Topsectoren in beeld: Topsector Tuinbouw & Uitgangsmaterialen

Stuur ons een bericht


We proberen binnen 2 werkdagen te reageren.
Verder gelden deze spelregels.
Annuleren
? Contact
07-01-2024

In de topsectoren werken bedrijven, wetenschap en overheid samen aan innovatie en kennisdeling. Het doel is om te zorgen dat Nederland economisch tot de wereldtop blijft behoren en oplossingen te vinden voor maatschappelijke uitdagingen als vergrijzing en schaarste van voedsel, water en energie. In deze aflevering: Jaap Bond, boegbeeld van de Topsector Tuinbouw & Uitgangsmaterialen.

 

Vertel eens over het werk van jullie topsector.

‘Wij leggen de verbinding tussen de triple helix: ondernemers in de sector, overheid en kennis- en onderwijsinstellingen. Om de mondiale maatschappelijke uitdagingen rond voedsel, leefomgeving, klimaat en energie het hoofd te bieden, is samenwerking tussen deze drie partijen noodzakelijk. Onze kennis- en innovatieagenda – die we samen met de topsectoren Agri & Food en Water & Maritiem hebben opgesteld –,  geeft aan waar we de komende vier jaar aan gaan werken.

Wij richten ons op kennisontwikkeling: van fundamenteel tot aan toegepast onderzoek en valorisatie. Dit moet leiden tot een tuinbouwsector die in 2050 klimaatneutraal is en in 2030 substantieel minder grond- en hulpstoffen gebruikt en gezond, veilig en duurzaam voedsel produceert. Laat ik er wel bij zeggen dat dit soort doelen niet de suggestie moeten wekken dat de sector pas net begonnen is. Welnee, de tuinbouw is al járen bezig om het beter en duurzamer te doen. En dat stopt ook niet na 2030 of 2050.’

 

Wat voor soort bedrijven zijn aangesloten?

‘Bedrijven in de glastuinbouw, sierteelt en open teelt, zoals fruit- en bloembollenteelt. Ook zaadveredelingsbedrijven horen erbij. In deze zogenoemde uitgangsmaterialen zijn wij ongelooflijk goed: 50 procent van de groente in de wereld groeit uit Nederlandse zaden. Het kost tien tot vijftien jaar om nieuwe soorten te ontwikkelen, die steeds aan andere eisen moeten voldoen. Je kunt je voorstellen dat zaden die worden gebruikt in pakweg Mexico bestand moeten zijn tegen andere temperaturen, bodemsoorten en insecten dan we kennen in Nederland.

Het is een kennisintensieve sector, die 5 procent van de omzet – bijna 1 miljard euro per jaar – besteedt aan onderzoek. In totaal bestaat de sector uit 24.000 bedrijven. Het leeuwendeel is midden- en kleinbedrijf. Dat is voor ons de moeilijkste categorie bedrijven om te bereiken. Het aanvragen van innovatiesubsidies kost tijd en dat is lastig voor mkb’ers die worden opgeslokt door de dagelijkse drukte. Daarom ondersteunen wij ondernemers bij het indienen van projectaanvragen. Het is heel belangrijk om het mkb te betrekken bij de topsector, omdat daar zoveel praktijkgerelateerde kennis aanwezig is.’

 

Welke ontwikkelingen ziet u?

‘De glastuinbouw staat voor de opgave om minder gas te verbruiken en onderdeel te worden van lokale duurzame energienetwerken. Een mooi voorbeeld is het bloembollenbedrijf in Enkhuizen dat inmiddels draait op aardwarmte. De restwarmte van 17 graden wordt gebruikt om 250 nabijgelegen woningen te verwarmen én te koelen. Ondernemers in de open en sierteelt zoeken naar win-winoplossingen die bijdragen aan biodiversiteit en natuur. Denk aan bepaalde voorjaarsbloeiers die bijen aantrekken.

Voor de hele sector is het een uitdaging om volwaardige alternatieven te vinden voor chemische gewasbeschermingsmiddelen. De groenteteelt in kassen is hiermee het verst. Door inzet van nieuwe technologieën in gecontroleerde omstandigheden is het mogelijk ziekten en plagen met natuurlijke vijanden te bestrijden. In de zaadveredeling is er een nieuwe techniek waarmee wetenschappers het DNA van levende wezens nauwkeurig kunnen aanpassen: CRISPR-Cas. Zo wordt het mogelijk om gewassen resistent te maken tegen ziekten, zodat er minder bestrijdingsmiddelen nodig zijn. In tegenstelling tot in de rest van de wereld is deze methode in Europa verboden. Dit is een obstakel voor innovatie in de zaadveredeling. Het risico is dat deze bedrijven Nederland zullen verlaten.’

 

Jullie werken veel samen met andere topsectoren. 

‘Niet alleen bij het opstellen van de kennis- en innovatieagenda, zoals ik net vertelde. Maar bijvoorbeeld ook met de Topsector Logistiek, want je kunt je voorstellen dat slimme logistiek een voorwaarde is om onze producten aan de man te brengen. Ook met de Topsector Lifesciences & health hebben we nauwe banden. Samen hebben we bij de politiek tussen de oren gekregen dat gezonde voeding grote gezondheidswinst oplevert. Uit onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat goed voedsel in ziekenhuizen mensen helpt om sneller te herstellen. En met de Topsector Energie werken we samen om bijvoorbeeld groene waterstof beschikbaar te krijgen voor de tuinbouwsector.’

 

En met buitenlandse partijen?

‘Een van onze belangrijkste partners is Wageningen University & Research, een internationaal toonaagevend bolwerk. Ook werken we samen met de landbouwattachés van het ministerie van LNV die overal ter wereld actief zijn en gaan we regelmatig mee met handelsmissies. De technologieën die door Nederlandse ondernemers en onderzoekers zijn ontwikkeld, gaan de hele wereld over. Zo nam ik laatst deel aan de door VNO-NCW georganiseerde rondetafelbijeenkomst voor Nederlandse en Zuid-Koreaanse ondernemers. Nederlandse bedrijven helpen dit land al langer om de tuinbouwsector te moderniseren. Zo is de paprika – exportproduct nummer één van Zuid-Korea naar Japan – geteelt in kassen met Nederlandse technologie.’

 

Wat verwacht u van de bedrijven in de sector?

‘Dat zij blijven innoveren en investeren, ondanks dat het voor sommige bedrijven moeilijke tijden zijn. Het vestigingsklimaat in Nederland staat onder druk. Ondernemers hebben te maken met oplopende regel- en belastingdruk en onzekerheid over het overheidsbeleid. Voor bijna al haar wensen haalt de politiek het geld bij het bedrijfsleven. Daar moeten we voorzichtig mee zijn.

De tuinbouwsector draagt jaarlijks 24 miljard euro bij aan de BV Nederland. Het is een misverstand dat de sector enkel voor de mondiale export produceert: 80 procent van de producten gaat naar Duitsland, België, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk. En wereldwijd dragen we met onze technologieën en zaden bij aan lokale voedselproductie. De tuinbouw is dus van groot economisch belang. Daarnaast staat mede door de oorlog in Oekraïne het strategisch belang van voedselvoorziening hoog op de agenda. Kortom: koester deze topsector.’