Visservrouw Roos van Duijn: 'Alles kan zomaar ineens veranderen'

Stuur ons een bericht


We proberen binnen 2 werkdagen te reageren.
Verder gelden deze spelregels.
Annuleren
? Contact
15-01-2024

Haar zoon Chris heeft een tatoeage van het inmiddels gesloopte schip ‘Rosemarie’ op zijn rug. Een aandenken aan hun gezamelijke liefde voor de visserij, een sector die het beslist niet makkelijk heeft. Maar visservrouw Roos van Duijn weet ook: je weet nooit wat het leven nu weer voor je in petto heeft.

 

Jarenlang zag ze op vrijdagmiddag haar twee schepen binnenvaren. Afgelopen zomer zijn de KW36 ‘Margriet’ en de KW34 ‘Rosemarie’ tot schroot vermalen en blijven de aanlegsteigers voor het kantoor aan de IJmuidense Dokweg leeg. Van Duijn wil er liever niet al te lang over doorpraten. ‘Mijn kinderen zeggen: ma, wat sta je daar weer treurig bij het raam! Die zijn flexibel, al een stap verder, maar voor mij is het toch anders. Mijn opa was een visserman, mijn vader was een visserman en ik wilde óók altijd visserman, nou ja, visservrouw dan, worden.’

Wie is Rosemarie van Duijn?Rosemarie van Duijn werd op 1 maart 1968 geboren in Katwijk aan Zee. Na haar managementopleiding gaf ze van 1986 tot 2000 leiding aan haar parfumeriezaak ‘De Parel’ in Katwijk. In datzelfde jaar nam ze, samen met haar vader, zeevishandel Mercuur uit IJmuiden over. In 2018 werd haar onderneming uitgebreid met zeven Vlaamse bedrijven na de overname van alle aandelen van Fox Holding. Van Duijn heeft vier kinderen uit een eerder huwelijk en is in 2018 getrouwd met Diek Parlevliet.

Groeten uit IJmuiden

Ze blééf er maar over doorgaan: waarom mocht ze niet met haar vader mee, de zee op? Iedere zondagnacht, om één minuut over twaalf – dan mocht er in het streng christelijke Katwijk weer gewerkt worden –zwaaide ze de mannen uit die naar de haven van IJmuiden vertrokken en als ze een week later terugkwamen stond ze hen weer op te wachten. Op haar tiende ging ze voor het eerst ‘stiekem’ mee. Haar ouders hadden het al lang besproken, maar eenmaal in de haven, moest ze van haar vader toch even een kaartje sturen naar huis. ‘Sorry mama,’ schreef ze, ‘ik ben nu met papa mee’. Een week lang voeren ze over de Noordzee om met een schip vol tong, schar, tarbot en griet weer terug te keren. En daarna mocht ze iedere vakantie mee en leek het een paar jaar later ook logisch dat ze zich meldde voor de visserijschool. ‘We hebben hier geen meisjes-wc,’ zei de directeur. ‘Dat vond ik helemaal geen probleem, maar nee, het kon niet, dit was een jongensschool, ik moest toch echt iets anders kiezen. Ik deed een jaar een managementopleiding, maar voelde me daar totaal niet thuis. De vader van mijn vriendje, destijds, bouwde in Katwijk de Noordzee-passage en het leek me wel leuk daar een winkeltje te openen. Het werkstuk dat ik voor de opleiding moest schrijven – hoe start ik een eigen bedrijf? – kon mooi als businessplan dienen.’

 

Van Parel naar Mercuur

Op haar achttiende opende Van Duijn samen met haar vader parfumerie ‘De Parel’. Zoiets bestond nog niet in Katwijk. En een vishandel – haar eerste keus – was ongewenst in het nieuwe winkelcentrum. De jaren vlogen voorbij. De zaak was succesvol, ze trouwde en kreeg vier kinderen. Maar op een dag, toen ze voor de keuze stond vijf winkels van de concurrent over te nemen of toch weer eens aan iets nieuws te beginnen, koos ze voor het laatste. ‘Ik overwoog een sabbatical te nemen, maar een collega met een visverwerkend bedrijf bood me een mooie baan aan. Tijdens het sollicitatiegesprek werd ik gebeld door mijn vader: ‘Heb je al ja gezegd?’ ‘Eh nee pa, we zitten hier nog te praten…’ De directeur kon daar later ook wel om lachen. Mijn vader had iets gevonden wat we sámen konden doen: zeevishandel Mercuur uit IJmuiden overnemen. Hij wilde de visserij en de handel bij elkaar brengen. Ik had tijdens de jaren bij ‘De Parel’ de administratie voor mijn vader gedaan en bij de afslag geholpen met het lossen: voor mij voelde het allemaal heel vanzelfsprekend. Hier was ik op mijn plek.’

Jarenlang zag Roos van Duijn op vrijdagmiddag haar twee schepen binnenvaren. Tot ze afgelopen zomer tot schroot werden vermalen en de steigers leeg bleven. 'Ma, wat sta je daar weer treurig bij het raam', zeiden haar kinderen
Jarenlang zag Roos van Duijn op vrijdagmiddag haar twee schepen binnenvaren. Tot ze afgelopen zomer tot schroot werden vermalen en de steigers leeg bleven. 'Ma, wat sta je daar weer treurig bij het raam', zeiden haar kinderen

