan te jagen. Maar sindsdien is er nog veel te weinig gebeurd.
Hij was goedgemutst en vol optimisme begonnen. Toen de oud-burgemeester annex bestuurlijke troubleshooter Bas Eenhoorn twee jaar geleden werd aangesteld om de digitalisering van de overheid aan te jagen, had hij er echt zin in. Dat liet de eerste digicommissaris van Nederland in een interview met Forum tenminste weten, vlak voor hij daadwerkelijk aan de slag zou gaan. Nederland had net de Commissie-Elias achter de rug, die ict-bedrijven én overheidsinstanties een fikse veeg uit de pan had gegeven na totaal uit de hand gelopen digitaliseringsprojecten van de overheid.
Twee jaar later gaat het echter allemaal nog niet zo vlotjes als Eenhoorn had gehoopt, schreef hij vorige maand in een blog op zijn website. Wat hem vooral steekt is dat er na jaren overleg nog steeds geen wetgeving is om eenduidig, veilig en betrouwbaar digitaal verkeer tussen de overheid, burgers en bedrijven te regelen. De tijd dringt, vindt hij. Digitale ontwikkelingen gaan snel en de overheid blijft voorstellen maar aanpassen en aanpassen, zonder dat er ooit eens een besluit wordt genomen. En zo zijn we nu ruim twee jaar verder, en alleen een kabinetsstandpunt rijker, stelt Eenhoorn met licht sarcasme vast.
Meneer Eenhoorn, zit het u zo hoog?
'Soms moet er bij mij een cri de coeur uit. Ik heb me wel afgevraagd hoor: ga ik nu de trom roeren of probeer ik het via de stille diplomatie te spelen? Ik doe beide. Ik wil in elk geval markeren dat we een fundamenteel debat moeten voeren. De technologische ontwikkelingen gaan zo snel. Dat heeft gevolgen voor de verhouding met de overheid en de manier waarop we werken. Neem alleen maar de behoefte van veiligheidsdiensten om meer toegang te krijgen tot datastromen van burgers. Dat staat op gespannen voet met de behoefte en het recht van burgers en bedrijven op privacy. Het is van belang dat we daar discussie over voeren.’
Is politiek niet gewoon te traag?
‘Ik heb soms de neiging om het glas halfleeg te zien, terwijl het misschien halfvol is. We hebben enorme stappen gemaakt. Als overheid praten we nu tenminste met elkaar om digitale projecten op elkaar aan te laten sluiten. Twee jaar geleden werd er veel meer in silo’s gewerkt. Maar dat betekent niet dat we er zijn. Nog steeds heeft iedere minister zijn eigen verantwoordelijkheid, maakt zijn eigen plan en kan gewoon tegen zijn ambtenaren zeggen: 'Ik ben nog niet aan deze digitale ontwikkeling toe. We doen dit niet'. En als een minister wel iets wil, kan een ambtenarenapparaat ook nog zeggen: 'Ja maar, zo doen wij dat hier niet'. Of gemeenten willen wel vooruit, maar dan houdt de minister het tegen onder het motto ‘mag wettelijk gezien niet’. Ik pleit ook voor het creëren van meer ruimte voor overheden om te experimenteren.’