Branchevereniging aan het woord: Vereniging van Waterbouwers

Stuur ons een bericht


We proberen binnen 2 werkdagen te reageren.
Verder gelden deze spelregels.
Annuleren
? Contact
11-03-2024

De Vereniging van Waterbouwers behartigt de belangen van de leden en werken continu aan een vitale waterbouwsector. Directeur Andrea Vollebregt vertelt.

 

Vertel eens over de branche(vereniging).

‘Wij waterbouwers laten Nederland wonen, werken en recreëren met, op en bij het water. Met onze kennis en ervaring zijn we in de wereld bekend geworden met waterprojecten. In Nederland zijn we eigenlijk verwend. We hebben weleens te weinig aandacht voor wat water doet en gaat doen voor de inrichting van ons land. Er zijn iets meer dan 200 waterbouwbedrijven. Onze vereniging heeft ongeveer 90 kleine en grote leden: baggeraars, dijkenbouwers en bedrijven die doen aan vaargeulonderhoud, landaanwinning, strandsuppletie, natuurherstel of constructieve werken, zoals kades en steigers. Allemaal zijn ze zijn actief in Nederland, deels in Europa en een klein aantal mondiaal: we hebben daarmee een brede representativiteit.

De vereniging zit in Den Haag, in de Malietoren. We hebben een bureau met 12 mensen dat zich richt op de beleidsterreinen mens, markt, materieel en duurzaamheid. Het thema mens gaat over zaken als arbeidsvoorwaarden en arbeidsmarkt. Materieel gaat over onze atypische vloot, zoals werkschepen en drijvende werktuigen. Het thema markt gaat over de continuïteit van werk en het aanbestedingsbeleid van vooral publieke opdrachtgevers: Rijkswaterstaat, waterschappen, provincies, gemeenten en havenbedrijven. En bij duurzaamheid gaat het over de verduurzaming van onze vloot en over verduurzaming uitvragen in aanbestedingen.’

 

Hoelang bent u al directeur en wat is uw achtergrond?

‘Ik ben in januari 2020 directeur geworden. Iets eerder was ik aangenomen als beleidsadviseur, met de intentie om de zittende directeur op te volgen. Tot mei 2019 heb ik bij het Havenbedrijf Rotterdam gewerkt. Daar was ik verantwoordelijk voor lobby en public affairs in Duitsland. Dus de rode draad daarin is wel de belangenbehartiging. Vooraf was ik beperkt bekend met deze sector. Bij het Havenbedrijf heb ik bijvoorbeeld de aanleg van Maasvlakte 2 meegemaakt, maar daar was ik niet direct bij betrokken. Nu zie ik hoezeer waterbouwers meewerken aan de inrichting van Nederland en vind ik het een ontzettend mooie sector om voor te werken. Ook vanwege de diversiteit aan projecten, de passie van bedrijven en vooral trots van medewerkers op hun werk.’

 

Welke actuele kwesties spelen er voor jullie?

‘Allereerst de vervanging- en renovatieopgave van de Nederlandse waterinfrastructuur. Dan hebben we het over natte kunstwerken zoals bruggen, sluizen en waterkeringen. Het Hoogwaterbeschermingsprogramma loopt tot 2050. Het kabinet heeft water en bodem sturend gemaakt bij ruimtelijke keuzes. De uitvoering van dat beleid raakt ons natuurlijk. Ook de kaderrichtlijn water heeft veel impact op waterbouwprojecten. En de opgaven die de komende decennia op ons afkomen: klimaatadaptieve maatregelen en omgaan met de stijgende zeespiegel, dalende bodem en het extremer wordende weer. Waarbij je enerzijds het water langer wilt vasthouden, maar bij pieken in de neerslag ook sneller of anders af wilt kunnen voeren. We werken mee aan natuurherstel of landaanwinning voor woningbouw. Ten slotte houden we ons ook bezig met vraagstukken rondom arbeidsmarkt en arbeidsmarktkrapte.’

 

Wat zijn belangrijke lobbypunten?

‘Op dit moment komt er weinig werk naar de markt, hoewel er op de middellange termijn grote opgaven voor ons liggen. Dat kan straks niet allemaal in één keer uitgevoerd worden. We dragen daarom uit dat we bij alle opgaven niet alleen maar moeten verzanden in onderzoeken, maar vooral ook starten met uitvoeren. In de waterbouw werken we met de elementen, waarbij je van tevoren niet helemaal kunt inschatten hoe die zich gaan verhouden. We ontwikkelen ons vanouds op basis van empirische wetenschap. Je moet dus beginnen en gaandeweg kunnen bijsturen.’

 

Hoe ziet u de toekomst van uw branche?

‘Positief, want de komende decennia komen er hele grote vraagstukken en opgaven aan. Er is voldoende werk en ook divers en uitdagend werk. Rondom klimaatadaptatie bijvoorbeeld. Diezelfde vraagstukken leven steeds meer in de hele wereld. Veel leden zullen dus steeds meer opdrachten krijgen uit het buitenland. Waterbouw is een typisch Nederlandse expertise. Als vereniging zijn we heel goed in staat om de stem van de sector te zijn en te lobbyen bij de overheid en opdrachtgevers. We zijn ook vaak formeel gesprekspartner van de overheid, in Nederland en in de EU. Daar kunnen we nadrukkelijk een rol spelen voor onze leden die niet die directe toegang hebben.’

 

Waarom zijn jullie lid van MKB-Nederland?

‘Omdat we MKB-Nederland zien als een vereniging die onderwerpen aanpakt die alle ondernemers aangaan. Ze hebben ook de grootte, de slagkracht en het netwerk om die thema’s te bespreken met de overheid. Wij richten ons als kleine branchevereniging op specifieke waterbouwbelangen. En voor de brancheoverstijgende belangen verlaten we ons onder meer op MKB-Nederland.’

 

Met welke branchedirecteur zou u weleens een dagje willen ruilen en waarom?

‘Ik heb pas kennisgemaakt met Vera Carasso van de Museumvereniging. Die heeft veel meer leden dan wij. Maar net als bij ons zijn die heel divers, van klein lokaal museum tot de grote internationaal bekende musea. Zelf ben ik bestuurslid bij het Nationaal Baggermuseum in Sliedrecht, daar zit ook nog een linkje. Ik vind het een vorm van welvaart dat we zoveel interessante en mooie musea hebben in Nederland. Die staan voor de opgave om toekomstbestendig te zijn en steeds weer een nieuw publiek aan te boren. Het lijkt me heel boeiend om dat vorm te geven. Bovendien vind ik het interessant om te zien hoe de Museumvereniging soms gevraagd wordt zich te mengen in het publieke debat over actuele zaken.’