Voor 2022 moet de afvalberg van kantoren, winkels en dienstverleners gehalveerd zijn (ten opzichte van 2012). Klinkt dat als onbegonnen werk? Nou, dát valt reuze mee, ontdekten deze bedrijven. 5 tips om meteen mee aan de slag te gaan.
# Tip 1
Duik met je collega’s in je afval (dat gaat geheid een verrassing opleveren!)
Wie medewerkers ervan wil doordringen dat de afvalberg écht kleiner moet, kan het best samen een afvalcontainer omkeren, handschoenen uitdelen en met z’n allen de bananenschillen, koffiebekers, etensresten en verpakkingen sorteren: plastic bij plastic, papier bij papier, gft bij gft. Een vies werkje. En confronterend. 'Maar juist daarom is het heel effectief', vertelt Jacobine Meijer, adviseur Afval Circulair bij Rijkswaterstaat. 'Doe zo’n sorteeranalyse met je medewerkers! Ze zullen het niet snel vergeten.'
Direct aan de slag met bedrijfsafval?Van 1 tot 7 september kun je meedoen aan de Verspillingsvrije week. Dat betekent één week lang zo min mogelijk weggooien: goed voor het milieu én voor de portemonnee. Voor bedrijven is het tegengaan van voedselverspilling een belangrijke stap.
'We dachten goed bezig te zijn: ijzer en hout zamelden we apart in van het restafval', vertelt Ton Lamberts, locatiemanager gebouw & techniek bij theater Maaspoort. Sinds hij is mee gaan doen aan het zogenoemde Zero Waste-project én hij de 'container-omgooi-proef' deed, zijn hem de ogen geopend. 'Ik kwam erachter dat het overgrote deel van het afval uit swill bestond, de voedselresten uit het restaurant. Als ik dat swill uit het restafval zou houden, scheelt dat mij acht containers van 500 kilo per week!' Maar organisch afval raak je niet zo gemakkelijk kwijt. 'Vroeger bracht je dat naar de boer en werd het veevoeder, maar tegenwoordig nemen die dat niet meer. Vooralsnog hangen afvalverwerkers ook geen waarde aan swill.' Natuurlijk, de inkoop kan misschien slimmer en de afvalscheiding in de keuken kan ook nog beter, maar ondanks het beter inkopen, blijven restaurants zoals die van Maaspoort tóch met snijresten en groenteschaaltjes zitten. Door de sorteeranalyse is het voor Lamberts wel duidelijker geworden waar het bedrijfsafval knelt. 'Wij overwegen nu om een pers aan te schaffen, waarmee het vocht uit de swill geperst wordt.'
# Tip 2
Analyseer waar het afval precies vandaan komt, in welke ruimte het ontstaat
De eerste stap naar minder afval is dus de analyse van de feitelijke situatie en van het gedrag. Hoe ziet ons afval er precies uit? Waar ontstaat het? Daarvoor moet je zelfs nog een stap verder terug: hoe zitten onze medewerkers in elkaar? In het inspiratiedocument onderscheidt Rijkswaterstaat verschillende typen 'scheiders'. Zo is er de 'klassieke scheider' die eigenlijk maar weinig van afvalscheiding weet, maar die wél gevoelig is voor de sociale norm en voor een meewerkende omgeving. Je hebt de 'superscheider' die idealistisch is en zelfs tegen de stroom in afval weet te sorteren. De 'niet-scheider' gaat op de automatische piloot naar de vuilnisbak en wijdt er verder geen enkele gedachte aan. Meijer: 'De aard van de medewerkers bepaalt wat de beste interventie is. En wat je kunt doen om medewerkers mee te krijgen.'
# Tip 3
Maak afvalscheiding gemakkelijk
Wat voor bijna iedereen geldt, is dat mensen gewoontedieren zijn en dat niemand zin heeft in een ingewikkeld vuilnisparcours aan het eind van de lunch. Afval sorteren moet geen speurtocht zijn, weet Meijer. Duidelijke informatie is essentieel. 'Daarom heeft Rijkswaterstaat standaard pictogrammen ontwikkeld die bedrijven rechtenvrij kunnen gebruiken. De kleurcode sluit aan bij de historie: voor glas wordt door de producentenorganisatie gebruik gemaakt van de kleur geel. Voor papier gebruiken veel gemeenten de kleur blauw. En de kleur oranje hoort duidelijk bij de campagne Plastic Heroes.' De benaming voor de plasticstroom is nog in ontwikkeling. ‘Wij adviseren om te werken met de benaming 'plastic, blik en drinkpakken' omdat de afkorting PMD (voor plastic, metaal en drankkartons) nog niet is ingeburgerd' zegt Meijer. Pictogrammen zijn echter maar één onderdeel: 'De afvalbakken moeten bijvoorbeeld goed toegankelijk zijn, er moet duidelijk en op ooghoogte bij staan wat waar in moet. Alleen de pictogrammen is helaas niet genoeg, de basis moet op orde zijn.'