Branchevereniging aan het woord: Bouwend Nederland

Stuur ons een bericht


We proberen binnen 2 werkdagen te reageren.
Verder gelden deze spelregels.
Annuleren
? Contact
02-11-2023

Bouwend Nederland is de vereniging van bouw- en infrabedrijven. Algemeen directeur Fries Heinis vertelt.

 

Vertel eens over uw branche(vereniging).

‘De bouwsector vertegenwoordigt een omzet van ruim 96 miljard, 10 procent van het bbp. Bouwend Nederland is voor die belangrijke sector representatief met ruim 4.600 lidbedrijven en 60 procent van de werknemers. En dan gaat het niet alleen over woningbouw, maar ook over utiliteit, verduurzaming, onderhoud en infrastructuur. Dat hele palet bedienen onze leden. Als werkgeversvereniging vertegenwoordigen we vooral bedrijven met werknemers. Daaronder zijn ook bijna alle 50 grootste bedrijven in onze sector. Maar het gros heeft minder dan 10 mensen in dienst.

Onze bureauorganisatie kent nu ongeveer 130 mensen en is een van de grootste contribuanten van MKB-Nederland en VNO-NCW. Naast de landelijke organisatie hebben we vijf regiokantoren met elk zes tot negen medewerkers. Dat past bij de bouw, want veel van ons werk vindt lokaal en regionaal plaats. We laten ook ons geluid horen bij de Europese Unie in Brussel.’

 

Hoe lang bent u al directeur en wat is uw achtergrond?

‘Negen jaar. Ik begon mijn werkzaam leven als persoonlijk medewerker van Johan Remkes. Daarna ben ik in de voetbalwereld verzeild geraakt. In 2001 werd ik bij VNO-NCW beleidssecretaris en vijf jaar later directeur van de Vereniging van Waterbouwers. De stap naar Bouwend Nederland was toen niet meer zo groot: de meeste waterbouwers zijn ook bij ons lid.’

 

Welke actuele kwesties spelen er momenteel voor jullie?

‘De markt is altijd prioriteit bij ons. Dat spitst zich vooral toe op budgetten van, vaak publieke, opdrachtgevers. We hebben intensief contact om te zorgen dat de omstandigheden waarin werk op de markt wordt gezet ideaal zijn. Dat betekent dat de prijs goed moet zijn, maar ook dat er ruimte is voor duurzaamheid en innovatie.

We hebben namelijk een kanteling gemaakt van het platte ondernemersbelang naar maatschappelijk belang. We roepen al lang niet meer dat we meer asfalt willen neerleggen, maar dat we willen zorgen dat mensen veilig van A naar B kunnen reizen. Omdat dat goed is voor de economie en voor de mens zelf. Of ze dat per spoor, fiets, of per auto doen, moet niet uitmaken. Iets vergelijkbaars geldt voor verduurzaming, energieconsumptie en de behoefte aan woonruimte.

 

En nog meer?

‘Bij de technische beroepen hebben we al lang een probleem om mensen enthousiast te maken. Door de bevolkingskrimp en vergrijzing is dat verergerd. Dus besteden we meer aandacht aan de arbeidsmarkt. Bijvoorbeeld met het Aanvalsplan Techniek voor meer (zij-)instroom. Dat doen we samen met Bovag, Techniek Nederland, FME, Metaalunie, WENB en de vakbonden.

Verder werken we hard aan veiligheid. In de bouw gebeuren helaas nog te veel incidenten. Dat ligt ook aan het soort werk. We hebben uiteraard de ambitie om naar nul incidenten en nul doden te werken.

Dan heb je nog verduurzaming en de energietransitie. Door het stikstofdossier ligt de bouw al ruim vier jaar in belangrijke mate stil. We proberen daarom ook zelf stikstof- en andere emissies te reduceren. Op 30 oktober ondertekenden we het Convenant Schoon en Emissieloos Bouwen. In een routekaart staat in welk tempo we bouwmaterieel gaan vervangen door minder vervuilende exemplaren. Uiteindelijk willen we helemaal emissieloos bouwen.’

 

Wat zijn belangrijke lobbypunten?

‘Al die kwesties zijn ook lobbypunten. We laten onze stem horen via gesprekken, ingezonden brieven, interviews, televisie en radio. En we vinden ook gehoor omdat men wel wil weten wat zo’n grote ondernemersvereniging vindt of wil. Vanwege de komende verkiezingen zijn we al vroeg begonnen met het beïnvloeden van de juiste partijen met een rondje langs de verkiezingsprogrammacommissies en fractievoorzitters. Ook na de verkiezingen blijven we campagne voeren.’

 

Hoe ziet u de toekomst van uw branche?

‘Alle tekenen wijzen erop dat het de komende twee, drie jaar spannend wordt. Door het tekort aan bouwlocaties kunnen we onvoldoende woningen bouwen. En door het stikstofprobleem geen nieuwe wegen aanleggen. Maar ook internationale ontwikkelingen zoals de hoge rente zijn ongunstig. Dus de markt gaat wat krimpen. Maar daarna is het perspectief goed: er moet een miljoen woningen worden gebouwd of verduurzaamd, wegen en treinen zijn overvol en fietspaden moeten worden verbreed. Daarom doen we er alles aan om in de magere jaren medewerkers vast te houden, want die hebben we ook de komende jaren keihard nodig.

Voor de vereniging ziet het er ook goed uit. Door het succes van ons doorwerkprotocol in coronatijd zijn we de afgelopen jaren steeds ongeveer 5 procent in ledenaantal gegroeid. Om die vast te houden, blijven we natuurlijk doorontwikkelen. Bijvoorbeeld door te kijken hoe de sector kan inspelen op ontwikkelingen als tijdelijke huisvesting.’

 

Waarom zijn jullie lid van MKB-Nederland en VNO-NCW?

‘Omdat beide organisaties onze belangen goed behartigen met een ijzersterke lobby. MKB-Nederland specifiek voor het mkb. We zijn ook bestuurlijk actief in beide verenigingen. Ik vind het overigens goed dat MKB-Nederland en VNO-NCW niet alleen bestuurlijk en in gesprekken, maar ook via deze interviews goed contact met lidverenigingen onderhouden.’

 

Met welke branchedirecteur zou u weleens een dagje willen ruilen?

‘Met Annet Koster van de KVNR, de vereniging van Nederlandse reders. Mijn vader heeft lang op de handelsvaart gezeten. En in de waterbouw, waar ook veel varend materieel is, heb ik veel met de KVNR samengewerkt. Ik ben ze wat uit het oog verloren, maar heb veel sympathie voor die club. En ik vind Annet een fijne collega.’