Branchevereniging aan het woord: VOTOB

Stuur ons een bericht


We proberen binnen 2 werkdagen te reageren.
Verder gelden deze spelregels.
Annuleren
? Contact
12-02-2023

In deze serie komen de brancheleden van MKB-Nederland en VNO-NCW aan het woord. Deze week directeur Willem-Henk Streekstra van de VOTOB, de Vereniging van Nederlandse Tankopslagbedrijven.

 

Vertel eens over uw branche en brancheorganisatie.

‘Wij zijn de vereniging voor bedrijven die tankopslagruimte verhuren. Bijvoorbeeld aan bedrijven die olie hebben opgekocht en dit tijdelijk willen opslaan om een prijsverhoging af te wachten of voor import en export van olie. Daarmee zijn we een belangrijke spil in de handel van chemische en olieproducten in Nederland. Bij de VOTOB zijn twintig bedrijven aangesloten.’

 

Hoe lang bent u directeur en wat heeft u hiervoor gedaan?

‘Ik werk nu drie jaar als directeur bij de VOTOB. Daarvoor heb ik veertien jaar lang bij VNO-NCW gewerkt. Belangenbehartiging is een wereld die ik dus goed ken. Voor mijn tijd bij VNO-NCW heb ik veertien jaar gewerkt voor de boerenlobby.’

 

Wat zijn actuele kwesties voor jullie?

‘De zorgplicht is op dit moment een belangrijke kwestie voor ons. Hoe ver gaat deze plicht, wat kan je vragen van investeerders en ondernemers, wanneer is iets groen genoeg? Ook de pensioenfondsen die weglopen van de fossiele industrie, vind ik een belangrijk punt. Eigenlijk vind ik dat een domme beslissing. Op deze manier geef je zeggenschap weg aan landen buiten Europa die hier heel andere ideeën over hebben dan wij in Nederland.

Verder is de milieuwetgeving in Nederland de strengste in Europa. We hebben veel te stellen met lokale overheden als het gaat om regels rondom stoffen. En we vinden de nulemissie die de overheid als doel heeft gesteld, niet haalbaar. Het kan zelfs contraproductief werken omdat er ontzettend veel energie nodig is om dit doel te behalen.’

 

Wat zijn belangrijke lobbypunten?

‘De discussie rondom zzs, zeer zorgwekkende stoffen, moet meer risicogericht zijn. Denken vanuit nul risico komt voort uit angst voor wat anderen zeggen. Maar risico’s zijn er altijd en anders stokt het beleid. Ik mis daarin de ondernemersmentaliteit bij de overheid.

Een ander punt is de stijgende import van ammoniak voor de productie van waterstof. We vinden het heel belangrijk dat als we deze kant op gaan, er dan wel gewerkt wordt aan de nodige maatschappelijke acceptatie in Nederland. De energiedichtheid van waterstof is lager, je zult dus meer opslag nodig hebben. Ammoniak heeft ook een kwade reuk, letterlijk en figuurlijk. Maar onze branche moet nu wel grote investeringen doen voor de komende veertig of vijftig jaar. We willen niet dat er over tien jaar ineens onvrede is hierover.’

 

Hoe ziet u de toekomst van de branchevereniging?

‘Ik denk dat die heel stabiel is. Er is veel te doen, ook in ons vakgebied. Een goede branchevereniging moet wel altijd een paar stappen vooruitdenken. Reageer niet alleen op wat de leden vragen. Zorg er ook voor dat mensen weten wat je sector inhoudt en wat de maatschappelijke relevantie is. Wij hebben daar de afgelopen jaren flink op ingezet, met succes.”

 

Waarom zijn jullie lid van VNO-NCW?

“Uiteraard draag ik VNO-NCW een warm hart toe, ik heb er jaren gewerkt. Ik denk dat VNO-NCW de rol heeft om strategisch discussies te voeren en pijnpunten te blijven benoemen. We willen wel af van fossiele energie, maar zover zijn we nog lang niet. VNO-NCW heeft taak om ook die andere kant te laten zien aan het publiek en politiek. Dat betekent tegen de stroom in blijven durven gaan en lastige boodschappen verkondigen als dat nodig is.’

 

Met welke branchedirecteur zou u weleens een dagje willen ruilen en waarom?

‘Dan zou ik kiezen voor directeur Dirk Beljaarts van Koninklijke Horeca Nederland. Ik heb veel respect voor hoe deze club zich heeft opgesteld en de belangen heeft behartigd tijdens de coronacrisis. Om dat te doen in zo’n lastige en verdeelde periode: petje af.’