Mahir Alkaya: 'Nederlandse bedrijven moeten híer produceren'

Stuur ons een bericht


We proberen binnen 2 werkdagen te reageren.
Verder gelden deze spelregels.
Annuleren
? Contact
26-09-2018

Nederland moeten zijn eigen producten maken. Niet in het buitenland, maar híer. Dat vindt SP-Kamerlid Mahir Alkaya. Want (te) goedkoop buiten Nederland produceren, werkt uitbuiting in de hand. Dus toch Netherlands first?

 

Turks of Nederlands

‘Ik vind het jammer dat een deel van de Turkse gemeenschap in Nederland bijna alleen maar op Turkije is gericht. Ik heb ook wel een gevoel bij Turkije, maar ik ben in Nederland opgegroeid en heb hier kansen gekregen. Natuurlijk waren er ook mindere momenten. Zo ben ik ook wel eens geweigerd aan de deur van een uitgaansgelegenheid. Maar dat neemt niet weg dat ik voor 100 procent op Nederland ben gericht.’

‘Mijn opa is naar Nederland gekomen om in de scheepsbouw te werken. Thuis in de woonkamer heb ik een foto hangen van hem en andere gastarbeiders die met een krat Heineken tussen hen in een voorstelling bijwonen in het kamp waar ze waren ondergebracht. Hij had positieve herinneringen aan die tijd. Tegelijkertijd besef ik dat gastarbeiders werden behandeld alsof ze terug zouden gaan naar hun land. Daardoor is het integratiebeleid mislukt.’

Wie is Mahir Alkaya?Na een studie strategisch productontwerp aan de TU Delft, die hij cum laude afrondde, kon Mahir Alkaya (30) in 2012 terecht bij Ahold. Daar had hij zijn afstudeerproject gedaan. Hij koos echter voor een traject als trainee bij de rijksoverheid en belandde zo bij het ministerie van Economische Zaken. Daar hield hij zich bezig met innovatie en het internationale beleid. Voor de SP werd hij actief in de bestuurscommissie van Amsterdam-Nieuw West. Vorig jaar nam hij deel aan de verkiezingen voor de Tweede Kamer, waarbij de SP zetels moest inleveren. Alkaya kwam begin dit jaar alsnog in de Tweede Kamer toen Emile Roemer opstapte en de runner-up op de lijst bedankte.
Bron: onder meer www.parlement.com

Ondernemersgenen

‘Veel Turken zijn ondernemer. Mijn ouders niet. Mijn vader was leraar, mijn moeder econoom. Maar een oom van me heeft een taxibedrijf, en een nicht een winkel. Ik sluit niet uit dat ik ook nog eens ondernemer word, want het kansen zien zit in me. Maar voorlopig probeer ik liever vanuit de Tweede Kamer de héle economie te helpen dan alleen maar mijn eigen bedrijf.’

 

Uitvinder

‘Als kind wilde ik uitvinder worden. Ik speelde met lego en vond timmeren leuk. Na de middelbare school koos ik dan ook voor een creatieve en technische opleiding, maar gaandeweg kwam ik erachter dat ik het abstracte leuker vond dan het praktische uitwerken. Zo ben ik uiteindelijk bij het ministerie van Economische Zaken terechtgekomen. Daar werkte ik voor minister Henk Kamp.’

 

'een sp'er die voor een vvd'er werkt: je zou denken, dat botst'

 

‘Het lijkt misschien vreemd, een SP’er die voor een VVD’er werkt, maar in de praktijk botste dat niet. Ik denk dat de belangen van het mkb en het grootbedrijf meer kunnen botsen dan de belangen van arbeiders en het mkb. Die zitten vaker op één lijn. Neem bijvoorbeeld het lage btw-tarief. Ik zie ook wel in dat je eerst geld moet verdienen om het te kunnen verdelen. En als je het eerlijk verdeelt, levert dat meer welvaart voor iedereen op.’

