Europarlementariër Michiel Hoogeveen (JA21) wil niet alleen ‘lawaai’ maken in Brussel, maar constructief werken aan een betere EU. En dat betekent minder regeldruk voor bedrijven. ‘Méér Europa is niet altijd beter.’
Net als in het Europees Parlement is JA21 na de verkiezingen nog maar met één zetel vertegenwoordigd in de Tweede Kamer. ‘Teleurstellend, maar we leven nog’, zegt europarlementariër Michiel Hoogeveen daarover. Hij richt zich nu op zijn ‘eigen’ verkiezingen: in juni wordt een nieuw Europees Parlement gekozen. Daar is hij nu drie jaar één van de 705 leden. ‘Europarlementariërs hebben minder macht dan de meeste mensen denken. We mogen alleen reageren op voorstellen van de Europese Commissie, en niet met eigen voorstellen komen.’ Toch is hij best wel te spreken over de invloed die hij op zijn portefeuilles – onder meer de financiële sector en internationale handel – tot dusver heeft kunnen uitoefenen. ‘Je kunt ook naar Brussel komen om alleen lawaai te maken met filmpjes en boos zijn. Maar daarmee verander je niets. Dus ik ga liever op zoek naar compromissen.’ Hij is in drie jaar tijd drie keer wetgevend rapporteur geweest: verantwoordelijk voor de behandeling door het Europees Parlement van een Commissie-voorstel.
Wie is Michiel Hoogeveen?Na de studies bedrijfskunde en politicologie werkte Michiel Hoogeveen (34) vanaf 2014 in de bankensector en als risicoadviseur bij KPMG. In 2016 sloot hij zich aan bij Forum voor Democratie en werd hij persvoorlichter en politiek adviseur voor de partij in Brussel. In 2020 verruilde hij met anderen Forum voor JA21. In 2021 verving hij Derk Jan Eppink (ging naar Tweede Kamer) in het Europees Parlement.
‘Commissie houdt zich niet aan regelbelofte’
JA21 heeft toch niet zoveel met Europa?
‘Wij zijn niet voor een Nexit, maar vinden wel dat Europa terug moet naar de kern: een economische gemeenschap. Je hebt hier in Brussel groepsdenken: méér Europa is altijd beter. Daar ben ik het dus niet mee eens. Ik wil geen Europees leger, en het veto van landen op het buitenlands beleid van de EU moet gehandhaafd blijven. Want we zijn te verschillend als lidstaten.’
‘Dus ja, ik ben kritisch op de EU, en dan vooral op de almaar uitdijende bureaucratie en regelgeving. Het ontbreekt in Brussel aan het inzicht dat regels ook moeten worden gehandhaafd. Om aan al die regels te voldoen moeten bedrijven van alles intern regelen: compliance, risk management, noem maar op. Dat merkte ik toen ik bij KPMG werkte en bij bedrijven langs ging. Bij nieuwe regels kon KPMG weer een nieuwe afdeling oprichten.’