In de rubriek ‘Even kennismaken met…’ leren we de medewerkers van MKB-Nederland en VNO-NCW beter kennen. Wie zijn ze en wat doen ze? Deze week: Eugène van ’t Hooft, sinds 1 maart strategisch beleidsadviseur Sociale Zaken.
De Malietoren is geen onbekend terrein voor jou.
‘Klopt, twintig jaar geleden heb ik ook al gewerkt voor VNO-NCW. Toen kwam ik als onervaren broekie binnen, na mijn eerste baan als beleidsmedewerker bij de Tweede Kamerfractie van de VVD. Nu heb ik veel meer praktijkkennis. In de tussentijd heb ik onder meer gewerkt als consultant en in diverse leidinggevende rollen bij adviesbureau Mercer – onderdeel van Marsh & McLennan Companies –, voornamelijk op het vlak van de gezondheid van werknemers. In die functie kwam ik bij talloze grote bedrijven over de vloer, waardoor de papieren werkelijkheid tot leven kwam.’
Heb je daar profijt van?
‘Absoluut, ik weet hoe het eraan toegaat in bedrijven. Dat bepaalt de blik waarmee ik naar dossiers kijk. Zo is het ministerie van Sociale Zaken bezig met een onderzoeksopzet over financiële prikkels voor werkgevers om meer te doen aan het voorkomen van verzuim en arbeidsongevallen. Het valt mij op dat die opzet heel erg is ingestoken vanuit de wet. Terwijl werkgevers ook los van hun wettelijke verplichtingen al veel doen aan preventie. Ze werken bijvoorbeeld samen met zorg- en verzuimverzekeraars om de risico’s in hun onderneming in kaart te brengen en met gerichte acties te beperken. Beide partijen hebben daar immers belang bij.’
Wat wil je bereiken?
‘Ik neem de portefeuille over van Mario van Mierlo, die met pensioen is gegaan. Op dit moment ben ik aan het kennismaken met collega’s, de leden en de counterparts van de vakbeweging. Laatst had ik bijvoorbeeld mijn eerste overleg in de SER-commissie Grenswaarden Stoffen op de Werkplek. Doel van die commissie is te zorgen voor werkomstandigheden waarin mensen zo min mogelijk worden blootgesteld aan gevaarlijke stoffen.
Verder ben ik me vooral aan het inlezen. Ik wil een goed beeld krijgen van welke dossiers nu écht belangrijk zijn voor onze leden. Samen met hen wil ik vervolgens een haalbare agenda opstellen. Meer in het algemeen denk ik dat er meer balans moet komen in de verantwoordelijkheidsverdeling tussen werkgevers en werknemers als het gaat om arbeidsongevallen en ziekte. Hoewel veel verzuimrisico’s niet arbeidsgerelateerd zijn, wordt er nogal eenzijdig naar werkgevers gewezen. Zij moeten voldoen aan de wet, uiteraard, maar het plaatje is breder en werkgevers en werknemers hebben gemeenschappelijke belangen. Het zou goed zijn als dat scherper op het netvlies kwam.’
Je bent nog maar net begonnen, maar: heb je het naar je zin?
‘Tot nu toe voelt het als een warm bad. Het is mooi om te werken bij een organisatie die zo’n strategische positie heeft in het land. Op het gebied van sociale zaken kunnen wij echt de doorslag geven via de SER en de Stichting van de Arbeid. Als werkgevers en vakbonden het eens zijn, ontstaat er zoveel draagvlak dat bijna niemand daar nog omheen kan.’