 

Plichtsbesef

‘Na mijn studie stond ik voor de keuze: ga ik de commerciële wereld in of wil ik iets anders? Mijn ouders hebben me een sterk plichtsbesef meegegeven. In plaats van alleen goed voor jezelf zorgen moet je proberen ook goed voor anderen te zorgen. Zo ben ik bij EZ en de SP terecht gekomen. Met mijn achtergrond was ik een interessante kandidaat voor de partij. Bij de verkiezingen haalden we niet genoeg stemmen voor een Kamerzetel voor mij. Maar toen Emile Roemer tussentijds vertrok, kwam er alsnog een plek voor mij vrij.’

 

Dat gaat 'm niet worden: de VPRO maakte een serie over kandidaten die de Kamer nét niet haalden 

 

Trots

‘Ik ben trots op de Nederlandse veerkracht. Je ziet het ook op het NDSM-terrein in Amsterdam: ooit de scheepswerf waar mijn opa werkte, nu een verzameling van nieuwe, creatieve bedrijven. Als ik één bedrijf moet noemen, dan is dat NXP, omdat het toonaangevend in de wereld is. Of een familiebedrijf als VDL. Jammer dat Fokker hier geen vliegtuigen meer bouwt.’

‘Nederland moet zijn eigen producten maken. Ik ben voor reshoring in plaats van het onderbetalen van werknemers in Oost-Europa. Waarom sta je als ondernemer toe dat mensen in het buitenland worden uitgebuit, terwijl je die producten ook hier met de nieuwste technieken kunt maken.’ 

 

‘Ik wil zelf bepalen waar politiek over gaat’

 

Tweede Kamer

‘De politiek op het Binnenhof was niet helemaal vreemd voor mij, omdat ik al bij EZ werkte. Wat mij wel opvalt als Kamerlid, is de veelgehoorde opmerking: ‘Daar gaan wij hier niet over’. Bijvoorbeeld omdat het bedrijfsleven daarover gaat. Voor mijn gevoel accepteren we die opmerking te gemakkelijk als een gegeven, terwijl het eigenlijk een politieke keuze is. Zo sla je elk debat dood. De politiek mag zich actiever met zaken bemoeien. Bijvoorbeeld vorig jaar toen de sluiting van Siemens Hengelo dreigde. Dan wordt er te makkelijk gezegd dat het behoud van werkgelegenheid iets is tussen de werknemers en de bedrijfsleiding. Je moet strijden met de middelen die je hebt. Voor een politicus is dat het debat, terwijl werknemers kunnen besluiten om te gaan staken.’

 

Geeft zichzelf een: 8

‘Op basis van mijn werkervaring weet ik relatief goed waar ik over spreek als het over de Nederlandse economie gaat. Of het nu gaat om internationaliseren, het juiste personeel vinden of innoveren.’

Markt of overheid?‘Dat hangt heel erg van de sector af. Zorg is een publieke taak. Mobiele telefonie kun je aan de markt overlaten. Maar postbezorging blijkt weer niet te werken via de markt. Dus je moet vooraf goed nadenken over wat publiek is.’

Natuur of industrie?‘Industrie, want de vooruitgang, de mensheid is gebaat bij welvaart. We hebben industriële productie nodig, anders zouden we nog steeds in leren huidjes rondlopen. Ondertussen moeten we zorgen dat de industrie de natuur geen schade toebrengt.’

‘Op het terrein van de voormalige scheepswerf NDSM in Amsterdam, waar mijn opa werkte,  zijn nu allerlei nieuwe creatieve bedrijven gevestigd. Dat is een voorbeeld van flexibiliteit, van aanpassen aan de verandering’
‘Op het terrein van de voormalige scheepswerf NDSM in Amsterdam, waar mijn opa werkte,  zijn nu allerlei nieuwe creatieve bedrijven gevestigd. Dat is een voorbeeld van flexibiliteit, van aanpassen aan de verandering’
Foto: WIebe Kiestra
Paul Scheer
redacteur Forum
+31 70 3490 169