Na de verkiezingen trad een Tweede Kamer aan die voor 45 procent ervaring had in het bedrijfsleven. Maar of dat nog steeds zo is... Zijn er na het vertrek van Kamerleden richting kabinet en de komst van hun vervangers nou meer of minder ondernemers in de Tweede Kamer. De balans na de formatie.
Met het aantreden van het nieuwe kabinet moest de Tweede Kamer snel op zoek naar 12 nieuwe Kamerleden. Immers: een aantal Kamerleden werd gepromoveerd tot minister of staatssecretaris, en de leden van het kabinet-Rutte II die dóór mochten in Rutte III, maakten tijdens de formatie voor de vorm ook deel uit van de Tweede Kamer.
Heeft de uittocht annex intocht van Kamerleden nog tot grote verschuiving geleid in het percentage ondernemers in de Tweede Kamer? Dat wil zeggen: Kamerleden die ervaring hebben in het bedrijfsleven, of zelfs ondernemer zijn geweest. Om kort te zijn: nee. Er zijn 7 Kamerleden met bedrijfservaring vertrokken, en er zijn er 9 voor in de plaats gekomen. En dat zijn vooral ondernemers: 4 zijn er vertrokken (VVD'ers Zijlstra, Wiebes en Harbers, en D66'er Ingrid van Engelshoven) en maar liefst 7 zijn er bij gekomen (4 VVD, 2 D66 en 1 CDA).
Het percentage ondernemers in de Tweede Kamer groeit
Het begrip 'ondernemer' is hierbij (zeer) ruim genomen. Wie in between jobs een blauwe maandag zelfstandig adviseur is geweest, is meegeteld. Partners ook. Want dan heb je toch ervaring gehad met een bedrijf draaiende houden en risico dragen. Bij de nieuwe VVD'ers gaat het om drie adviseurs, bij D66 om een uitgever van een website, en bij het CDA om een eigenaar van een kunsthandel.
In totaal verandert er dus weinig aan het aantal ondernemers in de Tweede Kamer (of preciezer: het aantal Kamerleden met ervaring in het bedrijfsleven): 69, ofwel 46 procent van de totale Tweede Kamer. Het aantal echte ondernemers in de Tweede Kamer gaat van 35 naar 38. Het aantal dat in loondienst in het bedrijfsleven heeft gewerkt, gaat van 32 naar 31.
'een ondernemer in de tweede kamer kijkt toch met een ondernemersblik'
Interessant is dan nog hoe het staat met de 'bedrijfskennis' in het nieuwe kabinet. Van de 24 ministers en staatssecretarissen heeft precies de helft ervaring in het bedrijf. Van hen zijn 7 ook nog eens ondernemer geweest. Dus het kabinet is wat dat betreft ondernemender dan de Tweede Kamer. Kijken of dat de komende jaren ook uit het beleid blijkt.
VVD (33 zetels)
6 nieuwe Kamerleden
1 bedrijfsleven
4 ondernemers
Judith Tielen, Hayke Veldman en Leendert de Lange zijn actief geweest als zelfstandig adviseur. Wybren van Haga heeft verschillende bedrijfjes opgezet, waaronder Sjopperdepop Vastgoed.
CDA (19 zetels)
2 nieuwe Kamerleden
1 ondernemer
Lenny Geluk-Poortvliet heeft een kunsthandel gerund.
D66 (19 zetels)
3 nieuwe Kamerleden
2 ondernemers
Monica den Boer had vier jaar een onderzoeks- en adviesbureau. Matthijs Sienot gaf de website hetkanwel uit, met informatie over duurzaamheid.
ChristenUnie (5 zetels)
1 nieuw Kamerlid
1 bedrijfsleven
Stieneke van der Graaf was één jaar juridisch adviseur bij Capitol Tool Company.
Op de foto bovenin van links naar rechts: Lenny Geluk-Poortvliet (CDA), Judith Tielen (VVD), Leendert de Lange (VVD), Hayke Veldman (VVD), Monica den Boer (D66), Wybren van Haga (VVD), Mathijs Sienot (D66) en Stieneke van der Graaf (ChristenUnie)
Lenny Geluk-Poortvliet: 'Belastinggeld mag niet worden verspild'CDA-Kamerlid en ondernemersdochter Lenny Geluk-Poortvliet (74) heeft jarenlang een kunsthandel aan huis gehad in de duinen van het Zeeuwse Burgh-Haamstede. Ze organiseerde huisconcerten en liet kunstenaars uit Oost-Europa tijdelijk in het atelier wonen en werken. ‘Het ging mij vooral om de kunst, maar je moet jezelf wel kunnen bedruipen. En het is altijd mijn droom geweest om een eigen zaak hebben.’
Ze heeft het niet van een vreemde. Haar vader had een groothandel in winkelinstallaties, gereedschap en halffabricaten. 'Hij leverde onder meer ovens aan bakkerijen. Het was de tijd dat bakkers broodfabrieken werden en kruideniers supermarkten. Op het gebied van mensen bij elkaar brengen om samen te werken was hij een voortrekker. Dat en het inspelen op veranderende tijden heb ik zeker van hem meegekregen.'
In de Kamer is zij voor het CDA woordvoerder op de onderwerpen cultuur, emancipatie en de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO). Niet de ‘harde’ economische onderwerpen, maar ze bekijkt haar werk in de Kamer wel met een ondernemersblik. ‘Ik kijk naar hoe het overheidsgeld wordt besteed. Dat wordt immers opgebracht door ondernemers en burgers in de vorm van belastinggeld. Een simpel voorbeeld: trapliften in huis voor ouderen worden niet hergebruikt als ze daar niet meer nodig zijn, terwijl de zorg steeds duurder wordt. Ik heb een meldpunt opgericht voor dat soort verspilling.’
Ze kent de kritiek van ondernemers dat het zo langzaam gaat in de politiek. ‘Dat regel je dan toch’, krijgt ze regelmatig te horen. Maar ook op basis van haar jaren in de gemeenteraad en als wethouder van Schouwen-Duiveland weet ze hoe het democratisch proces werkt, en dat je nu eenmaal bepaalde stappen moet nemen als je iets voor elkaar wil krijgen. ‘Dat lukt dan niet in een paar dagen.’
