Branchevereniging aan het woord: VNCI

Stuur ons een bericht


We proberen binnen 2 werkdagen te reageren.
Verder gelden deze spelregels.
Annuleren
? Contact
13-04-2023

De Koninklijke Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie (VNCI) is de brancheorganisatie voor de chemische industrie in Nederland. Directeur Manon Bloemer vertelt.

 

Wat is er te vertellen over de branchevereniging?

‘De VNCI behartigt de belangen van chemische productiebedrijven, over het algemeen middelgrote tot grote bedrijven. Wij hebben zo’n honderd directe leden en verbindingen met bijvoorbeeld de rubber- en kunststofindustrie en de cosmetica-industrie. Die hebben ook weer honderden leden. Onze omzet is 71 miljard euro.

We werken hier met 30 mensen aan grote inhoudelijke thema's. Veiligheid, gezondheid en milieu waren bij onze oprichting 105 jaar geleden de reden om te gaan samenwerken en leren van elkaar. Dan hebben we klimaat, energie, innovatie en verduurzaming: daar draait het om CO2-neutraal en circulair produceren. Een andere groep collega’s werkt aan public affairs en communicatie. Hoe vertellen we het verhaal van de chemie in Den Haag en Brussel of aan de jongere generatie? En dan hebben we het thema veilige en duurzame stoffen. Dat heeft te maken met de Chemicals Strategy for Sustainability, onderdeel van de Europese Green Deal. Er komt veel stoffenwetgeving uit Europa op ons af. Daar willen we ons goed op voorbereiden. Ten slotte besteden we apart aandacht aan onze mkb-leden die we helpen met zaken rondom veiligheid en verduurzaming.’

 

En over de branche?

‘Chemische productiebedrijven leveren de grondstoffen voor 97 procent van alle industriële productie. We zijn dus de industry of industries. Ongeveer 2 procent van de wereldwijde chemische industrie komt uit Nederland, terwijl we 0,2 procent van de inwoners hebben. Dat heeft natuurlijk te maken met de ligging, de grote havens waar raffinaderijen kwamen. Maar ook met de winning van gas, kolen en zout in Nederland. Want chemie is óf op olie gebaseerd óf op zout, de chloorchemie. In de toekomst zal de productie alleen nog gebaseerd zijn op duurzame energiebronnen. Daar heeft Nederland ook een gunstige ligging voor, omdat de Noordzee ondiep is en het er vaak waait.’

 

Hoe lang ben je al directeur en wat is je achtergrond?

‘Bijna vier jaar. Hiervoor heb ik dertien jaar bij Vopak gewerkt, in de opslag van onder andere chemicaliën. Dus de leden van VNCI kende ik als klanten van Vopak. En daarvoor werkte ik veertien jaar bij Unilever.’

 

Welke actuele kwesties spelen er voor jullie?

‘Met meer dan 150 partijen uit wetenschap, bedrijven en start-ups heeft de VNCI het groeifondsvoorstel FutureCarbonNL ingediend. Dat gaat over hergebruik van CO2 en koolmonoxide, ook wel CCU genoemd. Dat is een van de drie routes om over te schakelen op niet-fossiele koolstofbronnen. De andere zijn hergebruik van plastic en het gebruik van biogrondstoffen. Wij noemen dat de materialentransitie. Daar moet méér aandacht naar uitgaan. Verder krijgen we een nieuwe voorzitter: Nienke Homan. Zij was gedeputeerde in Groningen en heeft veel ervaring met de waterstofeconomie. Ze kent onze industrie goed.’

 

Wat zijn belangrijke lobbypunten?

‘De commissie-Van Geest heeft een rapport uitgebracht over verdere versnelling van CO2-reductie. De conclusies van de commissie over verplicht bijmengen van hergebruikt plastic, geven een goede richting. Maar de verdere beprijzing van CO2 die zij bepleit, vinden we niet de verstandigste route. Wij zeggen vooral: laten we geen nieuwe plannen maken, maar focussen op de plannen die in het klimaatakkoord zijn afgesproken. De industrie wil die halen. De overheid heeft ook een rol om de uitvoering te helpen versnellen. Dus wij lobbyen voor ruimte in vergunningen en voor infrastructuur, bijvoorbeeld meer ruimte op het elektriciteitsnet.’

 

Hoe zie je de toekomst van de branche?

‘De doelen van de Green Deal zijn alleen maar bereikbaar met groene en duurzame chemie. Dus ik denk dat er een enorme toekomst is voor de chemie. Wel moet Europa door de hogere energieprijs hard zijn best doen om te zorgen dat chemiebedrijven verduurzamingsinvesteringen in Europa doen. Nederland heeft een goede uitgangspositie. Maar Amerika trekt nu veel investeringen aan door Bidens Inflation Reduction Act. De VNCI zet zich er in elk geval voor in dat fabrieken hun duurzame investeringen hier gaan doen.

Europa realiseert zich nu dat je voor basisgrondstoffen niet helemaal afhankelijk moet zijn van andere werelddelen. En er wordt nu ook overwogen of we bepaalde materialen en aardmetalen zoals lithium in Europa moeten gaan minen en produceren. Daarvoor heb je weer veel chemie nodig.

Als vereniging zijn we drukker dan ooit. We worden ook goed gezien in al die grote thema's van verduurzaming en de materialentransitie. Ik voorzie dat we in de toekomst een grotere en gemengdere club worden. We hebben raakvlakken met de afval- en energiebedrijven, met waterstof en recycling en we zien dat technologische start-ups zich bij ons willen aansluiten.’

 

Waarom zijn jullie lid van VNO-NCW?

‘Om te brengen en te halen. De samenwerking is de laatste jaren alleen maar intensiever geworden rond thema’s als het klimaatakkoord en de grote transities. Vaak heeft VNO-NCW een voortrekkersrol en dat maakt onze boodschap alleen maar krachtiger. Op andere gebieden brengen wij kennis, bijvoorbeeld in de expertcommissie stoffen of over de circulaire economie.’

 

Met welke branchedirecteur zou je weleens een dagje willen ruilen?

‘Met de directeur van de museumvereniging. Vooral vanwege mijn privéinteresse, ik ben een fervent museumbezoeker. Musea hebben door corona een moeilijke tijd gehad, en ik ben benieuwd wat ze doen om daarbovenop te komen.’