De industriële productie daalt al maanden. Hoe erg is dat?

Stuur ons een bericht


We proberen binnen 2 werkdagen te reageren.
Verder gelden deze spelregels.
Annuleren
? Contact
15-02-2024

10 procent daling. 11 procent daling. Maand op maand meldt het CBS dat de industrie minder produceert dan vorig jaar. Wat betekent dat en nog belangrijker: moeten we ons daar zorgen over maken? 

 

In 2023 rapporteerde het CBS maand op maand dalingen van de industriële productie. In een economie die piept en kraakt vanwege de krappe arbeidsmarkt, netcongestie en hoge energieprijzen, lijken weinig mensen zich druk te maken om de toekomst van de industrie. Ten onrechte, want ‘als de basisindustrie problemen heeft, dan komen er problemen in de hele economie’. Wat betekent dit nou precies?

 

Over welke cijfers hebben we het?

Volgens het CBS daalde de industriële productie van januari 2023 tot en met november 2023, telkens gemeten ten opzichte van dezelfde maand in 2022. In vier maanden was de daling zelfs 10 procent of meer. De reeks dalingen in 2023 volgde op aanhoudende groei in 2021 en 2022. Die groei was een correctie op de krimp tijdens de coronapandemie. Per saldo lag de productie eind 2023 6,7 procent hoger dan in 2015.

 

Hoe komt het dat er in de industrie minder geproduceerd wordt?

‘De hoge energieprijs is een belangrijke oorzaak van de dalende productie’, verklaart hoofdeconoom Peter Hein van Mulligen van het CBS. Maar er spelen ook andere factoren een rol. ‘De economische groei valt wereldwijd tegen, behalve in de Verenigde Staten. Nederland onttrekt zich daar ook niet aan.’ Minder economische groei betekent minder vraag en dus slechtere vooruitzichten voor de productiesector.

 

'Het is de laatste jaren niet rustig geweest'

 

De milde economische recessie waar Nederland in 2023 terecht is gekomen, laat zich in alle sectoren voelen, niet alleen in de chemie en de basisindustrie. ‘Op het moment dat de auto-industrie in Duitsland minder orders ontvangt, dan merken we dat bij toeleveranciers in Nederland’, zegt voorzitter Theo Henrar van FME, de werkgeversorganisatie van de technologische industrie. Als machinebouwers en onderdelenleveranciers hun orderportefeuilles zien opdrogen, dan werkt dat door in de basisindustrie, want dan bestellen ze geen zink, staal of aluminium meer in Nederland. Een ander voorbeeld is de papierindustrie. ‘Er is aanzienlijk minder papier en karton verkocht in 2023’, zegt voorzitter Rienk Jan van der Kooi van VNP, de branchevereniging van de papierindustrie. Kranten worden bijvoorbeeld steeds vaker digitaal in plaats van op papier gelezen.

 

Onrust in de wereld

Van der Kooi wijst ook nog naar de ‘onrust in de wereld’. ‘Eerst was er corona, daarna raakten internationale supply chains ontregeld omdat er een boot klem zat in het Suez-kanaal, toen was er een energiecrisis als gevolg van de Oekraïne-oorlog. Het is de laatste jaren niet rustig geweest’, constateert hij. Die verstoorde handelsketens triggerden ‘hamstergedrag’. ‘Bedrijven gingen voorraden aanleggen. Als de economie dan vertraagt en de vraag minder wordt, dan gaan die bedrijven eerst hun voorraden opmaken. Ze wachten zo lang mogelijk met het plaatsen van nieuwe orders. Dat zag je in 2023 terug in de industriële productie’, aldus Van der Kooi. ‘Inmiddels zijn de voorraden terug op normale niveaus, dus zou je in de loop van 2024 logischerwijs een groei van de industrie kunnen verwachten.’

Ook Europa maakt zich zorgenNiet alleen in Nederland maken industriële bedrijven zich zorgen over de straat van de industrie. Dat blijkt wel uit een rapport van de European Round Table for Industry (ERT). Dat waarschuwt namelijk dat Europa het aflegt tegen de Verenigde Staten en China als het gaat om economische groei en innovatie. ‘Als je kijkt naar het verschil in groeisnelheid tussen de Verenigde Staten en Europa, en je kijkt tien jaar vooruit, dan kan het zo zijn dat we economisch irrelevant worden en eerder een soort mooi museum voor bezoekers. Maar geen welvarende plek meer’, zei ERT-voorzitter Jean-Francois Boxmeer (ceo Vodafone) tegen Europese nieuwswebsite Euractiv. De verschillen zijn dan ook groot: in het rapport staat bijvoorbeeld dat Europa veel minder dan haar concurrenten besteedt aan r&d, namelijk 2,27 procent van het gdp, tegenover 2,40 procent van China, 3,45 procent van de VS en 4,81 procent van Zuid-Korea. Ander voorbeeld: de lijst met kritische technologieën wordt volledig gedomineerd door de VS (zeven gebieden) en China (37 gebieden). Europa is ‘pijnlijk afwezig’.
Wat moet er dan gebeuren volgens de ERT? Sowieso moet er meer focus komen op economische groei. En daarvoor is nog meer geïntegreerde Europese Unie nodig. Werk aan de winkel dus voor de Europese Commissie, die ervoor moet zorgen dat dat er één markt komt op het gebied van bijvoorbeeld energie, milieu, defensie en digitalisering. Ook moet het aantrekkelijker worden om in Europa te investeren, zoals Joe Biden bijvoorbeeld heeft gedaan met de Amerikaanse IRA.