Tattoo

De afgelopen drieëntwintig jaar zijn prachtig geweest. Ze kan eindeloos vertellen over het spannende zakenleven, de talloze bestuursfuncties – zowel in de visserij als op de voetbalclub van haar jongens – maar het zijn vooral de moeilijke en pijnlijke momenten die haar nu nog in de weg zitten: politieke besluiten die zoveel vissers de kop hebben gekost, het drama van de puls-visserij – hoe een minder schadelijke manier van vissen ondanks tonnen aan investeringen dankzij de Europese wetgeving de nek werd omgedraaid – corona, het uitbreken van de oorlog in Oekraïne en de energiecrisis die daarop volgde en tenslotte het onoverkomelijke besluit de twee kotters te laten ‘saneren’. Er zijn nog foto’s en filmpjes, maar de haast letterlijk levende herinnering aan de ‘Rosemarie’ – ja, het schip had haar naam gekregen – bevindt zich als tatoeage op de rug van Chris, één van haar vier kinderen. ‘Voor je achttiende géén tattoo, had ik gezegd. Een dag na zijn verjaardag kwam hij thuis: ik moet je iets laten zien…

 

‘Hij heeft zelf de stuurhut gesloopt en de laatste nacht aan boord doorgebracht’ 

 

Hij is echt een geboren visserman. Stoere kerel, met zijn oorbel en zijn tatoeages, maar ook héél gevoelig. Hij heeft zelf de stuurhut van de ‘Rosemarie’ gesloopt en de laatste nacht dat het schip hier in de haven lag aan boord doorgebracht. Om afscheid te nemen. Hij koos ervoor te stoppen met de visserij, zag dat stipje aan de horizon niet meer. ‘Mam,’ zei Chris, ‘ze willen ons van de Noordzee hebben.’ Ik had inmiddels, samen met mijn compagnon een aantal Vlaamse bedrijven – allemaal vishandel – overgenomen.’

 

Familiebedrijf

‘Ik was er nooit zo’n voorstander van dat mijn kinderen ook in het bedrijf zouden komen, maar ze wilden niet naar me luisteren. Er werken er nu drie en nummer vier gaat waarschijnlijk ook meedoen. Ze hebben niet alleen hart voor de zaak, maar komen ook met nieuwe inzichten. Hun enthousiasme doet me denken aan mijn eigen start, destijds: onbevangen ergens vol voor gaan.’
Tijdens de pandemie had ze zich om meerdere redenen ellendig gevoeld: naast de zorg voor het personeel, was ze er dagelijks van doordrongen dat zo’n beetje heel haar gezin alles op alles moest zetten om de boel draaiende te houden. En nee, ze heeft haar tweede man, Diek Parlevliet – eigenaar van Parlevliet en Van der Plas, Europa’s grootste visbedrijf, in 2022 op de 73ste plek in de Quote 500 – nooit om hulp gevraagd. ‘We zijn al elf jaar bij elkaar, hij is een geweldige sparringpartner, staat ons te allen tijde bij, maar zakelijk gezien heb ik niets met hem te maken.’

 

Heel de wereld over

Eigenwijs, impulsief, een doorzetter. De kinderen vinden dat ze het misschien wel iets rustiger aan zou kunnen doen. Daar denkt ze zelf heel anders over. ‘Ik vind mijn werk nog veel te leuk dus voorlopig zal ik het grootste deel van de week nog in België vertoeven. Dat is ook mogelijk door de goede samenwerking met mijn compagnon die hier, bij Mercuur in IJmuiden, de leiding heeft. Al met al zijn er nog uitdagingen genoeg. Nu de visserij in de Noordzee zo aan banden wordt gelegd, moeten we ons meer richten op alternatieven: importeren, handelen in kweekvis, dat soort dingen.’ De handel heeft toekomst, daar twijfelt ze niet aan. ‘Maar ik kan me nog altijd boos maken over de manier waarop de overheid met de visserij omgaat. Ze slaan helemaal door. En anders dan de boeren, die met hun tractoren heel zichtbaar kunnen protesteren, verdwijnt de visserman letterlijk uit beeld. Terwijl we ons altijd hebben ingezet voor duurzaamheid. Mijn vader nam al biologen mee aan boord die onderzoek deden naar de visstand. En tijdens de discussie over de puls-visserij hebben we zelfs Greenpeace van onze goede bedoelingen weten te overtuigen.’

 

‘Wie weet komen de politici ooit tot bezinning’

 

Bezinning

Ze werpt een blik op de lege haven en zegt: ‘Wie weet komen de politici ooit tot bezinning en zullen ze inzien dat er nog altijd op een verantwoorde manier kan worden gevist. Misschien koop ik dan wel weer een vissersschip voor de kinderen, zodat ze de familietraditie in ere kunnen herstellen.’ Met enige moeite probeert ze zich voor te stellen hoe het is om helemaal niet meer te werken. Een ding is zeker: ze zal niet thuis blijven zitten. Reizen doet ze al haar leven lang. Eerst met haar ouders, daarna met de kinderen. Sterker nog: volgend jaar gaat ze met haar dochter wandelen in Nepal (‘We hebben al geboekt’). Een rondreis door Afrika zit ook in de planning en misschien gaat ze nóg een keer met Diek op een Harley Davidson-trike dwars door Amerika rijden. ‘Maar weet je wat me echt fantastisch lijkt? Om zonder eindbestemming op pad te gaan. Heel de wereld over. Zonder door te geven wanneer je terugkomt. Ik weet niet of het ooit gaat gebeuren. Misschien kom ik gaandeweg weer op nieuwe ideeën. Alles kan zomaar ineens veranderen. Dat is precies wat voor mij het leven zo de moeite waard maakt.’

 

Op de hoogte blijven van onze beste artikelen? Schrijf je dan gratis in voor onze nieuwsbrief.

Arjan Visser
freelance redacteur Forum
+31 70 3490165