Studenten hebben weer zin in bèta, nu de universiteiten nog

Stuur ons een bericht


We proberen binnen 2 werkdagen te reageren.
Verder gelden deze spelregels.
Annuleren
? Contact
04-09-2014

Dat is ook wat. Eindelijk neemt het aantal jongeren dat kiest voor een bèta-technische studierichting spectaculair toe. In de fysica is bijvoorbeeld sprake van een verdubbeling van de studentenaantallen in zeven jaar, een ongekend goed resultaat. Maar tegelijkertijd blijft het bèta-onderzoek in Nederland een ondergeschoven kindje.

Wie naar de cijfers kijkt, kan niet anders concluderen dan dat bèta-technologisch onderzoek er relatief bekaaid vanaf komt in de onderzoeksportfolio van Nederlandse universiteiten. Nederland investeert internationaal gezien laag op de bèta-gebieden. De specialisatiescore (een 1 hierop betekent evenveel onderzoek als het internationaal gemiddelde) voor de fysica en materiaalkunde van Nederland is bijvoorbeeld maar 0.61, voor elektrotechniek 0,68 en voor chemie en chemische technologie 0.69. Je hoeft geen bèta te zijn om te zien dat dit niet overhoudt.

Dat Nederlandse publicaties nogal altijd een grote impact hebben, mag daarom een wonder heten. Helaas daalt hun aandeel in onze onderzoeksportfolio de afgelopen jaren dramatisch. Deze terugloop staat haaks op de onderzoekbehoefte van het bedrijfsleven. Maar ook voor de Nederlandse bèta-talenten is dit een slechte ontwikkeling. Je wilt ze onderwijs bieden dat gebaseerd is op de toppen van de wetenschap.

Het probleem heeft waarschijnlijk alles te maken met de huidige financiering van universiteiten: betaling per student en een vergoeding voor promoties die gelijk is voor alle disciplines. Dit prikkelt universiteiten om weg te bewegen van de duurdere bèta-technische studies. Een simpele ingreep kan zijn om de bonus die universiteiten krijgen voor promoties weer afhankelijk te maken van de studierichting.