Hoge energieprijzen

Een specifiek Nederlands probleem zijn de hoge elektriciteitsprijzen. Talloze bedrijven klagen over het ongelijke speelveld. De gasprijs is weliswaar terug op een acceptabel niveau, de stroomprijs is in Nederland hoger dan in andere Europese landen. Het level playing field in Europa staat onder druk, valt te beluisteren in het Nederlandse bedrijfsleven. Terwijl andere landen bedrijven compenseren voor hoge energieprijzen, doet Nederland niets, zo luidt de klacht. Schrijnend voorbeeld is zinksmelter Nystar, dat de productie in het Brabantse Budel tijdelijk heeft stilgelegd. ‘Nyrstar heeft zijn productieproces volledig geëlektrificeerd, dat is vanwege de duurzame ambities precies wat we in Nederland willen. Maar ze kunnen de stroomprijs niet meer ophoesten. Nu importeren we zink vanuit landen waar processen niet volledig zijn geëlektrificeerd, en waar de productie dus minder duurzaam is, maar waar wel meer overheidssteun is’, aldus Henrar van FME.

 

Wat zijn de gevolgen bij aanhoudende krimp?

Zonder chemie geen plastics en medicijnen. In de Nederlandse chemie werken 45 duizend mensen, die samen 87 miljard euro omzet genereren. Als de chemie krimpt, gaat dat langzaam verloren. De kennisinstellingen rond (groene) chemie worden dan ook op het spel gezet. Als de vraag afneemt en de productie daalt, dan worden bedrijven selectief met investeringen. ‘Ik zie dat veel bedrijven het zwaar hebben’, zegt voorzitter Nienke Homan van de VNCI, de branchevereniging van chemiebedrijven. ‘Investeringen worden niet meer hier, maar steeds vaker elders gedaan, door gebrek aan perspectief voor de bedrijven.’ Chemiefabrieken staan stil of schroeven de productie in Nederland terug, ten faveure van andere locaties, vaak buiten Europa. VNP-voorzitter Van der Kooi ziet hetzelfde. ‘Investeringen worden uitgesteld of geannuleerd, omdat er onzekerheid is over het rendement wat je kunt maken. Dat de rente is opgelopen helpt niet mee.’ Bestaande fabrieken zullen tot in lengte van jaren blijven produceren, maar als investeringen daadwerkelijk elders worden gedaan, dan zullen de chemie en de energie-intensieve industrie sluipenderwijs uit Nederland verdwijnen. Volgens CBS-hoofdeconoom Van Mulligen is het inderdaad ‘minder logisch’ dat de energie-intensieve industrie in Nederland blijft. ‘Maar met een hoogwaardige beroepsbevolking kunnen we hoogwaardige industrie ontwikkelen en behouden.’

 

'We moeten zorgen dat we de industrie behouden'

 

Is dat erg als Nederland minder basisindustrie en meer een hightech industrieland wordt?

Dat is inderdaad een probleem, vindt Homan van VNCI: ‘Als nieuwe investeringen niet meer in Nederland worden gedaan, dan verliezen we ons voorloperspositie, terwijl we een grote rol zouden kunnen spelen in de circulaire economie.’ Hoe afhankelijk wil Nederland worden van het buitenland?, vraagt Henrar van FME zich af. ‘Stel we hebben geen staalfabriek meer in Nederland, en stel dat Donald Trump volgend jaar weer in het Witte Huis zit en besluit om staalheffingen in te voeren, dan betekent dat dat machinebouwers hun staal uit een ander buitenland moeten halen.’ Met alle (geopolitieke) risico’s van dien. Maar ook de hightech industrie rond Eindhoven is afhankelijk van basisindustrie en de chemie. ‘Al die fenomenale bedrijven als ASML, VDL en Signify bestaan allemaal bij de gratie van de rest van de waardeketen’, benadrukt Henrar. ‘Als we in Europa niet bij de kleintjes willen horen, die bij het kruisje mogen tekenen in Brussel, dan moeten we zorgen dat we de industrie behouden.’

 

Is er toekomst voor de industrie in Nederland?

Van der Kooi van VNP is ondanks alles optimistisch: ‘Deze situatie dwingt bedrijven om te innoveren. Als papiersector zien wij mogelijkheden om bij te dragen aan duurzaamheid en circulariteit. Wij kunnen alternatieve materialen ontwikkelen voor bijvoorbeeld voedselverpakkingen, waar nu nog vaak plastics voor gebruikt worden.’ Ook Homan denkt er zo over. ‘Mijn droom is dat Nederland in een circulaire economie over zijn eigen duurzame materialen kan beschikken. Dat de landbouw grondstoffen voor de chemie gaat leveren. Dat we alles hergebruiken. We zullen een beetje moeten consuminderen, maar als we de circulaire economie van de grond krijgen, dan kunnen we grotendeels op dezelfde manier doorleven.’ Voor die groene droom van straks zijn wel de grijze bedrijven van nu nodig, benadrukt Homan. Want het zijn chemiebedrijven die grondstoffen blijven produceren voor plastics en medicijnen, ook al zal dat straks niet meer uit olie of gas zijn, maar uit biogrondstoffen of afval. ‘Tot het zover is moeten we zorgen dat we geen essentiële bedrijven kwijtraken aan China of de VS.’

 

Op de hoogte blijven van onze beste artikelen? Schrijf je dan gratis in voor onze nieuwsbrief

Roy op het Veld
freelance redacteur Forum