Het Innovatie Attaché Netwerk: Zuid-Korea

Stuur ons een bericht


We proberen binnen 2 werkdagen te reageren.
Verder gelden deze spelregels.
Annuleren
? Contact
17-04-2023

Het Innovatie Attaché Netwerk (IA-netwerk) van de Nederlandse overheid ondersteunt en stimuleert internationale samenwerking tussen bedrijven, onderzoeksinstituten en overheden op het gebied van innovatie, technologie en wetenschap. In deze serie vertellen de innovatieattachés over hun werk. Dit keer Peter Wijlhuizen en Jeong Eun Ha, standplaats Seoel, Zuid-Korea.

 

Welke ontwikkelingen ziet u op innovatievlak in Zuid-Korea? 

Wijlhuizen: ‘Het innovatiebeleid is sterk gericht op de huidige industrie, om concurrenten voor te blijven. Zuid-Korea is een leidend land op het gebied van halfgeleiders, batterijen voor elektrische voertuigen en waterstof.’ Ha: ‘Bij waterstof gaat het met name om toepassingen zoals het produceren van de waterstofauto en het waterstoftankstation.’

Wijlhuizen: ‘Ze kijken daarbij naar de relatief korte termijn, een paar jaar vooruit. Maar het land kijkt ook naar wat de industrie over tien jaar zou moeten doen: halfgeleiders en batterijen van de volgende generatie, maar ook quantum- en ICT-gerelateerde onderwerpen, zoals kunstmatige intelligentie en big data. Verder investeren de overheid, bedrijven en onderzoeksinstituten steeds meer in de defensie- en ruimtevaartindustrie. Zuid-Korea heeft als relatief klein land een eigen routekaart voor de ruimtevaart. Het heeft zijn eigen raket gebouwd en werkt aan een maanorbiter en maanlander. Ten slotte krijgen life sciences & health ook veel aandacht. Het geboortecijfer in Zuid-Korea is extreem laag en er is haast geen immigratie. Dat maakt het extra belangrijk de vergrijzende bevolking gezond te houden’

 

Wat zijn de raakvlakken met Nederland? 

Wijlhuizen: ‘De twee landen richten zich vaak op dezelfde onderwerpen, maar zijn geen concurrenten. Zo is de halfgeleiderindustrie in Nederland goed in het maken van de apparatuur om halfgeleiders te produceren, en Zuid-Korea in het efficiënt gebruiken en perfectioneren ervan om de kleinste en beste halfgeleiders te krijgen.’

Ha: ‘Bij waterstof is Zuid-Korea meer gericht op de benutting en Nederland op de productie en logistieke distributie. We hebben elkaar dus nodig om een waterstofeconomie te ontwikkelen. Op het gebied van life sciences & health is Nederland geen prioriteitsland, maar er zijn wel mogelijkheden voor meer samenwerking.’

Wijlhuizen: ‘Zuid-Korea heeft een paar grote producenten van batterijmaterialen en batterijen. Nederland heeft de technologie om de batterijen energiedichter en energiezuinig te maken en om het ontwikkelingsproces van nieuwe batterijen te versnellen.’

 

Waar liggen de kansen voor het Nederlandse bedrijfsleven?

Wijlhuizen: ‘Zuid-Korea is op zoek naar de technologieën om al de sectoren die we noemden te verbeteren. Dat hebben we gezien tijdens de handelsmissie over de energietransitie afgelopen maart. De focus lag daarbij op batterijen, waterstof en de energietransitie in de tuinbouw. Twee Zuid-Koreaanse bedrijven hadden matchmaking georganiseerd, waarbij ze meetings van 25 minuten met Nederlandse bedrijven belegden. Het ging meestal om technologieën en niet om tastbare producten. Een uitzondering was een jong bedrijf dat kunststof leidingen maakt voor waterstof. Deze vorm van matchmaking is niet echt de Zuid-Koreaanse stijl, maar er waren toch veel deelnemers.’

 

Wat kunt u betekenen voor bedrijven? 

Ha: ‘Ons dagelijks werk is om individuele bedrijven die contact opnemen verder te helpen. We werken daarbij samen met collega’s van handel en landbouw.’

Wijlhuizen: ‘Ik praat meer met Nederlands bedrijven en Jeong Eun meer met Zuid-Koreanen. We organiseren ook regelmatig missies en programma’s. Een grote handelsmissie met de minister erbij is er niet zo vaak, maar er staan de komende tijd bijvoorbeeld wel missies op het programma over halfgeleiders, waterstof en smart cities. En ook Eureka Day, een R&D matchmakingevent dat de Zuid-Koreanen organiseren. Er zijn dus verschillende evenementen waaraan bedrijven kunnen deelnemen. Die staan op de website van RVO  of de LinkedIn-pagina van onze ambassade. In Zuid-Korea is de persoonlijke relatie bij het zakendoen erg belangrijk. Die kun je alleen opbouwen als je af en toe aan dezelfde tafel zit. Daarom adviseren wij altijd om het land af en toe te bezoeken.’

Ha: ‘Daarmee laat je zien dat je serieus bent. De collectieve programma’s zijn vooral branding van Nederland. We laten we zien dat Nederland goed is in dit soort vakgebieden. Dan regelen we bijvoorbeeld ook een interview met een krant. Maar een-op-een service is voor bedrijven efficiënter omdat het echt afgestemd is op hun behoeften. Neem dus vooral contact met ons op bij vragen.’

 

Wat heeft de recente handelsmissie over de energietransitie bereikt?

Wijlhuizen: ‘De aanwezigheid van onze minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en de voorzitter van VNO-NCW was een mooie promotie van het Nederlandse bedrijfsleven. Dat overtuigde ook enkele Nederlandse bedrijven om mee te gaan. Ook TNO, Lucht- en Ruimtevaart Nederland en Wageningen University waren erbij.’

Ha: ‘Minister Schreinemacher en de Zuid-Koreaanse minister van Handel Ahn Duk-geun waren bij het ondertekenen van zeven memoranda van overeenstemming. Schreinemacher ging met een deel van de delegatie naar Hyundai en kreeg daar een ontvangst op hoog niveau. Als Nederlandse bedrijven vragen hebben aan Hyundai, kunnen wij die nu via de minister stellen en dan wordt het geregeld.’

Wijlhuizen: ‘Er was ook een bezoek aan Korea Shipbuilding & Offshore Engineering (KSOE), waar Nederlandse bedrijven een korte pitch gaven. Daar stelden de Zuid-Koreanen gedetailleerde technische vragen. Dat wijst op interesse, terwijl we ze vooraf een beetje moesten aansporen om de Nederlanders te ontvangen. Alle Nederlandse bedrijven gingen naar huis met nuttige contacten met bedrijven die ze nog niet kenden en die ze snel gaan opvolgen. Sommige bedrijven waren al eerder in Zuid-Korea, maar ook die kregen nieuwe contacten. Het is namelijk niet altijd makkelijk om de juiste persoon te vinden om mee te praten.’