Branchevereniging aan het woord: Verenigde Vakspecialisten Jacht- en Schietsport (VVJS)

Stuur ons een bericht


We proberen binnen 2 werkdagen te reageren.
Verder gelden deze spelregels.
Annuleren
? Contact
07-06-2023

De VVJS is de belangenorganisatie voor bedrijven in de jacht- en schietsport. VVJS-vertegenwoordiger Rob Boom vertelt.

 

Wat is er te vertellen over de branche en branchevereniging?

‘Vroeger heetten we de Nederlandse Vereniging voor de Wapenhandel, maar dat gaf een verkeerd beeld. Het gaat om detailhandel en groothandel in de jacht- en schietsport. Onze leden verkopen bijvoorbeeld luchtbuksen en jachtgeweren, maar ook jachtkleding. In totaal hebben we 80 leden, dat is ongeveer 90 procent van de actieve handelaren. De VVJS heeft een vrijwilligersbestuur met 6 mensen. We zijn maar een kleine club met beperkte contributie-inkomsten. Die worden grotendeels gebruikt om mij aan het werk te zetten. In het verleden kostte het lidmaatschap weinig, maar kreeg je ook weinig. Nu ben ik een deel van de week op pad met een heel duidelijke agenda.’

 

Hoe lang heeft u die rol van vertegenwoordiger al?

‘Zeven jaar. Ik heb oorspronkelijk zelf ook een winkel gehad. Toen was ik zelfs even voorzitter van de vereniging. Nu zet ik me nog steeds in voor de VVJS, maar ik heb geen winkel meer. Daar lagen mijn kwaliteiten niet.’

 

Welke actuele (lobby)kwesties spelen er momenteel voor jullie?

‘Een heel groot thema zijn de problemen met de banken en verzekeraars. Die vinden het verhandelen van wapens al snel eng. Maar er is veel toezicht op de branche om witwassen en het financieren van terrorisme tegen te gaan. Door dat extreme toezicht zijn de risico’s eigenlijk juist heel laag. Toch willen verzekeraars niets te doen hebben met mensen die actief zijn in de jacht- en schietsport. Ook banken vinden het een moeilijk verhaal. Die strijd voeren we continu. Als we ons verhaal maar heel vaak herhalen, willen banken wel meedenken. Ze hechten dan wel veel waarde aan het VVJS-lidmaatschap. Ze zien hoe gedreven wij zijn om de branche schoon te houden. En ze vinden het prettig dat ze met mij één aanspreekpunt hebben.

Verder signaleren we dat bij de overheid kennis van wapens wegvloeit. Er is lang niet geïnvesteerd in personeel en opleidingen. De politie moet eigenlijk toezicht houden op onze leden, maar kan dat steeds minder. Daardoor moeten onze leden professionaliseren om het zelf te kunnen. Gek genoeg zijn wij heel erg gebaat bij goed toezicht. Daarom proberen we steeds meer zelf te regelen, maar eigenlijk is dat niet de juiste manier.

We zijn wel in gesprek met het ministerie en de politie over deze onderwerpen. De opleidingen voor wapenhandelaar moet de politieacademie eigenlijk verzorgen, maar daar ontbreekt het aan capaciteit. Als branche hebben we ons constructief opgesteld. De academie heeft ons nu verzocht om de opleidingen elders onder te brengen. Op die manier werken we mee aan oplossingen.’

 

Hoe ziet u de toekomst van uw branche?

‘Op zich zijn de ontwikkelingen heel positief qua verkopen. Wel zien we vergrijzing bij onze klanten, beoefenaars van de jacht- en schietsport. Door de paniek en emoties na het schietincident in Alphen aan den Rijn in 2011 zijn er gigantische drempels opgeworpen. Daardoor kwamen er lang weinig nieuwe klanten bij. Inmiddels zien we daar gelukkig verbetering in.

Een risico is ook dat de overheid voor ons geen stabiele partij is. We proberen ons werk verantwoord te doen. Als er een incident zou gebeuren – wat we natuurlijk niet hopen, dan zijn we kwetsbaar omdat men vaak regeert naar de waan van de dag. We trekken altijd aan het kortste eind bij door een incident ingegeven politieke dadendrang of als een van de toezichthouders ter verantwoording wordt geroepen. We zijn een branche die voor veel mensen onzichtbaar is, maar als er iets misgaat zijn we meteen voorpaginanieuws. Daartussen zit weinig lucht.

Als vereniging zijn we de laatste tijd gegroeid van 45 naar zo’n 80 leden. Dat betekent dat meer ondernemers waarde zien in het lidmaatschap. Leden zien dat ze nu wel bij een bank terechtkunnen, en dat contacten met lokale politie-eenheden en het ministerie beter lopen. Zonder lidmaatschap van de vereniging kun je het ook wel vergeten met je bankrekening en verzekeringen. Dus de branchevereniging komt steeds steviger te staan.’

 

Waarom zijn jullie lid van MKB-Nederland?

‘Oorspronkelijk waren we lid uit gewoonte. Toen leden dat ter discussie stelden, zei ik: wat halen we en wat brengen wij in? MKB-Nederland moet het ook hebben van de inbreng van de leden. Toen zijn we actiever geworden. Ik heb aan het directeurenoverleg deelgenomen en ben een paar keer naar Brussel geweest. Via MKB-Nederland zijn we in contact gekomen met branches die al eerder zaken hebben meegemaakt waar wij nu tegenaanlopen. Dat is heel waardevol voor ons. Je krijgt het niet cadeau, maar je krijgt wel handvatten. Op de laatste ALV is de verhoging van onze contributie met de bijdrage voor MKB-Nederland dan ook unaniem geaccepteerd.’

 

Met welke branchedirecteur of voorzitter zou u weleens een dagje willen ruilen?

‘Ik zit in een hoek waar je altijd moet verdedigen wat je doet. Dus het lijkt me heerlijk om eens in een branche rond te lopen die nooit ter discussie staat. De buitensport bijvoorbeeld. Of de campingsector, de RECRON. Daar spreken we ook weleens mee omdat we wat overlap hebben.’